direct naar inhoud van Regels
Plan: Correctie Zeewaardig, fase 3
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0575.BPZeewaardigCorr3-ON01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan 'Correctie Zeewaardig, fase 3' met identificatienummer NL.IMRO.0575.BPZeewaardigCorr3-ON01 van de gemeente Noordwijk.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.

1.3 aanduiding

en geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 bebouwing

éen of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.6 bed & breakfast

een overnachtingsaccommodatie gericht op het tegen betaling bieden van de mogelijkheid tot een veelal kortdurend toeristisch verblijf met het serveren van een ontbijt als nevenfunctie van de permanente bewoning van een woning.

1.7 bedrijfsmatige kamerverhuur

de verhuur van onzelfstandige woonruimte van een woning, waarbij afzonderlijke huishoudens afhankelijk zijn van één of meer gedeelde wezenlijke voorzieningen (keuken, douche en/of toilet) buiten die woonruimte, anders dan bedoeld in lid 1.20.

1.8 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van het hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk, met een dak.

1.9 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond bedoeld om ter plaatse te functioneren.

1.10 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.11 dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, internetwinkels en bankfilialen.

1.12 evenement

een voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak op het gebied van sport, muziek, kunst, hobby, tuin, vrije tijd en sociaal-cultureel vlak, waarbij onderscheid wordt gemaakt in de volgende categorieën:

  • I. Kleine evenementen: evenement waarvan het (verwacht) aantal bezoekers dat tegelijkertijd op één evenementenlocatie aanwezig is 500 of minder bedraagt;
  • II. Middelgrote evenementen: evenement waarvan het (verwacht) aantal bezoekers dat tegelijkertijd op één evenementenlocatie aanwezig is tussen de 500 en 5.000 bedraagt;
  • III. Grote evenementen: evenement waarvan het (verwacht) aantal bezoekers dat tegelijkertijd op één evenementenlocatie aanwezig is 5.000 of meer bedraagt.
1.13 grootschalige detailhandelsvestigingen

detailhandelsvestigingen waarbij de bedrijfsvloeroppervlakte meer dan 1.000 m² bedraagt.

1.14 hoofdgebouw

gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

1.15 horeca, categorie 1 (daghoreca)

een bedrijf dat ondersteunend is aan en qua openingstijden in het algemeen vergelijkbaar is met detailhandelsvestigingen en waarvan de activiteiten in hoofdzaak bestaan uit het verstrekken c.q. snel serveren van kleinere maaltijden, broodjes, hapjes, ijs, gebak en dranken met uitzondering van alcoholische dranken.

1.16 horeca, categorie 2 (restaurant/cafetaria)

een bedrijf, waarvan de activiteiten in hoofdzaak bestaan uit het verstrekken van maaltijden voor gebruik ter plaatse en waarbij het verstrekken van dranken (daaraan) ondergeschikt is.

1.17 horeca, categorie 5 (zaalaccommodatie)

een bedrijf, waarvan de activiteiten in hoofdzaak bestaan uit het bieden van gelegenheid tot het houden van bruiloften en partijen, alsmede tot het houden van congressen, conferenties en andere vergaderingen en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken (daaraan) ondergeschikt is.

1.18 horeca, categorie 6 (hotel)

een bedrijf, waarvan de activiteiten in hoofdzaak bestaan uit het verstrekken van nachtverblijf en eventueel het exploiteren van zaalaccommodatie en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken (daaraan) ondergeschikt is.

1.19 huishouden

persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van een op duurzaamheid gerichte onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan; bedrijfsmatige kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen.

1.20 kamerverhuur

de verhuur van onzelfstandige woonruimte door de hoofdgebruiker(s) van de woning als nevenfunctie van de permanente bewoning daarvan, waarbij afzonderlijke huishoudens afhankelijk zijn van één of meer gedeelde wezenlijke voorzieningen (keuken, douche en/of toilet) buiten die woonruimte.

1.21 maatschappelijk

overheidsvoorzieningen en voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, kinderopvang, cultuur, religie, sport, onderwijs en daarmee gelijk te stellen voorzieningen.

1.22 NAP

het genormaliseerde Amsterdams peil ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan;

1.23 ondergronds bouwwerk

elk bouwwerk beneden maaiveld.

1.24 onzelfstandige woonruimte

een woonruimte die geen eigen toegang heeft of die niet op zichzelf kan functioneren als een woning in die zin dat een of meerdere belangrijke voorzieningen ontbreken, zoals een keuken, badkamer en toilet.

1.25 peil
  • a. peil ten aanzien van maaiveld: voor een bouwwerk, waarvan de voorgevel niet direct aan de openbare weg grenst: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende maaiveld ter plaatse van de voorgevel;
  • b. peil ten aanzien van de weg: voor een bouwwerk, waarvan de voorgevel direct aan de openbare weg grenst: de gemiddelde hoogte van die weg ter plaatse van de voorgevel.
1.26 permanente bewoning

duurzaam hoofdverblijf van één of meerdere personen in een woning.

1.27 recreatief gebruik van een woning

Het recreatief gebruik van een woning, gericht op ontspanning of vrijetijdsbesteding door personen die elders hun hoofdverblijf hebben.

1.28 shortstay

het tijdelijk verblijven in een woning door maximaal één huishouden voor een aansluitende periode van minimaal zeven dagen en maximaal zes maanden, niet zijnde toeristische verhuur.

1.29 toeristische verhuur

verhuur van een woning aan derden, dan wel gebruik van een woning door derden, ten behoeve van toeristisch/recreatief gebruik, niet zijnde vakantieverhuur als bedoeld in 1.30 en 3.3.8.

1.30 vakantieverhuur

incidentele toeristische verhuur van een woning door de hoofdbewoner/eigenaar, als nevenfunctie van de permanente bewoning daarvan en voor zover wordt voldaan aan het bepaalde in lid 3.3.8.

1.31 wonen

permanente bewoning van een woning door maximaal één huishouden, al dan niet in combinatie met de volgende nevenfuncties:

  • a. bed & breakfast;
  • b. vakantieverhuur;
  • c. kamergewijze verhuur.
1.32 woning

een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor wonen.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 afstand:

de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn, tussen of vanaf de buitenwerkse gevelvlakken, waarbij uitstekende delen tot maximaal 0,5 m buiten beschouwing blijven.

2.2 bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.3 breedte van een bouwwerk:

van en tot de buitenkant van een zijgevel (en/of het hart van de scheidingsmuren), met dien verstande dat, wanneer de zijgevels niet evenwijdig lopen of verspringen, het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en de grooste breedte.

2.4 brutovloeroppervlakte:

wordt gemeten binnenwerks, met dien verstande, dat de totale vloeroppervlakte ten dienste van kantoren, winkels of bedrijven, met inbegrip van de daarbij behorende magazijnen en overige dienstruimten worden opgeteld.

2.5 diepte van een bouwwerk:

van de buitenkant van de voorgevel tot de buitenkant van de achtergevel, met dien verstanden dat waar de gevels niet evenwijdig lopen of verspringen deze diepte gemeten wordt tussen de meest ver naar voren en naar achteren liggende punten.

2.6 goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.7 inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.8 oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.9 verticale bouwdiepte van een bouwwerk:

het laagste punt van het bouwwerk, met inbegrip van de fundering van een bouwwerk en met uitzondering van ondergeschikte onderdelen van het bouwwerk, die gelet op aard en omvang de grondwaterstand niet zullen beïnvloeden, en heipalen, gemeten in NAP-hoogte.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Gemengd - 2

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1':
    • 1. horeca-activiteiten van categorie 1 en 2 uitsluitend op de begane grondlaag;
    • 2. detailhandel, uitsluitend op de begane grondlaag;
    • 3. wonen, uitsluitend op verdiepingen alsmede op de begane grond voor zover niet gelegen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - plint', met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' wonen niet is toegestaan op een hoogte van meer dan 36 meter;
    • 4. aan-huis-verbonden beroepen en bedrijven;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 2':
    • 1. maatschappelijk, uitsluitend op de begane grondlaag;
    • 2. dienstverlening, uitsluitend op de begane grondlaag;
    • 3. wonen;
    • 4. aan-huis-verbonden beroepen en bedrijven;
  • c. aan de onder a en b genoemde functies gebonden (boven- en ondergrondse) parkeervoorzieningen;
  • d. bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen, waaronder groen, water, erven, tuinen en paden;
  • e. pleinen;
  • f. verblijfsfunctie;

met inachtneming van het bepaalde in 3.3.4.

3.2 Bouwregels

Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij de volgende regels gelden.

3.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag voor 100% worden bebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan aangegeven;
  • d. het maximum aantal woningen binnen de bestemming bedraagt 95, met in achtneming van het bepaalde in lid 3.3.4;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specfieke bouwaanduiding - 1' is een hoogteaccent toegestaan tot een maximale bouwhoogte van 40 meter.

3.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. bijbehorende bouwwerken mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mag buiten het bouwvlak niet meer bedragen dan 50 m²;
  • c. bijbehorende bouwwerken dienen 1 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd;
  • d. de bouwhoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 4 m;
  • e. de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 5 m.

3.2.3 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. andere bouwwerken mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan:
    • 1. 1 m voor erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel tot 1 m achter (het verlengde van) de voorgevel;
    • 2. 2 m voor overige erf- en terreinafscheidingen;
    • 3. 2 m voor terrasschermen;
    • 4. 8 m, gemeten vanaf bovenkant van het dak, voor vlaggenmasten ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1';
    • 5. 3 m voor overige andere bouwwerken.
3.3 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

3.3.1 Parkeren

Het bebouwen van gronden is uitsluitend toegestaan indien voldaan wordt aan de gemeentelijke parkeernormen (met bijbehorende eisen voor locatie en inrichting) ten behoeve van (vracht)auto's en overige verkeersvoertuigen en de bijhorende bepalingen omtrent de ontsluiting en bevoorrading zoals die zijn neergelegd in de 'Nota Parkeren 2020', dan wel de opvolger daarvan. Deze eis geldt als een voorwaardelijke verplichting in de zin van de Wet ruimtelijke ordening.

3.3.2 Functiewijziging

Een wijziging van functies zoals bestaand ten tijde van de in gebruikname van de gronden en/of bebouwing is niet toegestaan.

3.3.3 Detailhandel

De vestiging van grootschalige detailhandel is niet toegestaan.

3.3.4 Wonen

Voor wonen geldt:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1' zijn maximaal 73 wooneenheden toegestaan;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 2' zijn maximaal 22 wooneenheden toegestaan.
3.3.5 Gebruik van gebouwen in de plint

Voor het gebruik van de gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - plint' geldt dat besloten functies, zoals congreszalen, wonen, kantoren, parkeren en opslag niet op de begane grond zijn toegestaan, uitgezonderd indien zij vanaf het Palaceplein en/of de koningin Wilhelmina Boulevard bezien gelegen zijn achter een publieksgerichte functie en uitgezonderd toegangen tot de genoemde functies.

3.3.6 Aan-huis-verbonden beroep en bedrijf

Voor aan-huis-verbonden beroep en bedrijf geldt:

  • a. de woonfunctie blijft als hoofdfunctie gehandhaafd;
  • b. uitsluitend worden activiteiten uitgevoerd als bedoeld in categorie 1 en 2 van de bijlage 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' dan wel activiteiten die naar hun aard en omvang gelijk te stellen zijn aan de genoemde categorieën;
  • c. de bedrijfs/beroepsactiviteiten worden door de bewoner(s) uitgeoefend;
  • d. maximaal 1/3e deel van het totale oppervlak van de woning, inclusief bijbehorende bouwwerken, wordt gebruikt ten behoeve van de bedrijfs/beroepsactiviteiten, met een maximum van 50 m²;
  • e. horeca en/of detailhandel zijn niet toegestaan, met uitzondering van ondergeschikte detailhandel;
  • f. bed & breakfast en gastouderopvang zijn toegestaan;
  • g. buitenopslag ten behoeve van de activiteit is niet toegestaan;
  • h. lichtreclame is niet toegestaan;
  • i. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken.

3.3.7 Bed & breakfast

Het gebruik van een woning en/of de bijbehorende bouwwerken voor een bed & breakfast is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. verzorging van een bed & breakfast is toegestaan tot maximaal 4 personen;
  • b. er dient sprake te zijn van permanent hoofdverblijf van de hoofdgebruiker(s) in de betreffende woning;
  • c. de hoofdgebruiker(s) exploiteert/exploiteren de bed & breakfast en is/zijn aanwezig in de betreffende woning tijdens het verblijf van de gasten;
  • d. de bed & breakfast mag gevestigd zijn in de woning en/of de bijbehorende bouwwerken bij de woning, met dien verstande dat maximaal 1/3 van de totale oppervlakte van de woning inclusief bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 50 m², mag worden gebruikt voor de bed & breakfast;
  • e. bed & breakfast is niet toegestaan in combinatie met kamergewijze verhuur, zoals bedoeld in artikel 1.20 en 3.3.9.

3.3.8 Vakantieverhuur

Het gebruik van een woning, met uitzondering van vrijstaande bijbehorende bouwwerken, voor vakantieverhuur is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. vakantieverhuur is toegestaan voor maximaal 30 dagen per kalenderjaar;
  • b. de woning wordt per dag verhuurd aan maximaal één huishouden, dan wel maximaal 4 personen niet zijnde een huishouden.

3.3.9 Kamerverhuur

Het gebruik van een woning, met uitzondering van vrijstaande bijbehorende bouwwerken, voor kamergewijze verhuur is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. er dient sprake te zijn permanent hoofdverblijf van de hoofdgebruiker(s) in de betreffende woning;
  • b. kamerverhuur is toegestaan aan maximaal 2 personen in de betreffende woning;
  • c. kamerverhuur is toegestaan voor maximaal 50% van het gebruiksoppervlak van de betreffende woning;
  • d. kamergewijze verhuur is niet toegestaan in combinatie met bed & breakfast, zoals bedoeld in artikel 1.6 en 3.3.7.

3.3.10 Shortstay en bedrijfsmatige kamerverhuur

Tot een gebruik strijdig met lid 3.1 wordt gerekend het gebruik van een woning voor:

  • a. shortstay;
  • b. bedrijfsmatige kamerverhuur;
  • c. toeristische verhuur.
3.4 Afwijken van de gebruiksregels
3.4.1 Parkeren

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.3.1, overeenkomstig het beleid zoals neergelegd in de 'Nota Parkeren 2020' dan wel de opvolger daarvan, indien het voldoen aan die bepalingen gezien het gebruik en/of het bouwplan van het desbetreffende plangebied, mede gezien de omgeving, niet noodzakelijk is en/of op overwegende bezwaren stuit. Het afwijkingsbesluit moet worden voorzien van een motivering waaruit in ieder geval blijkt dat de ruimtelijke kwaliteit en een goede parkeersituatie geborgd is.

3.4.2 Functiewijziging

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.3.2 en een functiewijziging toestaan, mits voor de nieuwe functie voldaan wordt aan de gemeentelijke parkeernormen (met bijbehorende eisen voor locatie en inrichting) ten behoeve van (vracht)auto's en overige verkeersvoertuigen en de bijhorende bepalingen omtrent de ontsluiting en bevoorrading zoals die zijn neergelegd in de ‘Nota Parkeernormen 2020’ dan wel de opvolger daarvan.

Artikel 4 Verkeer

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen met ten hoogste twee rijstroken;
  • b. voet- en fietspaden;
  • c. verblijfsfunctie;
  • d. (ondergrondse) parkeervoorzieningen;
  • e. bruggen en viaducten;
  • f. pleinen;
  • g. geluidwerende voorzieningen;
  • h. kunstwerken;
  • i. duikers;
  • j. speelvoorzieningen;
  • k. nutsvoorzieningen;
  • l. terrassen ten behoeve van direct aan de bestemming grenzende horecabedrijven;
  • m. evenementen;
  • n. bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen zoals straatmeubilair, groen en water.
4.2 Bouwregels

Op de in lid 4.2 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij de volgende regels gelden:

4.2.1 Gebouwen en bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van gebouwen en bijbehorende bouwwerken geldt dat uitsluitend nutsvoorzieningen mogen worden gebouwd, waarbij:

  • a. de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 25 m²;
  • b. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 5 m.

4.2.2 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan:

  • a. 5 m voor voorwerpen van beeldende kunst;
  • b. 2 m voor terrasschermen;
  • c. 4 m voor overige andere bouwwerken.

4.2.3 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels ten behoeve van evenementen

  • a. kleine evenementen zijn toegestaan;
  • b. middelgrote en grote evenementen niet toegestaan.

Artikel 5 Waterstaat - Ondergronds bouwen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waterstaat - Ondergronds bouwen aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:

  • a. het behoud van een evenwichtig grondwatersysteem;
  • b. het voorkomen van onevenredige grondwateroverlast.
5.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd overeenkomstig de bestemming uit het vigerende bestemmingsplan, waarbij aanvullend de volgende regels gelden:

  • a. de verticale bouwdiepte van (ondergrondse) bouwwerken mag niet lager zijn dan de verticale bouwdiepte zoals op de verbeelding met 'verticale bouwdiepte (m)' is aangegeven.
5.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 5.2, ten einde een verticale bouwdiepte van (ondergrondse) bouwwerken toe te staan, die lager is dan de verticale bouwdiepte zoals op de verbeelding met 'verticale bouwdiepte (m)' is aangegeven indien:

  • a. Uit een specifiek grondwateronderzoek is gebleken dat dit niet leidt tot een verstoring van het grondwater systeem;
  • b. Uit een specifiek grondwateronderzoek is gebleken dat dit niet leidt tot grondwateroverlast in het nog te bouwen bouwwerk.

Artikel 6 Waterstaat - Waterkering

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. waterkering;
  • b. de waterhuishouding;
  • c. kunstwerken;
  • d. de bij deze dubbelbestemming behorende bouwwerken, werken en werkzaamheden.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Primair

Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de bestemming, zoals borstweringen, hekwerken en daarmee gelijk te stellen constructies, bruggen ten behoeve van kruisend verkeer, dammen (al dan niet met duikers), vlonders, aanlegplaatsen en/of kaden, worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van niet meer dan 1 m.

6.2.2 Secundair

Ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag, met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels, uitsluitend worden gebouwd, indien:

  • a. het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken;
  • b. de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet worden uitgebreid;
  • c. gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
6.3 Afwijken van de bouwregels
6.3.1 Afwijken

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 6.2 waarbij de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels in acht worden genomen.

6.3.2 Algemene randvoorwaarden voor afwijken van de bouwregels

De genoemde afwijkingen kunnen slechts worden verleend, indien de waterstaatsbelangen dit gedogen. Alvorens toepassing te geven aan deze bepaling dient advies te worden ingewonnen bij het Hoogheemraadschap van Rijnland.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 7 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 8 Algemene bouwregels

8.1 Bouw- en bestemmingsgrenzen

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouw- en bestemmingsgrenzen en bij de bepaling van het bebouwde oppervlakte worden ondergeschikte bouwdelen van bouwwerken, zoals plinten, pilasters, luifels, kozijnen, gevelversieringen, brandtrappen, ventilatiekanalen, uitspringende schoorsteenwanden, gevel- en kroonlijsten, overstekende daken en daarmee gelijk te stellen onderdelen waarvan de overschrijding van de bouwgrens of de bestemmingsgrens niet meer bedraagt dan 1,5 meter, buiten beschouwing gelaten.

8.2 Bestaande bebouwing
  • a. Voor een bouwwerk, dat bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande afmetingen en afstandsmaten afwijken van de in Hoofdstuk 2 opgenomen bouwregels van de betreffende bestemming, geldt dat:
    • 1. indien de bestaande afmetingen groter zijn dan de genoemde afmetingen, de afmetingen van de bestaande bouwwerken de maximale afmetingen zijn;
    • 2. indien de bestaande afstandsmaten kleiner zijn dan de genoemde afstandsmaten, de afstandsmaten van de bestaande bebouwing de minimale afmetingen zijn;
  • b. in geval van herbouw is hetgeen vermeld in lid 8.2 onder a sub 1 en 2 uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt;
  • c. op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het Overgangsrecht bouwwerken als opgenomen in dit plan niet van toepassing.
8.3 Maximale bouwhoogte

Voor zover in de bouwregels in Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels van deze regels geen maximale bouwhoogte van een bouwwerk is bepaald, geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de maximale goothoogte, vermeerderd met 3 meter.

Artikel 9 Algemene gebruiksregels

9.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:

  • a. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
  • b. een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vlieg tuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
  • c. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie;
  • d. een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een automatenhal, voor zover niet anders bepaald;
  • e. een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige vuurwerkopslag.

Artikel 10 Algemene afwijkingsregels

10.1 Algemeen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van:

  • a. de gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
  • b. de bouwregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden met maximaal 2 m, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
  • c. de bouwregels en toestaan dat de bouwgrenzen worden overschreden met maximaal 1,5 m ten behoeve van balkons;
  • d. de bouwregels ten aanzien van de (bouw)hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot niet meer dan 40 m;
  • e. de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen en andere bouwwerken met een inhoud van ten hoogste 30 m² en een bouwhoogte van niet meer dan 3 m (ten dienste van het openbaar nut), zoals schakelhuisjes, transformatorhuisjes, abri's, telefooncellen, muurtjes, standbeelden en straatmeubilair.
10.2 Randvoorwaarden toepassing omgevingsvergunning voor afwijken

Burgemeester en wethouders verlenen slechts medewerking aan een omgevingsvergunning voor het afwijken mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 11 Overgangsrecht

11.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • 2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  • 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
11.2 Overgangsrecht gebruik
  • 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 12 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

regels van het bestemmingsplan 'Correctie Zeewaardig, fase 3'.