Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Paraplu Bestemmingsplan Grondwater
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0575.BPPLUgrondwater-VA01

Regels

1 Inleidende regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 Plan
het Bestemmingsplan 'Paraplu Bestemmingsplan Grondwater' met identificatienummer NL.IMRO.0575.BPPLUgrondwater-VA01 van de Gemeente Noordwijk;
 
1.2 Bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
 
1.3 Bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
 
1.4 Geldende bestemmingsplannen
alle bestemmingsplannen welke ten tijde van de terinzage legging van dit ontwerp bestemmingsplan in werking waren;
 
1.5 NAP
het genormaliseerde Amsterdams peil ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan;
 
1.6 Ondergronds bouwwerk
elk bouwwerk beneden maaiveld.
 
Artikel 2 Wijze van meten
 
2.1 Afstand
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn, tussen of vanaf de buitenwerkse gevelvlakken, waarbij uitstekende delen tot maximaal 0,5 m buiten beschouwing blijven.
 
2.2 Bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
 
2.3 Breedte van een bouwwerk
van en tot de buitenkant van een zijgevel (en/of het hart van de scheidingsmuren), met dien verstande dat, wanneer de zijgevels niet evenwijdig lopen of verspringen, het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en de grootste breedte.
 
2.4 Diepte van een bouwwerk
van de buitenkant van de voorgevel tot de buitenkant van de achtergevel, met dien verstanden dat waar de gevels niet evenwijdig lopen of verspringen deze diepte gemeten wordt tussen de meest ver naar voren en naar achteren liggende punten.
 
2.5 Oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
 
2.6 Verticale bouwdiepte van een bouwwerk
het laagste punt van het bouwwerk, met inbegrip van de fundering van een bouwwerk en met uitzondering van ondergeschikte onderdelen van het bouwwerk, die gelet op aard en omvang de grondwaterstand niet zullen beïnvloeden, en heipalen, gemeten in NAP-hoogte.
2 Bestemmingsregels
De 'Bestemmingsregels' van de geldende bestemmingsplannen binnen het plangebied blijven van toepassing.
Artikel 3 Administratieve bepaling
  1. De regels in dit bestemmingsplan zijn van toepassing aanvullend op de alle bestemmingsplannen welke ten tijde van de terinzage legging van dit ontwerp bestemmingsplan in werking waren.
  2. Voor het overige blijven de regels van de bovengenoemde ruimtelijke plannen onverminderd van kracht.
Artikel 4 Waterstaat - Ondergrondsbouwen
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waterstaat - Ondergrondsbouwen aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
  1. het behoud van een evenwichtig grondwatersysteem;
  2. het voorkomen van onevenredige grondwateroverlast.
4.2 Bouwregels
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd overeenkomstig de bestemming uit het vigerende bestemmingsplan, waarbij aanvullend de volgende regels gelden:
  1. de verticale bouwdiepte van (ondergrondse) bouwwerken mag niet lager zijn dan de verticale bouwdiepte zoals op de verbeelding met 'verticale bouwdiepte (m)' is aangegeven.
4.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 4 lid 2, ten einde een verticale bouwdiepte van (ondergrondse) bouwwerken toe te staan, die lager is dan de verticale bouwdiepte zoals op de verbeelding met 'verticale bouwdiepte (m)' is aangegeven indien:
  1. Uit een specifiek grondwateronderzoek is gebleken dat dit niet leidt tot een verstoring van het grondwater systeem;
  2. Uit een specifiek grondwateronderzoek is gebleken dat dit niet leidt tot grondwateroverlast in het nog te bouwen bouwwerk.
3 Algemene regels
Artikel 5 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 6 Algemene bouwregels
6.1 Bestaande maten
  1. Voor een bouwwerk, dat bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande verticale bouwdiepte lager is dan in artikel 4 is voorgeschreven, geldt dat de bestaande verticale bouwdiepte als ten laagste toelaatbaar mag worden aangehouden;
  2. Ingeval van herbouw is lid a uitsluitend van toepassing, indien:
    1. de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt en
    2. deze herbouw plaatsvindt na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  3. Op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het Overgangsrecht bouwwerken als opgenomen in dit plan niet van toepassing.
4 Overgangs- en slotregels
Artikel 7 Overgangsrecht
7.1 Overgangsrecht bouwwerken
7.1.1 Algemeen
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
  • gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
 
7.1.2 Afwijking
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in artikel 7 lid 1.1  een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 7 lid 1.1  met maximaal 10%.
 
7.1.3 Uitzondering
artikel 7 lid 1.1  is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
 
7.2 Overgangsrecht gebruik
  
7.2.1 Algemeen
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
 
7.2.2 Strijdig gebruik
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 7 lid 2.1 , te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
 
7.2.3 Onderbroken gebruik
Indien het gebruik, bedoeld in artikel 7 lid 2.1 , na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
 
7.2.4 Uitzonderingen
artikel 7 lid 2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
  
Artikel 8 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: regels van het bestemmingsplan 'Paraplu Bestemmingsplan Grondwater' van de gemeente Noordwijk.