direct naar inhoud van Artikel 14 Wonen
Plan: Estec en de Noordwijkse bedrijvenparken
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0575.BPBedrijven-ON01

Artikel 14 Wonen

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. aan huis verbonden beroepen en bedrijven;
  • c. tuinen en erven;
  • d. aan de functie als bedoeld onder a en b gebonden (ondergrondse) parkeervoorzieningen;
  • e. bij de bestemming behorende voorzieningen waaronder groen, water, erven, tuinen en paden.

14.2 Bouwregels
14.2.1 Algemeen

Op en onder de in lid 14.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, waarbij de volgende regels gelden.

14.2.2 Hoofdgebouwen

Voor hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen en ondergrondse parkeervoorzieningen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. maximum bebouwingspercentage binnen het bouwvlak: 100%;
  • c. als hoofdgebouwen zijn uitsluitend vrijstaande en (twee) aaneengebouwde woningen toegestaan;
  • d. maximum bouwhoogte: zoals met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' staat aangegeven;
  • e. maximum goot- en bouwhoogte: zoals met de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' staat aangegeven;
14.2.3 Dakkapellen

In aanvulling op het bepaalde in 14.2.2 sub e is het bouwen van dakkapellen toegestaan, waarbij de volgende regels gelden:

  • a. bij meerdere dakkapellen op één dakvlak of op meerdere aaneengesloten dakvlakken zijn de dakkapellen regelmatig gerangschikt op horizontale lijn, dus niet boven elkaar;
  • b. bij een individueel hoofdgebouw is een dakkapel gecentreerd in het dakvlak of gelijk aan de geleding van de gevel;
  • c. de onderzijde van een dakkapel is meer dan 0,5 meter en minder dan 1,0 meter boven de dakvoet gelegen;
  • d. de bovenzijde van een dakkapel is meer dan 0,5 meter onder de daknok gelegen, met uitzondering van plaatsing in het achterdakvlak;
  • e. op een mansardedak is een dakkapel alleen toegestaan in het onderste deel van het dakvlak, met de bovenkant gelijnd aan de knik in het dakvlak;
  • f. op het voordakvlak:
    • 1. is niet meer dan één dakkapel per hoofdgebouw toegestaan;
    • 2. de zijkanten van een dakkapel zijn meer dan 0,80 meter uit het hart van de woningscheidende bouwmuur of vanaf de buitenzijde van de zijgevel gelegen, met dien verstande dat bij twee-onder-één-kap woningen ook één gecentreerde dakkapel op het gezamenlijke dakvlak mogelijk is;
    • 3. de hoogte van een dakkapel is maximaal 1,50 meter, gemeten vanaf de voet van de dakkapel tot de bovenzijde van het boeibord of de daktrim;
    • 4. de breedte van een dakkapel is maximaal 2/3 van de breedte van het dakvlak, gemeten tussen het hart van de woningscheidende bouwmuren of buitenzijde van de gevels';
  • g. op het zijdakvlak:
    • 1. zijn de zijkanten van een dakkapel meer dan 0,50 meter uit het hart van de scheidende bouwmuur of vanaf de buitenzijde van de gevel gelegen;
    • 2. is de hoogte van een dakkapel maximaal 1,75 meter, gemeten vanaf de voet van de dakkapel tot de bovenzijde van het boeibord of de daktrim;
    • 3. is de breedte van een dakkapel maximaal 2/3 van de breedte van het dakvlak, gemeten tussen het hart van de woningscheidende bouwmuren of de buitenzijde van de gevels.
14.2.4 Bijbehorende bouwwerken

Voor bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. ondergrondse parkeervoorzieningen en zelfstandig bewoonde bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. overige bijbehorende bouwwerken mogen zowel binnen het bouwvlak als in het achtererfgebied worden gebouwd;
  • c. voor aangebouwde bijbehorende bouwwerken:
    • 1. de goot- en/of bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag plus 0,3 meter;
    • 2. indien gebouwd aan de oorspronkelijke zijgevel mag de diepte niet meer bedragen dan 2,5 meter;
  • d. de goot- en bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 3 respectievelijk 4,5 meter bedragen;
  • e. het totale oppervlak van alle bijbehorende bouwwerken in het achtererfgebied mag niet meer bedragen dan 50% van het bebouwbare erf, tot een maximum van:
    • 1. 45 m² bij aaneengesloten woningen;
    • 2. 60 m² bij halfvrijstaande en vrijstaande woningen;
  • f. de afstand tot openbaar toegankelijk gebied dient minimaal 1 meter te bedragen.
14.2.5 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. andere bouwwerken mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan:
    • 1. 1 meter voor erf- en terreinafscheidingen die zich in het voorerfgebied bevinden;
    • 2. 2 meter voor erf- en terreinafscheidingen die zich in het achtererfgebied bevinden;
    • 3. 2 meter voor overige andere bouwwerken.

14.3 Specifieke gebruiksregels

Voor de in het lid 14.1 genoemde gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. voor aan huis verbonden beroep en bedrijf geldt:
    • 1. de woonfunctie blijft als hoofdfunctie gehandhaafd;
    • 2. uitsluitend activiteiten worden uitgevoerd als bedoeld in categorie 1 en 2 van de bijlage 'Staat van Bedrijfsactiviteiten - overig' dan wel activiteiten die naar hun aard en omvang gelijk te stellen zijn aan de genoemde categorieën;
    • 3. de bedrijfs/beroepsactiviteiten worden door de bewoner(s) uitgeoefend;
    • 4. maximaal 1/3e deel van het totale oppervlak van de woning, inclusief bijbehorende bouwwerken, wordt gebruikt ten behoeve van de de bedrijfs/beroepsactiviteiten, met een maximum van 50 m²;
    • 5. lichtreclame is niet toegestaan;
    • 6. horeca en/of detailhandel zijn niet toegestaan;
    • 7. bed & breakfast en gastouderopvang zijn wel toegestaan;