direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Bestemmingsplan Kern Nieuwkoop, 1e herziening
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0569.bpNKPkernaanpomis-va01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Het bestemmingsplan "Kern Nieuwkoop" is op 30 mei 2013 vastgesteld. Het plan is op 1 november 2013 in werking getreden. De vaststelling van het plan is (deels) onherroepelijk sinds 14 januari 2015. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft op die datum uitspraak gedaan over de ingestelde beroepen (uitspraak 201306604/1/R4) . Het bestemmingsplan is vernietigd voor wat betreft de planregeling voor een aantal percelen. Voor deze percelen is separaat een "reparatie"bestemmingsplan vastgesteld.

Bij de toepassing van het bestemmingsplan is gebleken dat er sprake is van een aantal onvolkomenheden danwel van de noodzaak om een aantal zaken aan te vullen of anders te regelen. Dit betreft zowel de verbeelding, als de planregels van het bestemmingsplan. Het voorliggende bestemmingsplan "Kern Nieuwkoop, 1e herziening" strekt tot de aanpassing van een en ander.

1.2 Ligging van het plangebied

Nieuwkoop is één van de grotere kernen binnen de gemeente Nieuwkoop. Het plangebied bestaat voornamelijk uit woonbebouwing, een aantal bedrijven plus een bedrijventerrein, enkele maatschappelijke voorzieningen en detailhandel. De begrenzing van het plangebied is als volgt:

In westelijke, oostelijke en noordelijke richting grenst het gebied aan agrarische gronden. In zuidelijke richting grenst het gebied aan de Nieuwkoopse plassen. Voor een indruk van de situering van het plangebied wordt verwezen naar onderstaande afbeelding.

afbeelding "i_NL.IMRO.0569.bpNKPkernaanpomis-va01_0001.png"

Situering plangebied "Kern Nieuwkoop"

Het belangrijkste doel van dat bestemmingsplan "Kern Nieuwkoop" was het beheer van de bestaande situatie. In hoofdzaak is destijds de bestaande situatie vastgelegd.

1.3 Leeswijzer

Onderstaand zal worden aangegeven welke onvolkomenheden zijn geconstateerd in het bestemmingsplan "Kern Nieuwkoop", danwel welke aanpassingen van het bestemmingsplan gewenst worden geacht. Daarbij wordt per onderwerp aangegeven op welke punten de verbeelding en/of de planregels worden aangepast danwel aangevuld.

Hoofdstuk 2 Aanpassingen

2.1 Maximale goot- en bouwhoogtes

Constatering:

Er is geconstateerd dat de maximale goot- en/of bouwhoogtes niet uitputtend geregeld zijn in de planregels jo. de verbeelding van het bestemmingsplan. Voorts kan worden opgemerkt dat op 29 november 2014 de Reparatiewet BZK in werking is getreden. Daarmee is de wettelijke grondslag voor de stedenbouwkundige bepalingen in de bouwverordening vervallen. De stedenbouwkundige voorschriften uit de bouwverordening zullen geleidelijk via overgangsrecht "uitsterven". Om die reden dienen de maximale goot- en/of bouwhoogtes nu uitputtend in het bestemmingsplan te worden geregeld.

Aanpassing:
De regeling van de maximale goot- en bouwhoogtes behoeft aanvulling voor wat betreft de volgende bestemmingen:

  • Er is in artikel 4.2.1, onder c, (bestemming "Bedrijf") bepaald dat de maximale goot- en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen niet meer mag bedragen dan aangeduid op de verbeelding. De meeste bouwvlakken met deze bestemming zijn van een bouwaanduiding voorzien; bij een enkel bouwvlak ontbreekt een dergelijke aanduiding. Genoemd artikel wordt aangevuld met: "daar waar op de verbeelding geen bouwaanduiding "maximale goot- en bouwhoogte" is opgenomen, mag de goot- respectievelijk bouwhoogte niet meer bedragen dan de bestaande goot- respectievelijk bouwhoogte ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan".
  • Er is in artikel 6.2.1, onder c, (bestemming "Centrum") bepaald dat de maximale goot- en bouwhoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan aangeduid op de verbeelding. De meeste bouwvlakken met deze bestemming zijn van een bouwaanduiding voorzien; bij een enkel bouwvlak ontbreekt een dergelijke aanduiding. Genoemd artikel wordt aangevuld met: "daar waar op de verbeelding geen bouwaanduiding "maximale goot- en bouwhoogte" is opgenomen, mag de goot- respectievelijk bouwhoogte niet meer bedragen dan de bestaande goot- respectievelijk bouwhoogte ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan".
  • Er is in artikel 7.2.1, onder c, (bestemming "Gemengd") bepaald dat de maximale goot- en bouwhoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan aangeduid op de verbeelding. De meeste bouwvlakken met deze bestemming zijn van een bouwaanduiding voorzien; bij een enkel bouwvlak ontbreekt een dergelijke aanduiding. Genoemd artikel wordt aangevuld met: "daar waar op de verbeelding geen bouwaanduiding "maximale goot- en bouwhoogte" is opgenomen, mag de goot- respectievelijk bouwhoogte niet meer bedragen dan de bestaande goot- respectievelijk bouwhoogte ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan".
  • Er is in artikel 9.2.1, onder c, (bestemming "Horeca") bepaald dat de maximale goot- en bouwhoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan aangeduid op de verbeelding. De meeste bouwvlakken met deze bestemming zijn van een bouwaanduiding voorzien; bij een enkel bouwvlak ontbreekt een dergelijke aanduiding. Genoemd artikel wordt aangevuld met: "daar waar op de verbeelding geen bouwaanduiding "maximale goot- en bouwhoogte" is opgenomen, mag de goot- respectievelijk bouwhoogte niet meer bedragen dan de bestaande goot- respectievelijk bouwhoogte ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan".
  • Er is in artikel 11.2.1, onder c, (bestemming "Maatschappelijk") bepaald dat de maximale goot- en bouwhoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan aangeduid op de verbeelding. De meeste bouwvlakken met deze bestemming zijn van een bouwaanduiding voorzien; bij een enkel bouwvlak ontbreekt een dergelijke aanduiding. Genoemd artikel wordt aangevuld met: "daar waar op de verbeelding geen bouwaanduiding "maximale goot- en bouwhoogte" is opgenomen, mag de goot- respectievelijk bouwhoogte niet meer bedragen dan de bestaande goot- respectievelijk bouwhoogte ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan".
  • Er is in artikel 12.2.1, onder c, (bestemming "Recreatie") bepaald dat de maximale goot- en bouwhoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan aangeduid op de verbeelding. De meeste bouwvlakken met deze bestemming zijn van een bouwaanduiding voorzien; bij een enkel bouwvlak ontbreekt een dergelijke aanduiding. Genoemd artikel wordt aangevuld met: "daar waar op de verbeelding geen bouwaanduiding "maximale goot- en bouwhoogte" is opgenomen, mag de goot- respectievelijk bouwhoogte niet meer bedragen dan de bestaande goot- respectievelijk bouwhoogte ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan".
  • Er is in artikel 20.2.1, onder h, (bestemming "Wonen") (onder meer) bepaald dat de goot- en bouwhoogte van de hoofdgebouwen niet meer mag bedragen dan respectievelijk 6 meter en 10 meter met dien verstande dat ter plaatse van de bouw aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte" op de verbeelding, de maximale goot- en bouwhoogte niet meer mag bedragen dan is weergegeven op de verbeelding. Er is slechts voor een enkel bouwvlak met deze bestemming sprake van een dergelijke aanduiding. Voor de situaties waarin de goot- of bouwhoogte meer bedragen dan 6 meter respectievelijk 10 meter zonder dat er sprake is van een bouwaanduiding op de verbeelding wordt aan de desbetreffende regel toegevoegd: "indien de bestaande goot- of bouwhoogte reeds meer bedraagt dan respectievelijk 6 meter en 10 meter en er geen bouwaanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' op de verbeelding is opgenomen, mag de goot- respectievelijk bouwhoogte niet meer bedragen dan de bestaande goot- respectievelijk bouwhoogte ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan."
  • Er is in artikel 21.2.1 ("Wonen-Woonwagenstandplaats") onder meer bepaald dat de goot- en bouwhoogte woonwagens niet meer mag bedragen dan op de verbeelding is aangegeven. Het desbetreffende bestemmingsvlak is echter niet voorzien van dergelijke aanduidingen. Op de verbeelding is een bouwaanduiding toegevoegd inhoudende dat de bouwhoogte maximaal 4.50 meter mag bedragen en de goothoogte maximaal 3.50 meter.

Constatering:

De oorspronkelijke omschrijving van het begrip "goothoogte van een bouwwerk" blijkt in de praktijk ruimte te laten voor ongewenste "dakvormen" in die zin dat een extra volledige bouwlaag zou kunnen worden gerealiseerd.

Aanpassing:

Artikel 2.2 ("Wijze van meten") is betreffende de wijze van meten van de goothoogte van een bouwwerk aangevuld met: "boven de goothoogte zijn geen platte daken toegestaan, behoudens op dakkapellen en behoudens ter plekke van de bouwaanduiding "plat dak".

2.2 Parkeren

Constatering:

Op 29 november 2014 is de Reparatiewet BZK in werking getreden. Daarmee is de wettelijke grondslag voor de stedenbouwkundige bepalingen in de bouwverordening vervallen. De stedenbouwkundige voorschriften uit de bouwverordening zullen geleidelijk via overgangsrecht "uitsterven". Dientengevolge moeten voortaan (onder meer) de parkeernormen in de bestemmingsplannen worden opgenomen; voor vigerende bestemmingsplannen geldt een overgangstermijn tot 1 juli 2018. In artikel 3.1.2, lid 2, onder a, van het Besluit ruimtelijke ordening is bepaald dat ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening een bestemmingsplan regels kan bevatten, waarvan de uitleg bij de uitoefening van een daarbij aangegeven bevoegdheid, afhankelijk wordt gesteld van beleidsregels. Dit is momenteel uitsluitend geregeld voor één van de planregels deel uitmakende wijzigingsbevoegdheid.

Aanpassing:

De algemene bouwregels (artikel 29) worden aangevuld met artikel 29.7 ("Parkeren") inhoudende de regel dat bebouwing uitsluitend is toegestaan mits voldoende parkeerplaatsen in de directe omgeving aanwezig zijn en beschikbaar worden gehouden conform de parkeernormen zoals opgenomen in de als bijlage 4 bij de planregels opgenomen gemeentelijke parkeernota (zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 17 september 2015). Er wordt tevens een afwijkingsbevoegdheid opgenomen voor het geval dat naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is verzekerd dat er op andere wijze in toereikende parkeergelegenheid wordt voorzien.

De gebruiksbepalingen bij de desbetreffende bestemmingen worden aangevuld met de bepaling dat gebruik uitsluitend is toegestaan mits voldoende parkeerplaatsen in de directe omgeving aanwezig zijn en beschikbaar worden gehouden conform de parkeernormen zoals opgenomen in de als bijlage 4 bij de planregels opgenomen gemeentelijke parkeernota, tenzij naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is verzekerd dat er op andere wijze in toereikende parkeergelegenheid is voorzien.

Er wordt aan artikel 32 "Algemene wijzigingsregels" toegevoegd dat burgemeester en wethouders het plan ook kunnen wijzigen in die zin dat de bij de regels behorende parkeernota kan worden vervangen door een actuelere versie.

2.3 Algemene bouwregels

Constatering:

De afwijkingsmogelijkheden ten behoeve van ondergronds bouwen zijn nu verdeeld over artikel 29.2.3 en artikel 29.5. Dit verlaagt de lees-/vindbaarheid.

Aanpassing:

Het bepaalde in artikel 29.2.3. is verplaatst naar artikel 29.5.
Laatstbedoeld artikel is gesplitst in artikel 29.5.1 en artikel 29.5.2.

2.4 Veiligheidszone - lpg

Constatering:

Er is op de verbeelding rondom het LPG-tankstation aan de Nieuwveenseweg voor een zone van 150 meter rondom het LPG vulpunt een gebiedsaanduiding "veiligheidszone - LPG" opgenomen. Ter plaatse van deze aanduiding 'veiligheidszone - lpg' geldt dat de aldus aangeduide gronden ook zijn bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met een aanwezige lpg-installatie. Ter plaatse geldt primair het bepaalde ten aanzien van deze zone; de regels van de hoofdbestemming zijn uitsluitend van toepassing voor zover deze niet in strijd zijn met het bepaalde ten aanzien van de veiligheidszone. Ter plaatse van de aanduiding mogen geen nieuwe gebouwen ten behoeve van (beperkt) kwetsbare objecten worden gebouwd (zie artikel 30.1). Dit absolute bouwverbod is een te grote beperking en niet in zijn algemeenheid noodzakelijk vanwege de externe veiligheid.

Aanpassing:

Het bepaalde in artikel 30.1 is aangevuld met een afwijkingsbevoegdheid inhoudende dat het bevoegd gezag door middel van een omgevingsvergunning kan afwijken van het bouwverbod mits de afstand tot het vulpunt ten minste 35 meter bedraagt (gelet op de vergunde maximale doorzet van 1000 m3/jaar), de afstand tot het reservoir ten minste 25 meter bedraagt en de afstand tot de afleverzuil ten minste 15 meter bedraagt (waarmee wordt voldaan aan de grenswaarde plaatsgebonden risico 10-6) en het bevoegd gezag de hoogte van het groepsrisico verantwoord acht (waarbij de hoogte van het groepsrisico en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid worden afgewogen).

2.5 Nieuwbouw Buytewech-Oost

Constatering:

Het bestemmingsplan "Kern Nieuwkoop" moet worden aangepast in verband met de realisering van de woningen in Buytewech-Oost (in afwijking van het bestemmingsplan). Hetzelfde geldt voor het mogelijk maken van de beoogde realisering van woon-/werkwoningen in de 2e fase.

Aanpassing:

De (situering van de) bestemmingsvlakken "Woongebied" (wordt "Wonen"), "Bedrijf", "Verkeer" en "Water" is/zijn aangepast aan de vergunde, danwel reeds gerealiseerde invulling van dit deel van de woningbouwlocatie.

De bestemming van de locatie voor de beoogde woon/werkwoningen is gewijzigd van de bestemming "Bedrijf" in de bestemming "Wonen" met de specifieke aanduiding "specifieke vorm van wonen - woon/werkwoningen". Er wordt bepaald dat binnen het desbetreffende bouwvlak maximaal vijf woon-/werkeenheden mogen worden gerealiseerd. In de planregels c.q. op de verbeelding worden de maximale bouwmaten en de minimale afstand tot de zijdelingse perceelgrens nader bepaald. Tevens wordt bepaald dat:

  • minimaal 30% van de vloeroppervlakte moet worden gebruikt voor het wonen;
  • maximaal 50 % van de vloeroppervlakte mag worden gebruikt voor het wonen;
  • de resterende vloeroppervlakte is bestemd voor bedrijven en/of het uitoefenen van bedrijfsactiviteiten tot en met categorie 2 zoals genoemd in de Lijst van bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regels.

2.6 Maximaal aantal woningen Windhaak

Constatering:

Het maximum aantal wooneenheden binnen het desbetreffende bouwvlak is bepaald op "6". Dit moet "8" worden teneinde ook de realisering van twee woningen-onder-één-kap mogelijk te maken.

Aanpassing:

Desbetreffende maatvoering "maximum aantal wooneenheden" op de verbeelding is gewijzigd van "6" naar "8".

2.7 Woonwagenstandplaatsen Buytewech

Constatering:

Bouwvlak en hoogtematen ontbreken op de verbeelding voor wat betreft de woonwagenstandplaatsen (op de hoek Blaasbalg/Klinkhamer). Hetzelfde geldt voor wat betreft de aanduiding "maximum aantal wooneenheden".

Aanpassing:

De verbeelding is ter plekke van de gronden met de bestemming "Wonen - Woonwagenstandplaats" voorzien van een bouwvlak, De verbeelding is voor wat betreft het bestemmingsvlak "Wonen-Woonwagenstandplaats" tevens voorzien van een aanduiding van het "maximum aantal wooneenheden" (in casu 3). Tevens is het bouwvlak voorzien van een bouwaanduiding met betrekking tot de maximale goot- en bouwhoogte (in casu 3,50 meter respectievelijk 4,50 meter) (zie ook bovenstaande paragraaf 2.1, laatste aandachtspunt).

2.8 Functieaanduiding maximale bedrijfscategorie

Constatering:

De maximale bedrijfscategorie ontbreekt op de verbeelding bij een groot aantal (kleinere) bestemmingsvlakken "Bedrijf".

Aanpassing:

De planregels zijn in die zin aangevuld dat ter plekke van de bestemmingsvlakken met de bestemming "Bedrijf" een bedrijf en/of het uitoefenen van bedrijfsactiviteiten is/zijn toegestaan tot en met categorie 2 als genoemd in de lijst van bedrijfsactiviteiten, tenzij op de verbeelding een andere maximale categorie is aangegeven of een specifieke functieaanduiding is aangegeven. De functieaanduiding "bedrijf van categorie 1" wordt verwijderd van bestemmingsvlakken "Bedrijf" ter plekke van de bedrijfspercelen Nieuwveenseweg 29 en 39.

2.9 Perifere detailhandel

Constatering:

Er is in artikel 5.6.2 ("Bedrijventerrein") bepaald dat het bevoegd gezag door middel van een omgevingsvergunning kan afwijken van het bepaalde in artikel 5.1, sub i (inhoudende dat ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel perifeer' op de verbeelding tevens perifere detailhandel met een bedrijfsvloeroppervlak van maximaal 1000 m² is toegestaan) ten behoeve van perifere detailhandel van meer dan 1.000 m2 bedrijfsvloeroppervlak onder de voorwaarden dat:

a. voorafgaand onderzoek dient plaats te vinden naar de bovengemeentelijke effecten van de nieuwe vestiging;

b. overleg dient plaats te vinden met het regionaal economische overlegorgaan.

Deze regeling is niet meer conform de provinciale verordening (in casu het besluit van Provinciale Staten van 4 maart 2015 tot partiële wijziging van de Verordening ruimte 2014 inzake hervorming advisering over detailhandelsplannen (NL.IMRO.9928.DOSx2012x1006876VO-VA01), in werking getreden op 1 juli 2015). Deze luidt als volgt:

Provinciale Verordening Artikel I, A, 2

Regionaal economisch overleg wordt:

"adviescommissie detailhandel Zuid-Holland: onafhankelijk adviesorgaan dat de gemeentelijke onderbouwing van een nieuwe detailhandelsontwikkeling op kwantitatieve en kwalitatieve behoefte en de ruimtelijke effecten van de ontwikkeling, zoals woon- en leefklimaat en leegstand, objectief valideert"

Provinciale Verordening Artikel 2.1.4 Detailhandel

Ontwikkelingen groter dan 1.000 m2 buiten de centra

Voor zover de nieuwe detailhandel, bedoeld in het derde lid onder e, f en g een omvang heeft van meer dan 1.000 m² bruto vloeroppervlak, voorziet het bestemmingsplan hier uitsluitend in als is aangetoond dat het woon- en leefklimaat niet onevenredig wordt aangetast en geen onaanvaardbare leegstand ontstaat. Mede met het oog hierop is advies gevraagd aan de adviescommissie detailhandel Zuid-Holland.

Het bepaalde in het derde lid luidt onder:

  • a. ..................
  • b. ..................
  • c. ..................
  • d. ..................
  • e. ..................
  • f. tuincentra met een omvang van minimaal 1.000 m² bruto vloeroppervlak, en
  • g. bouwmarkten met een omvang van minimaal 1.000 m² bruto vloeroppervlak.

Aanpassing:

Artikel 5.6.2. ("Afwijken van het bepaalde in artikel 5.1.sub i") van de bestemmingsplanregels wordt

vervangen door:

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel

5.1. sub i, ten behoeve van de volgende vormen van perifere detailhandel:

  • a. tuincentra met een omvang van meer dan 1.000 m² bruto vloeroppervlak;
  • b. bouwmarkten met een omvang van meer dan 1.000 m² bruto vloeroppervlak;
  • c. andersoortige vormen van perifere detailhandel met een lokale binding en een omvang van meer dan 1.000 m2 bruto vloeroppervlak;

mits:

  • 1. is aangetoond dat het woon- en leefklimaat niet onevenredig wordt aangetast;
  • 2. geen onaanvaardbare leegstand ontstaat;
  • 3. advies is gevraagd aan de adviescommissie detailhandel Zuid-Holland.

2.10 Webwinkels

Constatering:

De omschrijving van het begrip "webwinkel" (artikel 1.78) sluit niet aan bij hetgeen bij verschillende bestemmingen nader is geregeld. De verschillen betreffen het al dan niet toestaan van opslag, een showroom en/of een uitleverpunt.

Aanpassing:

De omschrijving van het begrip "webwinkel" wordt beperkt tot "detailhandel waarvan de handel via internet verloopt". De nadere regeling vindt plaats in de regels van de desbetreffende bestemmingen. Dit leidt tot aanpassing van de volgende onderdelen van de planregels:

  • Er wordt aan artikel 6.1 ("Centrum") toegevoegd "k: webwinkels waarbij opslag, een uitleverpunt en showroom zijn toegestaan; de oppervlakte van een uitleverpunt en showroom bedraagt gezamenlijk maximaal 30 m² bvo;"(onder vernummering van de volgende onderdelen van artikel 6.1).
  • In artikel 7.1. ("Gemengd") onder k, wordt "zonder uitleverpunt" gewijzigd in "waarbij opslag en een uitleverpunt zijn toegestaan; de gezamenlijke oppervlakte bedraagt maximaal 30 m² bvo;"
  • In artikel 10.1 ("Kantoor") onder d, wordt "zonder uitleverpunt" gewijzigd in "waarbij opslag, een uitleverpunt en showroom zijn toegestaan; de oppervlakte van een uitleverpunt en showroom bedraagt gezamenlijk maximaal 30 m² bvo;"
  • Aan artikel 20.1 ("Wonen") onder b, wordt toegevoegd: "en webwinkels met opslag en een uitleverpunt met een gezamenlijke oppervlakte tot 30 m2 bvo".

2.11 Regeling "paracommerciële" horeca en zaalverhuur

Constatering:

Het bestemmingsplan voorziet op een aantal locaties niet in ondergeschikte commerciële activiteiten (inclusief zaalverhuur). Dit betreft onder meer gebouwtjes bij kerken en bij speeltuinverenigingen. Er bestaan geen bezwaren tegen ondergeschikte horeca-activiteiten al dan niet in combinatie met zaalverhuur op die plekken.

Aanpassing:

De desbetreffende gebouwen zijn op de verbeelding voorzien van de functieaanduiding "horeca van categorie 1" als genoemd in bijlage 2 van de Lijst van Horecabedrijven, in casu "lichte horeca" (in voorkomende gevallen aangevuld met de aanduiding "specifieke vorm van maatschappelijk - verhuur zaalruimte"). Dit betreft:

  • Parochiehuis Dorpsstraat 39 (bestemming "Maatschappelijk");
  • Kosterij Dorpsstraat 133 (bestemming "Gemengd");
  • Speeltuin Zuideinde, gelegen achter Zuideinde 153 (bestemming "Recreatie");
  • Speeltuin De Zudde, gelegen naast Reigerstraat 27 (bestemming "Recreatie");
  • Gebouw Eensgezind Elleboogvaart 1a (bestemming "Maatschappelijk").
  • Zevensprong Noordenseweg 23 (bestemming "Maatschappelijk").

De regels bij de bestemmingen "Gemengd", "Maatschappelijk" en "Recreatie" zijn in die zin aangepast dat in voorkomende gevallen ook zaalverhuur is toegestaan.

Er wordt aan artikel 7.1 ("Gemengd"), onder g, toegevoegd:

"ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van maatschappelijk - verhuur zaalruimte" tevens voor zaalverhuur;"

Er wordt aan artikel 11.1 ("Maatschappelijk"), onder d, toegevoegd:

"ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van maatschappelijk - verhuur zaalruimte" tevens voor zaalverhuur;"

Er wordt aan artikel 12.1 ("Recreatie"), onder n, toegevoegd:

"ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van maatschappelijk - verhuur zaalruimte" tevens voor zaalverhuur;"

2.12 Bedrijf aan huis

Constatering:

In regels bij de bestemming "Wonen" wordt in artikel 20.6.1 onder b, sub 1 en 2, ("Afwijken van de gebruiksregels") ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis in het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken ten onrechte verwezen naar het Besluit omgevingsrecht.

Aanpassing:

De desbetreffende regel in die zin aangepast dat wordt verwezen naar de categorieën 1 of 2 zoals

vermeld in de Lijst van bedrijfsactiviteiten (bijlage 1 bij de planregels).

2.13 Planregeling herbouw aan-een-te-bouwen woningen

Constatering:

In artikel 20.2.1, onder e, ("Wonen") is bepaald dat bij herbouw hoofdgebouwen die op het moment van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan aaneen zijn gebouwd, opnieuw aaneengebouwd dienen te worden. Dit wordt te stringent geacht.

Aanpassing:

Artikel 20 wordt aangevuld met een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid terzake met als voorwaarden dat afwijking van de genoemde verplichting slechts mogelijk is indien het stedenbouwkundig beeld ter plaatse niet wordt verstoord, geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan of kunnen ontstaan, de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad of kunnen worden geschaad en de situatie uit een oogpunt van milieu aanvaardbaar zal zijn (artikel 20.4.3).

2.14 Planregeling herbouw binnen grenzen te slopen hoofdgebouw

Constatering:

Er is in artikel 20.2.1, onder f, ("Wonen") bepaald dat bij herbouw ten minste 80% van het te herbouwen hoofdgebouw gelegen dient te zijn binnen de grenzen van het te slopen hoofdgebouw. Dit wordt te stringent geacht.

Aanpassing:

Artikel 20 wordt aangevuld met een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid terzake met als voorwaarden dat afwijking van het genoemde percentage slechts mogelijk is indien het stedenbouwkundig beeld ter plaatse niet wordt verstoord, geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan of kunnen ontstaan, de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad of kunnen worden geschaad en de situatie uit een oogpunt van milieu aanvaardbaar zal zijn (artikel 20.4.3).

2.15 Bebouwing erfgebied

Constatering:

Binnen de bestemmingen "Agrarisch" (artikel 3), "Bedrijf" (artikel 4) , "Bedrijventerrein" (artikel 5), "Centrum" (artikel 6) , "Gemengd" (artikel 7) , "Horeca" (artikel 9) , "Kantoor" (artikel 10), "Maatschappelijk" (artikel 11), "Recreatie" (artikel 12) , "Woongebied" (artikel 22) zijn bijbehorende bouwwerken - behalve binnen het bouwvlak - uitsluitend toegestaan in het "achtererfgebied" (in artikel 1.7 omschreven als "Erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant, van het hoofdgebouw"). Hierdoor is er op het zijerf dat naar openbaar water gekeerd is, sprake van een bouwverbod, hetgeen te zeer beperkend is.

Aanpassing:

In desbetreffende onderdelen van de planregels wordt de term "achtererfgebied" vervangen door de term "erfgebied". Dit laatstgenoemde begrip is in artikel 1.35 als volgt omschreven: "Erf aan de achterkant van het hoofdgebouw en op meer dan 1 meter van de voorkant van het hoofdgebouw." Aldus is de bouwregeling minder (onnodig) beperkend.

2.16 Dakterrassen

Constatering:

Een regeling voor dakterrassen en bijbehorende afscheiding ontbreekt.

Aanpassing:

Er wordt aan artikel 29 ("Algemene bouwregels") een artikel 29.6 "Dakterrassen" toegevoegd luidende: Dakterrassen zijn toegestaan mits de hoogte van de afscheiding niet meer dan 1,20 m bedraagt, gemeten vanaf de bovenkant van het plat dak en geen andere bouwwerken op het dakterras worden opgericht.

Artikel 2.2. ("Wijze van meten") wordt betreffende de wijze van meten van de goothoogte in die zin aangevuld dat de hoogte van de afscheiding van een dakterras bij de bepaling van de goothoogte buiten beschouwing wordt gelaten.

2.17 Bestemming "Tuin"

Constatering:

Bij een aantal woningen zijn aan de voorzijde bijgebouwen/uitbouwen toegestaan op gronden met de bestemming "Tuin". Daarvoor is op de verbeelding een aparte bouwaanduiding "bijgebouwen" opgenomen. In de bestemmingsomschrijving komt de woonfunctie niet uitdrukkelijk naar voren.

Aanpassing:

De bestemmingsomschrijving voor de bestemming "Tuin" (artikel 14.1) wordt aangevuld met een nieuw lid:

"i. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' op de verbeelding, tevens voor bijgebouwen behorende bij en met dezelfde functie als het hoofdgebouw op hetzelfde perceel".

2.18 Bestemming "Water"

Constatering:

Er wordt in artikel 17.6.1 bepaald dat uitsluitend vergunning nodig is voor het aanleggen, veranderen of dempen van watergangen. Het in het bestemmingsplan meegenomen deel van de Nieuwkoopse Plas heeft ook de bestemming "Water" gekregen. De plas is echter niet aan te merken als een "watergang" en dus zou de vergunningplicht ten onrechte niet gelden voor de plas.

Aanpassing:

Het bepaalde in artikel 17.6.1, onder a, wordt in die zin aangevuld dat de vergunningplicht voor het aanleggen, veranderen of dempen van watergangen ook geldt voor water in algemene zin.

2.19 Jachthaven bestemming "Water - Plassengebied"

Constatering:

Oostelijk van de Ziedeweg is het plandeel met de bestemming "Water - Plassengebied" voorzien van de aanduiding "jachthaven". Deze aanduiding wordt niet vermeld in de planregels.

Aanpassing:

Artikel 18.1 ("Bestemmingsomschrijving") is, onder f, aangevuld met de zinsnede: "ter plaatse van de aanduiding "jachthaven" een jachthaven met steigers". De overige onderdelen van dit artikel zijn vernummerd.

2.20 Rietopslag bestemming "Water - Plassengebied"

Constatering:

Op "gronden" met de bestemming "Water - Plassengebied" is in algemene zin overal de opslag van riet gedurende maximaal vier weken toegestaan (zie artikel 18.1, onder e). Dit is evenwel niet gewenst ter plekke van de ontsluiting van Rietbedrijf Sanders, achter Zuideinde 204.

Aanpassing:

Ter plekke van deze ontsluiting is de functieaanduiding "specifieke vorm van bedrijf - rietopslag uitgesloten" opgenomen. Het bepaalde in artikel 18.1, onder e, is aangevuld met de zinsnede "behoudens ter plekke van de gronden voorzien van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - rietopslag uitgesloten" waar gedurende het gehele jaar geen rietopslag is toegestaan".

2.21 Bestemming "Water - Woonschepenligplaats"

Constatering:

In artikel 19.2.2. (Bouwregels voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde) is ten onrechte geen maximale oppervlakte voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, opgenomen.

Aanpassing:

Het bepaalde in artikel 19.2.2 is aangevuld met:

c. de maximale oppervlakte van een steiger of aanleggelegenheid bedraagt 30 m2.

2.22 Dubbelbestemmingen "Waarde-Archeologie"

Constatering:

De titels van de leden 2 van de regels bij deze dubbelbestemmingen (artikelen 24, 25 en 26) luiden: "Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden". Het betreft evenwel "bouwregels".

Aanpassing:

De desbetreffende titels "Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden" worden vervangen door de titels "Bouwregels".

2.23 Dubbelbestemming "Waterstaat-Waterkering"

Constatering:

In (de aanhef van) artikel 27.3 ("Afwijken van de bouwregels") is bepaald dat het bevoegd gezag door middel van een omgevingsvergunning onder voorwaarden kan afwijken van het bepaalde in 27.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd. Deze binnenplanse afwijkingsbevoegdheid kan ten onrechte uitsluitend worden toegepast voor gebouwen en niet voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Aanpassing:

De aanhef van artikel 27.3 wordt als volgt gewijzigd:

"Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 27.2 en toestaan dat ingevolge de andere bestemming bouwwerken worden gebouwd, mits:"

2.24 Perceel Nieuwveenseweg 25B

Constatering:

De beide woningen zijn bij de vaststelling van het bestemmingsplan voorzien van de bestemming "Wonen". De wijzigingsbevoegdheid ingevolge artikel 3.6.2. (bestemming "Agrarisch"), in casu de bevoegdheid om de agrarische bestemming van de gronden ter plaatse van de desbetreffende aanduiding ' Wro-zone wijzigingsgebied 4' (Nieuwveenseweg 25b) geheel of gedeeltelijk te wijzigen in de bestemming 'Wonen' en 'Tuin' is inmiddels overbodig.

Aanpassing:

Het bepaalde in artikel 3.6.2. vervalt.

2.25 Perceel Zuideinde 128(A)

Constatering:

Er zijn in het plangebied (met name aan het Zuideinde) meerdere percelen die aan de voorzijde een reguliere woonbestemming hebben en aan de achterzijde een recreatieve bestemming (al dan niet met een zomerhuis). In die gevallen dient de grens tussen de woonbestemming en de recreatieve bestemming samen te vallen met de eigendomsgrens. Dat is voor wat betreft dit perceel niet het geval.

Aanpassing:

De grens tussen de beide genoemde bestemmingen wordt ter plekke van dit perceel aangepast aan de eigendomsgrens. Dit houdt in de grens tussen de beide bestemmingen in zuidoostelijke richting over een afstand van circa 25 meter opschuift.

2.26 Perceel Zuideinde 192

Constatering:

Het bestemmingsvlak "Wonen" zou tevens moeten zijn voorzien van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - botenberging". Dit is evenwel uitsluitend het geval op de analoge versie van de verbeelding en niet op de (bindende) digitale versie.

Aanpassing:

De aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - botenberging" wordt toegevoegd aan de digitale verbeelding. Tevens is aan het bepaalde in artikel 20.1, onder g, ("Wonen") toegevoegd dat ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - botenberging" op de verbeelding, tevens een botenberging is toegestaan. De rest van dit artikel is dientengevolge vernummerd.

2.27 Bouwvlak woningen Wagnerstraat (even zijde nummers 2-10)

Constatering:

Het bouwvlak (bestemming "Wonen") ligt op de tuin. Deze woningen zijn aldus wegbestemd.

Aanpassing:

De verbeelding wordt aangepast in die zin dat het bouwvlak wordt gelegd ter plaatse van de bestaande (hoofd)bebouwing. De bestemming "Wonen" blijft ongewijzigd.

2.28 Bouwvlak woningen Beethovenlaan (even zijde nummers 72-78)

Constatering: 

Het bouwvlak (bestemming "Wonen") ligt op de tuin. Deze woningen zijn aldus wegbestemd. Er is ook geen maximaal aantal woningen aangeduid.

Aanpassing:

De verbeelding wordt aangepast in die zin dat het bouwvlak wordt gelegd ter plaatse van de bestaande (hoofd)bebouwing (met uitbouw ter plekke van Beethovenstraat 72). Tevens wordt op de verbeelding als maatvoering "maximum aantal wooneenheden: 4" toegevoegd.

2.29 Dorpsstraat 63 (realisering drie appartementen)

Constatering:

Met het bestemmingsplan "Kern Nieuwkoop" werd beoogd ter plekke de realisering van drie gestapelde appartementen op te nemen. Het maximum aantal wooneenheden is bepaald op "3". De bouwaanduiding "gestapeld" ontbreekt ten onrechte.

Aanpassing: 

Het desbetreffende bouwvlak met de bestemming "Woongebied" wordt op de verbeelding voorzien van de bouwaanduiding "gestapeld".

Hoofdstuk 3 Beleidskader

Er wordt voor een uiteenzetting van het beleidskader verwezen naar de toelichting bij het bestemmingsplan "Kern Nieuwkoop". Gelet op de strekking van het voorliggende bestemmingsplan is er geen aanleiding hier verder op in te gaan.

Hoofdstuk 4 Onderzoeken

Er wordt voor een overzicht van de uitgevoerde onderzoeken verwezen naar de toelichting bij het bestemmingsplan "Kern Nieuwkoop". Gelet op de strekking van het voorliggende bestemmingsplan is er geen aanleiding voor aanvullende onderzoeken.

Hoofdstuk 5 Juridische aspecten

5.1 Inleiding

Het voorliggende bestemmingsplan strekt ertoe het bestemmingsplan "Kern Nieuwkoop" op een aantal onderdelen te herzien. Dit betreft zowel onderdelen van de planregels als onderdelen van de verbeelding dan wel een combinatie daarvan. Onderstaand wordt vermeld op welke onderdelen de verbeelding is aangepast en hoe dit samenhangt met de relevante planregels en hoe omgekeerd de aanpassingen in de planregels samenhangen met de verbeelding van de onderhavige partiële herziening.

5.2 De verbeelding

De herziening betreft aangaande verbeelding de volgende onderdelen:

1. De verschillende bestemmingsvlakken in het gebied Buytewech Oost worden als volgt aangepast:

  • De twee noordelijke bestemmingsvlakken/-stroken met de bestemming "Woongebied" (wordt "Wonen") worden in westelijke richting opgeschoven;
  • De tussenliggende strook krijgt de bestemming "Verkeer" ten behoeve van een eventuele ontsluitingsweg in noordelijke richting;
  • De bestemmingen "Groen" en "Water" worden aangepast aan de bestaande danwel beoogde situatie;
  • De locatie voor de beoogde woon/werkwoningen krijgt de bestemming "Wonen" met één bouwvlak met de specifieke aanduiding "specifieke vorm van wonen - woon/werkwoningen". Het maximum aantal woon/werkeenheden wordt bepaald op "5".

2. De maatvoering "maximum aantal wooneenheden" wordt ter plekke van Windhaak gewijzigd van 6 naar 8 (bestemming "Wonen").

3. Binnen het bestemmingsvlak "Wonen - Woonwagenstandplaats" op de hoek Blaasbalg/Klinkhamer wordt een bouwvlak, een maatvoering ("maximum aantal wooneenheden: 3") en een maximale goot- en bouwhoogte (respectievelijk 3.50 meter en 4.50 meter) toegevoegd.

4. Bij twee bestemmingsvlakken "Bedrijf", in casu Nieuwveenseweg nummers 29 en 39, wordt de functieaanduiding "bedrijf van categorie 1" verwijderd.

5. De functieaanduidingen "horeca van categorie 1" en "specifieke vorm van maatschappelijk - verhuur zaalruimte" worden toegevoegd aan:

  • Parochiehuis Dorpsstraat 39 bestemming "Maatschappelijk";
  • Kosterij Dorpsstraat 133 bestemming "Gemengd";
  • Speeltuin Zuideinde (achter Zuideinde 153) bestemming "Recreatie";
  • Speeltuin De Zudde (naast Reigerstraat 27) bestemming "Recreatie";
  • Gebouw Eensgezind Elleboogvaart 1a bestemming "Maatschappelijk".

6. De functieaanduiding "horeca van categorie 1" wordt toegevoegd aan delen van de:

  • Zevensprong Noordenseweg 23 (bestemming "Maatschappelijk").

7. De ontsluiting van het Rietbedrijf Sanders achter Zuideinde 204 wordt voorzien van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - rietopslag uitgesloten".

8. Ter plekke van de percelen Zuideinde 128 en 128A wordt de grens tussen de bestemmingen "Wonen" en "Recreatie" aangepast aan de eigendomsgrens. Dit houdt in de grens tussen de beide bestemmingen in zuidoostelijke richting over een afstand van circa 25 meter opschuift.

9. Het bouwvlak "Wonen" ter plekke van Zuideinde 192 wordt voorzien van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - botenberging".

10. Er wordt een bouwvlak (bestemming "Wonen") gelegd op de woningen Wagnerstraat 2-10.

11. Er wordt een bouwvlak "Wonen" gelegd op de woningen Beethovenlaan 72-78 (met uitbouw over twee verdiepingen Beethovenlaan 72). Tevens wordt de maatvoering "maximum aantal wooneenheden: 4" toegevoegd.

12. Het bouwvlak met de bestemming "Woongebied" ter plekke van het perceel Dorpsstraat 63 wordt op de verbeelding voorzien van de bouwaanduiding "gestapeld".

5.3 De planregels

De regels bestaan uit de volgende hoofdstukken:

1. Inleidende regels

In de begripsbepalingen (artikel 1) worden omschrijvingen gegeven van de in het bestemmingsplan gebruikte begrippen, alsmede de begrippen die op grond van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) moeten worden opgenomen. De begripsomschrijvingen dienen ertoe interpretatieverschillen te voorkomen. Ook is de omschrijving van het begrip "webwinkel" gewijzigd. Er is bepaald dat de begripsomschrijvingen zoals gehanteerd in het bestemmingsplan "Kern Nieuwkoop" voor het overige ongewijzigd van toepassing blijven. De wijze van meten (artikel 2) bevat uitsluitend de aangevulde omschrijving van "de goothoogte van een bouwwerk". Er is ook bepaald dat de "wijze van meten" zoals geregeld in het bestemmingsplan "Kern Nieuwkoop" voor het overige ongewijzigd van toepassing blijft.

2. Bestemmingsregels

In de onderhavige partiële herziening zijn alle artikelen van het bestemmingsplan "Kern Nieuwkoop" wederom opgenomen. Per onderdeel van het desbetreffende artikel is aangegeven of en zo ja welke toevoegingen en/of wijzigingen zijn aangebracht in de desbetreffende artikelen van het genoemde bestemmingsplan. In alle gevallen - ongeacht of er sprake is van wijzigingen of aanvullingen - is bepaald dat de regels van het desbetreffende artikel in het bestemmingsplan "Kern Nieuwkoop" (voor het overige) ongewijzigd van toepassing blijven.

3. Algemene regels en Overgangs- en slotregels

Deze regels zijn ook op een aantal onderdelen aangevuld. Voor het overige is bepaald dat de desbetreffende regels van het bestemmingsplan "Kern Nieuwkoop" ongewijzigd van toepassing blijven.

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

Onderhavige partiële bestemmingsplanherziening heeft overwegend een conserverend karakter. Er is voor de gemeente uitsluitend sprake van kosten voor het opstellen van het bestemmingsplan. De kosten voor het opstellen van de bestemmingsplanherzieningen worden betaald uit het in de begroting beschikbaar gestelde budget voor bestemmingsplannen. Er zijn geen onvoorziene hoge kosten te verwachten; de gemeente draagt geen hoge financiële risico’s. Deze partiële planherziening is derhalve economisch uitvoerbaar.

Hoofdstuk 7 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Het maatschappelijke draagvlak van het bestemmingsplan wordt getoetst door middel van wettelijk vooroverleg en de terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan voor zienswijzen.

7.1 Overleg ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening

In artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is bepaald dat het bestuursorgaan dat belast is met de voorbereiding van een bestemmingsplan daarbij overleg pleegt met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn.

De voorliggende bestemmingsplanherziening voorziet alleen in ondergeschikte aanpassingen. Er is sprake van een bestemmingsplanherziening van in planologisch opzicht ondergeschikt belang. Om die reden is besloten het overleg te laten plaatsvinden gelijktijdig met de periode van terinzagelegging van het ontwerp van de bestemmingsplanherziening (zie onderstaande paragraaf 7.2).

Het ontwerp is op 29 november 2016 voorgelegd aan:

  • 1. Provincie Zuid-Holland, directie Ruimte en mobiliteit;
  • 2. Hoogheemraadschap van Rijnland;
  • 3. Waternet;
  • 4. Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden;
  • 5. Gemeente Alphen aan den Rijn;
  • 6. Gemeente Bodegraven - Reeuwijk;
  • 7. Gemeente de Ronde Venen;
  • 8. Gemeente Kaag en Braassem;
  • 9. Gemeente Uithoorn;
  • 10. Gasunie;
  • 11. Oasen;
  • 12. Belastingdienst;
  • 13. Veiligheidsregio Hollands Midden.

Geen inhoudelijke reacties.

7.2 Ter inzage legging ontwerpbestemmingsplan

Op de voorbereiding van een bestemmingsplan is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing. De kennisgeving als bedoeld in artikel 3:12 van de Awb dient op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) ook in de Staatscourant te worden geplaatst en via elektronische weg te geschieden. Het ontwerpbestemmingsplan heeft met ingang van 17 november 2016 gedurende zes weken ter inzage gelegen. De bekendmaking van de ter inzage legging is op 16 november 2016 op de gebruikelijke wijze gepubliceerd.

De zienswijzen en de beantwoording zienswijzen: zie bijgesloten nota van zienswijze.