direct naar inhoud van 4.1 Algemeen
Plan: Pletterij 3
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0576.BP201000008-test

4.1 Algemeen

De Wet ruimtelijke ordening (Wro) bepaalt dat ruimtelijke plannen digitaal en analoog beschikbaar moeten zijn. Dit brengt met zich mee dat bestemmingsplannen digitaal uitwisselbaar en op vergelijkbare wijze moeten worden gepresenteerd. Met het oog hierop stellen de Wro en de onderliggende regelgeving eisen waaraan digitale en analoge plannen moeten voldoen. Zo bevatten de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) bindende afspraken waarmee bij het maken van bestemmingsplannen rekening moet worden gehouden. SVBP kent (onder meer) hoofdgroepen van bestemmingen, een lijst met functie- en bouwaanduidingen, gebiedsaanduidingen en een verplichte opbouw van de planregels en het renvooi.

Op de verbeelding zijn alle functies zodanig bestemd dat het mogelijk is om met behulp van het renvooi direct te zien welke bestemmingen aan de gronden binnen het plangebied zijn gegeven en welke regels daarbij horen. Uitgangspunt daarbij is dat de verbeelding zoveel mogelijk informatie geeft over de in acht te nemen maten en volumes. De regels geven duidelijkheid over de bestemmingsomschrijving, de bouwregels en de specifieke gebruiksregels. In de regels zijn eventuele aanlegregels, uitwerkingsregels, nadere eisen, ontheffing- en wijzigingsregels opgenomen.

Planvorm

Dit bestemmingsplan vormt het juridisch kader waarbinnen in dit plangebied de beoogde nieuwe ontwikkeling mogelijk wordt gemaakt. Deze ontwikkeling bestaat uit de wijziging van de bestemming van de voormalige vestiging van Karwei ten behoeve van een indoorspeeltuin.

Digitale verbeelding en regels

Op de digitale verbeelding zijn functies apart bestemd, waardoor het direct mogelijk is om met het bijbehorende renvooi (verklaring van de bestemmingen) te zien welke bestemmingen aan de gronden binnen het plangebied gegeven zijn. In de bijbehorende regels zijn de bestemmingsomschrijving, de bouwregels en de gebruiksregels alsmede de ontheffings- en wijzigingsregels te vinden.

Bestemmingsvlak en bouwvlak

De in het plangebied aanwezige bestemming bestaat uit twee vlakken: een bestemmingsvlak en een bouwvlak. Het bestemmingsvlak geeft aan waar een bepaald gebruik toegestaan is. Het bouwvlak is een gebied dat op de plankaart is aangeven waarvoor de mogelijkheden om gebouwen te bouwen in de regels zijn aangegeven. Het bouwvlak is op de plankaart voorzien van aanduidingen die betrekking hebben op de maatvoering.

Aanduidingen

Op de plankaart is een onderscheid gemaakt in twee verschillende aanduidingen. Op de plankaart is gebruik gemaakt van een functieaanduiding, 'specifieke vorm van bedrijf-1'. Deze is gebruikt om de gebruiksmogelijkheden binnen de bestemming nader te specificeren. Daarnaast is gebruik gemaakt van een maatvoeringsaanduiding. Maatvoeringsaanduidingen zijn alle aanduidingen die betrekking hebben op afmetingen, percentages en oppervlakten, zowel ten aanzien van het bouwen als ten aanzien van het gebruik.

Opbouw planregels

De regels van het bestemmingsplan bestaan uit de volgende onderdelen:

  • inleidende regels;
  • bestemmingsregels;
  • algemene regels;
  • overgangs- en slotregel.