Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bestemmingsplan Lekdijk naast 82
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0571.BPlekdijknaast82-VG01

4.6 Luchtkwaliteit

De Eerste Kamer heeft op 9 oktober 2007 het wetsvoorstel voor de wijziging van de ‘Wet milieubeheer’ goedgekeurd (Stb. 2007, 414). Omdat hoofdstuk 5 titel 2 handelt over luchtkwaliteit staat de nieuwe titel 2 bekend als de 'Wet luchtkwaliteit'. De Wet luchtkwaliteit introduceert het onderscheid tussen ‘kleine’ en ‘grote’ projecten. Kleine projecten dragen ‘niet in betekenende mate’ bij aan de luchtkwaliteit. Een paar honderd grote projecten dragen juist wel ‘in betekenende mate’ bij aan de verslechtering van de luchtkwali-teit. Het gaat vooral om bedrijventerreinen en infrastructuur (wegen). Wat het begrip ‘in betekenende mate’ precies inhoudt, staat in een AMvB. Op hoofdlijnen komt het erop neer dat ‘grote’ projecten die jaarlijks meer dan 3 procent bijdragen aan de jaargemiddelde norm voor fijn stof en stikstofdioxide (1,2 microgram per m3) een ‘betekenend’ negatief effect hebben op de luchtkwaliteit. ‘Kleine’ projecten die minder dan 3 procent bijdragen, kunnen doorgaan zonder toetsing. Dat betekent bijvoorbeeld dat lokale overheden een woonwijk van minder dan 1.500 huizen niet hoeven te toetsen aan de normen voor luchtkwaliteit. Deze kwantitatieve vertaling naar verschillende functies is neergelegd in de Regeling niet-in betekenende mate bijdragen.
 
Bovenstaande is nog niet in werking omdat dit verband houdt met het Nationaal Samenwerkingsprogram-ma Luchtkwaliteit (NSL). Zolang het NSL nog niet in werking is getreden en er dus nog geen besluitvorming is over de maatregelen, hanteert de AMvB tijdelijk een lagere grens voor ‘in betekenende mate’: 1 procent in plaats van de bovengenoemde 3 procent, ofwel 500 woningen in plaats van 1.500. Zolang het NSL nog niet van kracht is, kunnen projecten boven de 1 procent alleen doorgang vinden als projectsaldering wordt toegepast. Als ‘bijlage’ bij de wet is een handreiking verschenen (mei 2008) op basis waarvan de gemeentelijke overheid kan bepalen of een project aan te merken is als een ‘niet in betekende mate’ project. In het NSL worden de effecten van projecten die ‘niet in betekenende mate bijdragen’ verdisconteerd in de autonome ontwikkeling. Het NSL omvat dus alle cumulatieve effecten van (ruimtelijke) activiteiten op de luchtkwaliteit. In de handreiking wordt de NIBM-grens voor woningbouwlocaties bereikt bij 500 woningen (netto) of 33.333 m2 kantoren bij minimaal 1 ontsluitingsweg, en 1000 woningen of 66.666 m2 bij minimaal 2 ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling.
 
Conclusie
Gezien de genoemde kengetallen in de handleiding NIBM is het duidelijk dat de planbijdrage onder de nu geldende drempel van 1% blijft. Aanvullend onderzoek is niet noodzakelijk.