Plan: | Ruigenhoekerweg/Vakantiepark Dunimar |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | beheersverordening |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0576.BV201300002-0004 |
de beheersverordening 'Ruigenhoekerweg/Bungalowpark Dunimar' van de gemeente Noordwijkerhout.
het gebied waarop deze verordening van toepassing is, vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0576.BV201300002-0004 met de bijbehorende regels en bijlagen.
professioneel senior-archeoloog die op basis van de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie bevoegd is om archeologisch onderzoek uit te voeren en/of Programma's van Eisen op te stellen en te toetsen.
een onderzoek naar materiële resten binnen een plangebied, uitgevoerd volgens de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (bijvoorbeeld vondsten / bodemsporen) onder of boven de grond.
in rapportvorm vervat verslag van een onderzoek naar materiële resten op basis waarvan een conclusie kan worden getrokken over de aanwezigheid van archeologische waarden binnen een plangebied, uitgevoerd volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
de aan een gebied op basis van de geldende archeologische beleidsadvieskaart toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische relicten.
de op basis van de geldende archeologische beleidsadvieskaart aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische relicten.
een woning in of bij een hoofdgebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
daaronder valt niet het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan;
daaronder vallen niet de bouwwerken die reeds in strijd waren met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waarvoor ingevolge deze verordening regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, eenlaags dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en, indien een bedrijfswoning aanwezig is, van de bedrijfswoning, en dat in architectonisch en functioneel opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
elk bouwwerk, geen gebouw zijnde.
een gebouw bestemd voor tijdelijk recreatief verblijf door een persoon, (deel van een) gezin of een groep mensen en dat niet fungeert als hoofdverblijf.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven.
ruimten in de open lucht, waaronder in ieder geval worden begrepen (bos)parken, plantsoenen, bermen en open speelplekken, met daarbij behorende sloten, vijvers en daarmee gelijk te stellen wateren en ondergrondse infrastructurele voorzieningen.
een logiesgebouw dat tot hoofdoel heeft het verstrekken van nachtverblijf ten behoeve van passanten met daarbij behorende voorzieningen, waaronder in ieder geval worden begrepen een ondergrondse parkeergarage, centrale receptie, restaurant en zwembad.
een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op tenminste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken of in het ongerede geraakte voertuigen en vaartuigen, woonschepen of arken, caravans, tentwagens en kampeerauto's, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken, alsook tenten.
het bewaren van goederen, materialen en stoffen zonder dat ter plaatse sprake is van productie, bewerking, verwerking, handel en/of activiteiten van administratieve aard.
gebouwde voorziening ten behoeve van het parkeren van motorvoertuigen.
de grens van een bouwperceel.
het zich in bedrijfsmatige zin beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
baliefunctie ten behoeve van bezoekers van het bungalowpark.
activiteiten die in de vrije tijd plaatsvinden en ontspanning als doel hebben.
gebied ten behoeve van recreatie.
een horecabedrijf, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken.
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
gedeelte van het erf dat geheel of gedeeltelijk is ingericht met gazons, planten en/of bomen, toegangspaden etc.
alle voor rij- en ander verkeer openstaande wegen of paden daaronder begrepen bermen en zijkanten, alsmede aan de wegen en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.
de gevel van een hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
de denkbeeldige lijn die buitenwerks strak loopt langs de voorgevel van een gebouw, tot aan de perceelsgrenzen.
een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de permanente huisvesting van een persoon of groep personen dan wel huishouden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
afstanden tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot perceelsgrenzen of bestemmingsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn;
de som van de oppervlakte van alle bouwwerken binnen een bouwperceel, een binnen het bouwperceel aanwezig bouwvlak, of ander terrein;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, dan wel de snijlijn van het dakvlak en de gevellijn. Indien zich op een dakschild één of meerdere dakkapellen of dakopbouwen bevinden, waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 60% van de breedte van de gevel waarop het betreffende dakschild rust, is de gootlijn van de dakkapel c.q. de dakopbouw bepalend voor de goothoogte. N.B: bij een lessenaarsdak wordt de laagste snijlijn als goothoogte aangemerkt;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
Voor de gronden ter plaatse van het besluitsubvlak 'Archeologie 1' gelden in aanvulling op het bepaalde in lid 3.1 de volgende regels:
Voor de gronden ter plaatse van het besluitsubvlak 'Archeologie 2' gelden in aanvulling op het bepaalde in in lid 3.1 de volgende regels:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Onder verboden gebruik van onbebouwde gronden wordt in ieder geval verstaan:
Het bepaalde in lid 5.1 van dit artikel is niet van toepassing op:
Onder verboden gebruik van bouwwerken wordt in ieder geval verstaan:
Het bepaalde in lid 5.3 van dit artikel is niet van toepassing op:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van de beheersverordening 'Ruigenhoekerweg/Bungalowpark Dunimar'.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Noordwijkerhout gehouden op d.d..............
Griffier, Burgemeester,