De regels die deel uitmaken van het vigerende bestemmingsplan zijn, voor zover relevant en met uitzondering van de overgangs- en slotregels, op deze wijziging van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat indien in het vigerende bestemmingsplan verwezen wordt naar de verbeelding (plankaart), de bij het plan behorende verbeelding wordt bedoeld.