Plan: | Offem Zuid - veiligheidszone leiding |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0575.WPOZveilighzone-ON01 |
In het bestemmingsplan 'Offem-Zuid' (2013) wordt de bouw van maximaal 750 nieuwbouwwoningen op basis van een uit te werken bestemming 'Woongebied' mogelijk gemaakt. Aan de rand van de woonwijk loopt de ondergrondse hogedrukaardgasleiding W-535 van de Gasunie.
De gasleiding heeft in het 'bestemmingsplan 'Offem-Zuid' (2013) een belemmeringenstrook van 4 meter aan weerszijden van de hartlijn van de leiding. De plaatsgebonden risicocontour PR=10-6 ligt ter hoogte van de onderdoorgang van de Achterweg onder de Beeklaan gedeeltelijk buiten de belemmeringenstrook en daarmee binnen het gebied waar de realisatie van nieuwe woningen is voorzien. Om te voorkomen dat binnen de plaatsgebonden risico-contour nieuwe woningen worden gerealiseerd is op de verbeelding een 'veiligheidszone - leiding' opgenomen. Binnen deze veiligheidszone kunnen geen kwetsbare objecten, zoals woningen, worden gerealiseerd.
In het uitwerkingsplan 'Offem-Zuid, eerste fase' (2017) is een klein deel van deze veiligheidszone overgenomen.
In het bestemmingsplan 'Offem-Zuid' (2013) en het bijbehorende uitwerkingsplan 'Offem-Zuid, eerste fase' (2017) is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen, waarin is opgenomen dat de veiligheidszone geheel of gedeeltelijk verwijderd mag worden, als door maatregelen ter plaatse geen plaatsgebondenrisico meer aanwezig is.
Uit recentelijk onderzoek van de Omgevingsdienst West-Holland blijkt dat de plaatsgebonden risicocontour PR=10-6 (i.c. veiligheidszone) kleiner is dan in het geldende bestemmingsplan is opgenomen. De beperkingen voor het plangebied zijn daardoor ook beperkter.
Het doel van het voorliggend wijzigingsplan 'Offem Zuid - veiligheidszone leiding' is het verwijderen van delen van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - leiding', om de ontwikkeling van een nieuwe woonwijk binnen het plangebied van Offem-Zuid mogelijk te maken.
Het onderhavige wijzigingsplan maakt onderdeel uit van de bestemmingsplan 'Offem-Zuid'(2013) en uitwerkingsplan 'Offem-Zuid, eerste fase' (2017).
Het plangebied ligt aan de zuidoostzijde van Noordwijk-Binnen. Ten noorden van het plangebied ligt het landgoed 'Offem'. Het plangebied ligt ter hoogte van de onderdoorgang van de Achterweg onder de Beeklaan.
Afbeelding - begrenzing plangebied
Voor de exacte begrenzing wordt verwezen naar de verbeelding.
Afbeelding - situering 'veiligheidszone - leiding' (rood) binnen de geldende ruimtelijke
plannen
De veiligheidszone - leiding maakt onderdeel uit van het bestemmingsplan 'Offem-Zuid' (NL.IMRO.0575.BPOffemZuid-VA01), dat op 27 juni 2013 is vastgesteld en van het uitwerkingsplan 'Offem-Zuid, eerste fase' (NL.IMRO.0575.UPOZOffemZuid-VA01), dat op 21 februari 2017 is vastgesteld.
In de bovenstaande afbeelding is rood gearceerd weergegeven welke delen van het bestemmingsplan en uitwerkingsplan de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - leiding' hebben:
Op basis van het wijzigingsplan 'Verwijderen geurzone en Waarde - Archeologie 2 bestemmingsplannen Offem-Zuid en Landelijk gebied' zijn al eerder de geurzone en delen van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2 komen in beide plannen te vervallen. Met het voorliggende wijzigingsplan Offem Zuid - veiligheidszone leiding wordt aangesloten op dit wijzingsplan 'Verwijderen geurzone en Waarde - Archeologie 2 bestemmingsplannen Offem-Zuid en Landelijk gebied'.
Het wijzigingsplan 'Offem Zuid - veiligheidszone leiding' bestaat, naast deze toelichting, uit de volgende stukken:
De verbeelding en de planregels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het wijzigingsplan en kunnen enkel in samenhang met elkaar 'gelezen' worden.
De toelichting is niet juridisch bindend, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het wijzigingsplan. De toelichting geeft aan wat de beweegredenen en achtergronden zijn die aan het wijzigingsplan ten grondslag liggen en doet verslag van het onderzoek dat aan het wijzigingsplan vooraf is gegaan. Tot slot is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het wijzigingsplan.
De toelichting is als volgt opgebouwd:
De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is op 13 maart 2012 vastgesteld door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M). De SVIR zet twee zaken helder neer: een scherp kader voor prioritering in het Infrafonds en een selectief ruimtelijk beleid, dat meer overlaat aan provincies en gemeenten.
Het Rijk stelt heldere ambities voor Nederland in 2040, die inspelen op de (inter)nationale ontwikkelingen die de ruimtelijke en mobiliteitsopgaven bepalen richting 2040. Het Rijk formuleert drie hoofddoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028):
Deze doelstellingen zijn uitgewerkt in 13 nationale belangen, waarvan de derde relevant is voor de onderhavige ontwikkeling: 'ruimte voor het hoofdnetwerk voor vervoer van (gevaarlijke) stoffen via buisleidingen'. Het doel is te waarborgen dat het leggen van buisleidingen van nationaal belang ook in de toekomst ruimtelijk mogelijk blijft.
Het gaat in dit geval om het verleggen van een bestaande gasleiding in het hoofdnetwerk, wat past binnen het hiervoor beschreven doel van de structuurvisie.
Conclusie
Het onderhavige wijzigingsplan ondervindt geen belemmeringen vanuit het beleid
geformuleerd in de structuurvisie.
De wetgever heeft in de Wro, ter waarborging van nationale en provinciale belangen, de besluitmogelijkheden van lagere overheden begrensd. Indien nationale of provinciale belangen dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken, kunnen bij of krachtens Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) respectievelijk provinciale verordening regels worden gesteld omtrent de inhoud van bestemmingsplannen.
In het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro), ook wel bekend als de AMvB Ruimte, zijn 13 nationale belangen opgenomen die juridische borging vereisen.
Het Barro is op 30 december 2011 deels in werking getreden en met enkele onderwerpen aangevuld per 1 oktober 2012. Het besluit is gericht op doorwerking van de nationale belangen in gemeentelijke bestemmingsplannen.
Conclusie
Geen van de nationale belangen is in het geding bij het voorliggende wijzigingsplan.
In Nederland ligt ongeveer 300.000 km buisleiding voor het transport van stoffen waaronder aardgas, brandstoffen, drinkwater en afvalwater. Hiervan is ruim 18.000 km buisleidingen bestemd voor het transport van gevaarlijke stoffen. Het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) is gericht op de buisleidingen voor het transport van gevaarlijke stoffen, omdat deze categorie een potentieel extern veiligheidsrisico met zich meebrengt.
Het Bevb en de bijbehorende regeling zijn van toepassing op buisleidingen met een extern veiligheidsaspect, zoals hogedrukaardgasleidingen, brandstofleidingen categorieën K1, K2 en K3 en overige leidingen met gevaarlijke stoffen. Vanaf 1 juli 2014 geldt de Regeling externe veiligheid buisleidingen ook voor het transport van andere chemische stoffen dan aardgas en aardolieproducten.
Het Bevb bevat regels voor het vastleggen van deze leidingen en haar externe veiligheidsaspecten in bestemmingsplannen. Voor buisleidingen voor gevaarlijke stoffen, reeds bestaand of nieuw, geldt dat het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) gemeenten verplicht deze leidingen op te nemen in het bestemmingsplan met een belemmeringenstrook ter weerszijden van de leiding. Verder dient op grond van het Bevb voor alle leidingen rekening te worden gehouden met de risiconormering die voor buisleidingen voor gevaarlijke stoffen geldt.
Conclusie
Het onderhavige wijzigingsplan sluit aan op het Bevb, in die zin dat de bestaande
belemmeringenstrook aan weerszijden van de leiding blijft gehandhaafd. In het
onderzoek, zoals opgenomen in paragraaf 3.1, is aangegeven hoe rekening is gehouden
met de risiconormering.
De Structuurvisie Buisleidingen 2012-2035 is vastgesteld op 12 oktober 2012. In deze visie is opgenomen hoe het Rijk voor de komende 20 tot 30 jaar ruimte wil reserveren in Nederland voor toekomstige buisleidingen voor gevaarlijke stoffen.
In de Structuurvisie wordt een hoofdstructuur van verbindingen aangegeven waarlangs ruimte moet worden vrijgehouden, om ook in de toekomst een ongehinderde doorgang van buisleidingtransport van nationaal belang mogelijk te maken. Hiermee wordt zeker gesteld dat ook de komende 20 à 30 jaar nieuwe doorgaande buisleidingverbindingen kunnen worden gerealiseerd ten behoeve van de levering van aardgas en het vervoer van grondstoffen en chemische stoffen aan en tussen haven- en industrieclusters in het binnen- en buitenland. Anderzijds wordt hiermee duidelijkheid geboden aan zowel initiatiefnemers die buisleidingen wensen te realiseren als aan gemeenten, doordat buisleidingen van nationaal belang in een vooraf begrensde buisleidingenstrook dienen te worden aangelegd.
In de Structuurvisie zijn tien uitgangspunten gehanteerd:
Conclusie
Het onderhavige wijzigingsplan ondervindt geen belemmeringen vanuit het beleid
geformuleerd in de structuurvisie, en sluit aan bij de hierboven genoemde
uitgangspunten.
Visie Ruimte en Mobiliteit (geconsolideerd per 29 juni 2018)
In de provinciale visie wordt ingezet op de verbetering van de ordening van de ondergrondse infrastructuur, die moet leiden tot een versterking van ruimtelijk-economische functies. De provincie stimuleert het gebruik van buisleidingen voor het in bulk vervoeren van (gevaarlijke) vloeistoffen en gassen. De ruimtelijke ordening heeft te maken met de veiligheidszones langs deze tracés en is gericht op het voorkomen van ontwikkelingen die het gebruik van deze verbindingen zouden kunnen belemmeren.
Verordening Ruimte 2015 (geconsolideerd per 29 juni 2018)
In de provinciale Verordening Ruimte 2015 zijn geen regels opgenomen ten aanzien van buisleidingen.
Het bestemmingsplan Offem-Zuid (2013) is een globaal bestemmingsplan, met uit te werken bestemmingen. Een groot deel van het plangebied van dit bestemmingsplan kent de bestemming ''Woongebied - Uit te werken' en moet nog nader worden uitgewerkt.
Veiligheidszone - leiding
Op de planverbeelding van dit bestemmingsplan is een aanduiding '
veiligheidszone -
leiding
' opgenomen. Ter plaatse van deze aanduiding mogen bij uitwerking geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten zoals bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, waaronder in ieder geval zijn begrepen woningen, worden gerealiseerd.
Onder de algemene wijzigingsregels is echter een lid opgenomen die het (deels) verwijderen van deze aanduiding mogelijk maakt:
Artikel 18.3 Wijzigen aanduiding 'veiligheidszone - leiding'
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, betreffende de aanduiding 'veiligheidszone - leiding', het plan te wijzigen zodanig dat de aanduiding geheel of gedeeltelijk van het plan wordt verwijderd, indien door maatregelen ter plaatse geen plaatsgevonden risico van 10-6 vanwege de gastransportleiding meer aanwezig is.
Onderhavig wijzigingsplan heeft betrekking op deze wijzigingsregel.
In het uitwerkingsplan 'Offem-Zuid, eerste fase' is het eerste deel van het woongebied Offem-Zuid uitgewerkt naar bestemmingen met een directe bouwtitel.
Veiligheidszone - leiding
Op de verbeelding is voor een klein gedeelte de aanduiding '
veiligheidszone - leiding
' uit het moederplan 'Offem-Zuid' overgenomen. Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - leiding' mogen geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten zoals bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, waaronder in ieder geval zijn begrepen woningen, worden gebouwd.
In navolging van het moederplan is in het uitwerkingsplan ook een wijzigingsbevoegdheid (artikel 14.3 wijzigen aanduiding 'veiligheidszone - leiding') opgenomen om de veiligheidszone geheel of gedeeltelijk van de verbeelding te verwijderen.
Onderhavig wijzigingsplan heeft betrekking op deze wijzigingsregel.
In het kader van het voorliggende wijzigingsplan is een nieuwe berekening van het plaatsgebonden risico PR=10-6 uitgevoerd. De resultaten van de berekening zijn in dit rapport verwerkt. Het rapport is opgenomen in bijlage 1.
Uit de risicokaart en uit navraag bij de Gasunie is gebleken dat deze contour kleiner is dan in het geldende bestemmingsplan is opgenomen. De gemeente Noordwijk heeft de Omgevingsdienst West-Holland verzocht om na te gaan of de PR=10-6 contour niet verkleind kan worden.
Uit de uitgevoerde CAROLA-herberekening van de PR=10-6 -contour blijkt dat de contour kleiner is dan de contour die in het geldende bestemmingsplan en uitwerkingsplan is opgenomen. De nieuwe PR=10-6 -contour is op de navolgende afbeelding als groene contour (1E-6) weergegeven.
Afbeelding - Plaatsgebonden risico voor 5285_leiding-W-535-03-deel-1 van N.V.
Nederlandse Gasunie
Geconcludeerd wordt dat het rapport gebruikt kan worden om de ligging van de plaatsgebonden risicocontour PR=10-6 in het geldende bestemmingsplan en uitwerkingsplan aan te passen.
Het onderhavige wijzigingsplan maakt onderdeel uit van:
De wijziging betreft het verwijderen van (een deel van) de veiligheidszone binnen beide plannen.
In de planregels is vastgelegd dat de onderliggende planregels en de verbeeldingen van het bestemmingsplan 'Offem-Zuid' en het uitwerkingsplan 'Offem-Zuid, eerste fase' onverkort van toepassing blijven.
Door middel van een gebiedsaanduiding 'veiligheidszone- leiding uitgesloten' wordt op de verbeelding aangegeven waar de veiligheidszone niet meer van toepassing is.
Voor de toelichting op de geldende bestemmingen wordt verwezen naar de toelichting van respectievelijk het bestemmingsplan 'Offem-Zuid' en het uitwerkingsplan 'Offem-Zuid'.
Bij het opstellen van een nieuw bestemmingsplan dient op grond van het Besluit ruimtelijke ordening onderzoek plaats te vinden naar de economische uitvoerbaarheid van het plan.
Dit wijzigingsplan heeft tot doel om de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - leiding' te verwijderen voor de gronden die buiten de nieuwe plaatsgebonden risicocontour PR=10-6 (i.c. veiligheidszone) liggen (zie paragraaf 3.1).
Artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) verplicht het opstellen van een exploitatieplan, wanneer er sprake is van een bouwplan. In onderhavig wijzigingsplan vinden geen nieuwe ontwikkelingen plaats. Van een bouwplan ex artikel 6.12 Wro is dan ook geen sprake. Het opstellen van een exploitatieplan kan daarom achterwege blijven.
De economische uitvoerbaarheid van het plan is daarmee aangetoond.
Het ontwerp van het wijzigingsplan Offem Zuid - veiligheidszone leiding wordt voor een periode van 6 weken ter inzage gelegd. Gedurende de periode van terinzagelegging van krijgt een ieder de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen.
In het kader van het wettelijk vooroverleg worden tevens de overlegpartners op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening verzocht om op het plan te reageren.