direct naar inhoud van 5.5 Bedrijven en milieuhinder
Plan: Pletterij 3
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0576.BP201000008-test

5.5 Bedrijven en milieuhinder

Beleid en normstelling

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang dat bij de aanwezigheid van bedrijven in de omgeving van milieugevoelige functies:

  • ter plaatse van woningen en andere gevoelige functies een aanvaardbaar woon- en leefmilieu kan worden gegarandeerd;
  • rekening wordt gehouden met de bedrijfsvoering en milieuruimte van de betreffende bedrijven.

Om in bestemmingsplannen de belangenafweging tussen bedrijvigheid en gevoelige functies met betrekking tot milieu in voldoende mate mee te nemen wordt gebruikgemaakt van milieuzonering. Deze milieuzonering vindt plaats aan de hand van een Staat van Bedrijfsactiviteiten. Dit is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gerangschikt naar mate van milieubelasting. De Staat van Bedrijfsactiviteiten is overgenomen uit de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (editie 2009). Deze Staat gaat uit van het aanhouden van richtafstanden tussen bedrijfsactiviteiten en milieugevoelige functies. De richtafstanden gelden ten opzichte van het omgevingstype "rustige woonwijk"; voor andere omgevingstypen dan een rustige woonwijk kunnen kleinere richtafstanden worden gehanteerd.

Milieuzonering is niet van toepassing op bedrijven onderling, in de systematiek is geen rekening namelijk gehouden met onderlinge hinder. Voor een nadere toelichting op de aanpak van de milieuzonering met behulp van de Staat van Bedrijfsactiviteiten wordt verwezen naar bijlage 2.

Onderzoek

Op grond van het vigerende bestemmingsplan Bedrijventerrein 's-Gravendamseweg (1996) vigeert ter plaatse van het plangebied de bestemming Bedrijfsdoeleinden met een algemene toelaatbaarheid voor bedrijfsactiviteiten in categorie 1 tot en met 4.1. Ter plaatse van het plangebied is in het verleden vrijstelling verleend voor de vestiging van grootschalige detailhandel, in de huidige situatie is op het perceel een voormalige vestiging van bouwmarkt Karwei aanwezig. Ten zuiden en oosten van het plangebied is een algemene toelaatbaarheid opgenomen tot en met categorie 3.2. Ten noorden en ten westen is de vestiging van bedrijven tot en met categorie 4.1 mogelijk. De ontwikkeling van de indoorspeeltuin wordt mogelijk gemaakt door middel van een specifieke aanduiding 'indoorspeeltuin'. De huidige milieuzonering zal niet worden gewijzigd, de bedrijfsbestemming inclusief de algemene toelaatbaarheid uit het vigerende bestemmingsplan blijft gehandhaafd. De indoorspeeltuin zal gezien de aard van de omgeving en de afstand tot omliggende woningen niet leiden tot onaanvaardbare milieuhinder.

De indoorspeeltuin zelf vormt geen milieugevoelige functie waarop de richtafstanden in het kader van milieuzonering van toepassing zijn. De indoorspeeltuin is ook geen geluidgevoelige bestemming in de zin van de Wet geluidhinder zodat de beoogde ontwikkeling geen belemmering oplevert voor de omliggende bedrijven. De indoorspeeltuin is daarom een functie die ruimtelijk gezien op een bedrijventerrein kan worden toegestaan. Ter plaatse van de indoorspeeltuin zal sprake zijn van een goed verblijfsklimaat aangezien de speelactiviteiten in een hal plaatsvinden en de speeltuin niet over een buitenruimte beschikt. In de paragraaf externe veiligheid wordt apart ingegaan op de veiligheidsrisico's van risicorelevante bedrijven in relatie tot de ontwikkeling van de indoorspeeltuin.

Conclusie

Met het voorliggende bestemmingsplan blijft de milieuzonering uit het vigerende bestemmingsplan gehandhaafd. In het plan blijft de vestiging van bedrijfsactiviteiten tot en met categorie 4.1 mogelijk. Tevens wordt de vestiging van een indoorspeeltuin mogelijk gemaakt door middel van een aanduiding. De indoorspeeltuin vormt geen milieugevoelige functie zodat de ontwikkeling geen belemmering vormt voor het functioneren van omliggende bestaande en toekomstige bedrijven die grond van het vigerende bestemmingsplan zijn toegestaan. Gelet op de aard van de activiteiten in de omgeving van het plangebied zal ter plaatse van de indoorspeeltuin sprake zijn van een goed verblijfsklimaat, mede gelet op het feit dat de indoorspeeltuin niet over een buitenruimte beschikt. Geconcludeerd wordt dat het aspect bedrijven en milieuhinder de uitvoering van het plan niet in de weg staat.