Plan: | Bestemmingsplan Glastuinbouw, 1e herziening |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0569.bpNKPglastaanpomis-va01 |
Het bestemmingsplan "Glastuinbouw" is op 28 maart 2013 vastgesteld door de gemeenteraad. Het plan is op 29 augustus 2013 in werking getreden. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 28 mei 2014 uitspraak gedaan over de ingestelde beroepen (uitspraak 201304905/1/R4). Drie plandelen zijn door de Afdeling vernietigd.
Bij de toepassing van het bestemmingsplan is gebleken dat er sprake is van een aantal omissies danwel van de noodzaak om een aantal zaken aan te vullen of anders te regelen. Dit betreft zowel de verbeelding, als de planregels van het bestemmingsplan. Het voorliggende bestemmingsplan "Glastuinbouw, 1e herziening" strekt tot de aanpassing van een en ander.
Het plangebied bevindt zich in het noorden van het grondgebied van de gemeente Nieuwkoop. Het gebied bestaat voornamelijk uit de glastuinbouwgebieden. Het plangebied wordt onderverdeeld in een vijftal deelgebieden, te weten:
Er wordt voor de ligging van het plangebied verwezen naar de onderstaande figuur.
Situering plangebied "Glastuinbouw"
Het voorliggende bestemmingsplan betreft slechts enkele percelen binnen dit plangebied en heeft slechts betrekking op een aantal onderdelen van de planregels.
Onderstaand zal worden aangegeven welke tekortkomingen zijn geconstateerd in het bestemmingsplan "Glastuinbouw", danwel welke aanpassingen van het bestemmingsplan gewenst worden geacht. Daarbij wordt per onderwerp aangegeven op welke punten de verbeelding en/of de planregels worden aangepast danwel aangevuld.
Constatering:
Het is gebleken dat de oorspronkelijke omschrijving van het begrip "goothoogte van een bouwwerk" in de praktijk ruimte laat voor ongewenste "dakvormen" in die zin dat een extra volledige bouwlaag zou kunnen worden gerealiseerd.
Aanpassing:
Het bepaalde in artikel 2.1 ("Meetregels"), onder b, wordt aangevuld met: "boven de goothoogte zijn geen platte daken toegestaan, behoudens op dakkapellen".
Constatering:
Op 29 november 2014 is de Reparatiewet BZK in werking getreden. Daarmee is de wettelijke grondslag voor de stedenbouwkundige bepalingen in de bouwverordening vervallen. De stedenbouwkundige voorschriften uit de bouwverordening zullen geleidelijk via overgangsrecht "uitsterven". Dientengevolge moeten voortaan (onder meer) de parkeernormen in de bestemmingsplannen worden opgenomen; voor vigerende bestemmingsplannen geldt een overgangstermijn tot 1 juli 2018.
Aanpassing:
De algemene bouwregels (artikel 26) worden aangevuld met artikel 26.4 ("Parkeren") inhoudende de regel dat bebouwing uitsluitend is toegestaan mits voldoende parkeerplaatsen in de directe omgeving aanwezig zijn en beschikbaar worden gehouden conform de parkeernormen zoals opgenomen in de als bijlage 3 bij de planregels opgenomen gemeentelijke parkeernota (zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 17 september 2015). Er wordt tevens een afwijkingsbevoegdheid opgenomen voor het geval dat naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is verzekerd dat er op andere wijze in toereikende parkeergelegenheid wordt voorzien.
De gebruiksbepalingen bij de desbetreffende bestemmingen worden aangevuld met de bepaling dat gebruik uitsluitend is toegestaan mits voldoende parkeerplaatsen in de directe omgeving aanwezig zijn en beschikbaar worden gehouden conform de parkeernormen zoals opgenomen in de als bijlage 3 bij de planregels opgenomen gemeentelijke parkeernota, tenzij naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is verzekerd dat er op andere wijze in toereikende parkeergelegenheid is voorzien.
Er wordt aan artikel 30 "Algemene wijzigingsregels" toegevoegd dat burgemeester en wethouders het plan ook kunnen wijzigen in die zin dat de bij de regels behorende parkeernota kan worden vervangen door een actuelere versie.
Constatering:
Een regeling voor dakterrassen en bijbehorende afscheiding ontbreekt.
Aanpassing:
Er wordt aan artikel 26 ("Algemene bouwregels") een artikel 26.3 ("Dakterrassen") toegevoegd inhoudende dat dakterrassen zijn toegestaan mits de hoogte van de afscheiding niet meer dan 1,20 m bedraagt, gemeten vanaf de bovenkant van het plat dak en geen andere bouwwerken op het dakterras worden opgericht.
Artikel 2.1 ("Meetregels"), onder b, wordt betreffende de wijze van meten van de goothoogte in die zin aangevuld dat de hoogte van de afscheiding van een dakterras bij de bepaling van de goothoogte buiten beschouwing wordt gelaten.
Constatering:
Anders dan de bestemmingsplannen voor de kernen en het (ontwerp)bestemmingsplan "Landelijk gebied" kent het bestemmingsplan "Glastuinbouw" geen regeling voor webwinkels.
Aanpassing:
De regeling voor webwinkels wordt - overeenkomstig de desbetreffende regeling in de andere bestemmingsplannen - ook verwerkt in het bestemmingsplan "Glastuinbouw". Dit houdt in dat de volgende artikelen als volgt worden aangevuld:
Artikel 1 ("Begrippen"):
Toegevoegd wordt een omschrijving van het begrip "webwinkel" luidende:
"detailhandel waarvan de handel via internet verloopt."
Artikel 3 ("Agrarisch"):
Aan artikel 3.1 wordt onder e toegevoegd:
"webwinkels, waarbij opslag en een uitleverpunt zijn toegestaan; de oppervlakte van een uitleverpunt mag maximaal 30 m2 bvo bedragen."
Artikel 4 ("Agrarisch - Bedrijfswoning"):
Aan artikel 4.1 wordt onder d toegevoegd:
"webwinkels, waarbij opslag en een uitleverpunt zijn toegestaan; de oppervlakte van een uitleverpunt mag maximaal 30 m2 bvo bedragen."
Artikel 5 ("Agrarisch - Glastuinbouw"):
Aan artikel 5.1 wordt onder k toegevoegd:
"webwinkels, waarbij opslag en een uitleverpunt zijn toegestaan; de oppervlakte van een uitleverpunt mag maximaal 30 m2 bvo bedragen."
Artikel 6 ("Agrarisch - Tuinbouw"):
Aan artikel 6.1 wordt onder d toegevoegd:
"webwinkels, waarbij opslag en een uitleverpunt zijn toegestaan; de oppervlakte van een uitleverpunt mag maximaal 30 m2 bvo bedragen."
Artikel 8 ("Bedrijf"):
Aan artikel 8.1 wordt onder j toegevoegd:
"webwinkels, waarbij opslag en een uitleverpunt zijn toegestaan; de oppervlakte van een uitleverpunt mag maximaal 30 m2 bvo bedragen;"
De daaropvolgende onderdelen van artikel 8.1 worden vernummerd.
Artikel 18 ("Wonen"):
Aan artikel 18.1 wordt onder f toegevoegd:
"webwinkels, waarbij opslag en een uitleverpunt zijn toegestaan; de oppervlakte van een uitleverpunt mag maximaal 30 m2 bvo bedragen."
Artikel 19 ("Wonen - Ruimte voor Ruimte"):
Aan artikel 19.1 wordt onder e toegevoegd:
alsmede voor:
"webwinkels, waarbij opslag en een uitleverpunt zijn toegestaan; de oppervlakte van een uitleverpunt mag maximaal 30 m2 bvo bedragen."
Constatering:
Het is verboden om te bouwen of te laten bouwen op gronden die zijn voorzien van de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie - 1", "Waarde - Archeologie - 2" of "Waarde - Archeologie - 3" (zie respectievelijk artikel 21.2.1, artikel 22.2.1 en artikel 23.2.1). Hierop gelden de volgende uitzonderingen (zie respectievelijk artikel 21.2.2., onder b, artikel 22.2.2, onder b, en artikel 23.2.2, onder b):
Het gebruik van het woordje "of" heeft tot gevolg dat de uitzondering op het bouwverbod niet geldt zodra dieper dan 50 cm de grond wordt ingegaan en dat de genoemde oppervlaktes in dat geval niet relevant zijn.
Aanpassing:
In de artikelen 21.2.2., onder b, 22.2.2, onder b, en 23.2.2, onder b, wordt het woordje "of" vervangen door het woordje "en". Dientengevolge geldt het bouwverbod uitsluitend indien de beide drempelwaarden (zowel voor wat betreft de diepte, als voor wat betreft de oppervlaktes) worden overschreden.
Constatering:
Het "heien van palen en slaan van damwanden" is voor gronden met de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie - 1", "Waarde - Archeologie - 2" en "Waarde - Archeologie - 3" aangemerkt als "omgevingsvergunningplichtig" (zie respectievelijk artikel 21.4.1. onder a, sub 6, artikel 22.4.1. onder a, sub 6, en artikel 23.4.1. onder a, sub 6). Palen en damwanden kunnen ook op een andere manier worden ingedreven. Dat zou dan niet onder de vergunningplicht vallen.
Aanpassing:
De desbetreffende vergunningplichten worden ruimer geformuleerd. Deze zullen gelden voor “het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of andere wijze indrijven van voorwerpen”.
Constatering:
Er is in artikel 18.2.2 ("Hoofdgebouw"), onder a, bepaald dat - indien de bestaande afstand van het hoofdgebouw tot agrarische bedrijfsgebouwen van derden minder dan 25 meter bedraagt - deze afstand niet verder mag worden verkleind. Er is geen minimale afstandsmaat bepaald voor woningen tot agrarische bebouwing voor situaties die nu voldoen aan de norm van 25 meter.
Aanpassing:
Er wordt aan artikel 18.2.2, onder a, een bepaling toegevoegd dat de afstand van het hoofdgebouw tot agrarische bedrijfsgebouwen van derden tenminste 25 meter dient te bedragen.
Constatering:
In artikel 13.2.2 ("Recreatiewoning") is bepaald dat ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - paradijs" in totaal maximaal 12 recreatiewoningen zijn toegestaan (onder a) en dat per bouwperceel maximaal 1 recreatiewoning is toegestaan (onder b). Het begrip "bouwperceel" is in artikel 1.24 omschreven als "een aaneengesloten stuk grond, waarop volgens de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten." Binnen dit bestemmingsvlak is geen sprake van een planregeling die aanknopingspunten biedt voor het bepalen van de bouwpercelen. Het bepaalde sub b is dan ook verwarrend. Volstaan kan worden met het bepaalde sub a.
Voorts is in artikel 13.2.2, onder g, bepaald dat op het terrein centrale recreatieve voorzieningen kunnen worden gerealiseerd met een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 500 m2. Dergelijke voorzieningen zijn niet aanwezig en ook niet gewenst.
Aanpassing:
Het bepaalde in artikel 13.2.2, onder b, wordt geschrapt. Tevens wordt de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - paradijs" als vermeld in de planregels gewijzigd in "specifieke vorm van recreatie - Paradijsakker" (zie artikel 13.1, onder e, en artikel 13.2.2, aanhef) conform de op de verbeelding gebruikte functieaanduiding.
Het bepaalde in artikel 13.2.2, onder g, wordt eveneens geschrapt.
Constatering:
Er is in artikel 13.2.1 ("Kampeerterrein"), artikel 13.2.2 ("Recreatiewoning"), artikel 13.2.3 ("Stacaravan") en artikel 13.2.4 ("Volkstuin") ten onrechte geen maximale goothoogte bepaald; er is uitsluitend een maximale bouwhoogte bepaald.
Aanpassing:
Het bepaalde in genoemde artikelen wordt aangevuld met maximale goothoogtes, te weten maximaal 3 meter voor stacaravans, maximaal 3 meter voor recreatiewoningen (met een uitzondering voor één bestaande recreatiewoning met een hogere goothoogte van 6 meter, in casu Paradijsweg 102A) en maximaal 2 meter voor bergingen op volkstuinen.
Constatering:
Een gedeelte van de Geerweg (noordoostelijk van Langeraarseplas) heeft ten onrechte de bestemming "Water".
Aanpassing:
Het desbetreffende deel van de Geerweg krijgt de bestemmingen "Verkeer" en "Groen".
Constatering:
Dit pand heeft de bestemmingen "Horeca" (westelijk deel) en "Bedrijf" (oostelijk deel). Het is ooit een pannenkoekenboerderij geweest. Er is echter al vele jaren sprake van een woning met bedrijfs- /kantoorruimte (ten behoeve van diverse bedrijven).
Aanpassing:
De bestemming van het westelijke deel van het pand krijgt de bestemming "Wonen" (in plaats van de bestemming "Horeca"). Het oostelijke deel van het pand behoudt de bestemming "Bedrijf" (maximaal categorie 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten). Vanwege het sinds 2002 niet benutten van de horecabestemming, zal deze geheel komen te vervallen in dit bestemmingsplan. Ook de aanduiding die in het ontwerpbestemmingsplan was opgenomen is nu verwijderd. De momenteel aanwezige detailhandel in honden- en kattenvoer (die verder gaat dan wat in het voorliggende plan als "webwinkel" is omschreven) is en zal niet worden toegestaan. Deze bepaling is in lijn met de provinciale Verordening Ruimte, die in artikel 2.1.4, lid 1, waarin specifiek wordt ingezet op detailhandel binnen de centra.
Constatering:
Dit pand heeft een agrarische bestemming (en de aanduiding "zone-transformatiegebied"). Er is gebruik gemaakt van de "ruimte-voor-ruimte-regeling". Het tuinbouwbedrijf is per 31-12-2014 beëindigd. De glasopstanden zijn verwijderd.
Aanpassing:
Het bestaande pand (de voormalige agrarische bedrijfswoning) krijgt de bestemming "Wonen" (in plaats van de bestemming "Agrarisch - Bedrijfswoning"). De achterliggende/bijbehorende gronden krijgen de bestemming "Tuin", met grotendeels de aanduiding "specifieke bouwaanduiding-onbebouwd" (in plaats van de bestemming "Agrarisch - Glastuinbouw"). Deze aanduiding is niet opgenomen voor de strook grond langs de Langeraarseplas.
Constatering:
Het perceel heeft bestemming 'Recreatie' met de functieaanduiding "specifieke vorm van recreatie - stacaravan". Dit is enige locatie waar deze bestemmingsregeling voorkomt. Er is het volgende bepaald: "Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie-stacaravan' is maximaal 1 stacaravan toegestaan met een maximale bouwhoogte van 4,50 meter en een maximale oppervlakte van 45 m² dan wel de bestaande grotere oppervlakte ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan." Een en ander is al jaren geleden verwijderd en inmiddels vervangen door een recreatiewoning.
Aanpassing:
De functieaanduiding "specifieke vorm van recreatie - stacaravan" wordt vervangen door de functieaanduiding "recreatiewoning". De maximale oppervlakte wordt voor deze recreatiewoning in artikel 13.2.2, onder i, bepaald op 75 m2 (zie voor de desbetreffende omgevingsvergunning NL.IMRO.0569.ovTARparadijsweg96-va01).
Constatering:
De Raad van State overwoog in de uitspraak van 28 mei 2014 inzake de beroepen tegen het bestemmingsplan "Glastuinbouw" (nr 201304905/1/R4) dat aan de houten schuur op het perceel Nieuwveens Jaagpad 3 ten onrechte de bestemmings 'Wonen" was toegekend. Het plandeel met de bestemming "Wonen" ter plaatse van het perceel Nieuwveens Jaagpad 3 werd dan ook vernietigd.
Aanpassing:
Geconstateerd kan worden dat de feiten en omstandigheden sinds de boven aangehaalde uitspraak van de Raad van State niet wezenlijk zijn gewijzigd. Aan het perceel Nieuwveens Jaagpad 3 wordt dan ook de bestemming “Agrarisch - Glastuinbouw” toegekend.
Constatering:
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft naar aanleiding van het beroep van de naburige glastuinder Van der Hulst tegen het bestemmingsplan "Glastuinbouw" de bestemming "Wonen" voor het pand Nieuwveens Jaagpad 120 (van de heer Janse) vernietigd. Volgens de Afdeling had de gemeente in onvoldoende mate de gevolgen van de verkeersbewegingen langs het perceel Nieuwveens Jaagpad 120 naar het bedrijf van Van der Hulst onderzocht. De Afdeling concludeerde dan ook dat de bestemming "Wonen" ter plaatse van het perceel Nieuwveens Jaagpad 120 niet met de vereiste zorgvuldigheid was voorbereid (uitspraak van 28 mei 2014 nr 201304905/1/R4).
Aanpassing:
Uit onderzoek is gebleken dat het aantal verkeersbewegingen in de nachtperiode naar het bedrijf van Van der Hulst langs het pand Nieuwveens Jaagpad 120 dermate gering is dat wordt gebleven onder de voor schade voor de gezondheid kritische grens (te weten twee vrachtauto's, wanneer met ramen in kierstand wordt geslapen, en zeven vrachtauto's als de ramen 's nachts dicht worden gehouden). Het pand Nieuwveens Jaagpad 120 heeft ooit deel uit gemaakt van het bedrijf Van der Hulst. Daarom zal het pand (kunnen) worden bestemd als "Agrarisch - Bedrijfswoning" met de functieaanduiding “specifieke vorm van wonen - plattelandswoning”. Aldus zal de bedrijfsvoering van glastuinder Van der Hulst bij de beoordeling van de milieueffecten geen belemmeringen ondervinden van de naburige woning Nieuwveens Jaagpad 120. Bewoning van het pand Nieuwveens Jaagpad 120 door derden is aldus toegestaan (zoals bedoeld in de Wet Plattelandswoningen).
Constatering:
Op het perceel tussen Ruigekade 12A en 12B bevindt zich een opstal (schuur) dat niet behoort bij één van woningen binnen het desbetreffende bestemmingsvlak "Wonen". Het aantal woningen mag niet worden uitgebreid en omdat de opstal ook niet aangemerkt kan worden als een "bijbehorende bouwwerk" bij de woningen binnen hetzelfde bestemmingsvlak, biedt het bestemmingsplan geen ruimte voor aanpassingen van (het gebruik van) de opstal (schuur).
Aanpassing:
De eigenares wenst de opstal te kunnen benutten voor recreatieve doeleinden. Aangezien uitbreiding van het aantal recreatiewoningen buiten de de daarvoor aangewezen locaties op gespannen voet staat met het beleid van de provincie is ervoor gekozen het perceel te bestemmen als Tuin en de schuur als zelfstandig te gebruiken schuur. Hiermee is het daadwerkelijke gebruik direct positief inbestemd. Het op dagrecreatieve basis genieten van de tuin blijft hierdoor mogelijk.
Artikel 15 ("Tuin"):
Aan artikel 15.2 wordt onder c toegevoegd:
c. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van tuin - schuur" is in de tuin een schuur toegestaan
tot maximaal het oppervlakte van de schuur dat aanwezig is ten tijde van het vaststellen van dit
bestemmingsplan; de goothoogte van de schuur mag niet meer dan 3 meter bedragen en de
bouwhoogte van de schuur mag niet meer dan 5,5 meter bedragen.
Constatering:
De planregeling voor de gronden ten zuidwesten van de Bloemenstraat/Anjerstraat is niet conform de door de eigenaren gewenste verkaveling. De verkaveling zoals opgenomen in het bestemmingsplan "Glastuinbouw" sluit bovendien niet goed aan op de bestaande situatie ter plekke. Er is overeenstemming tussen de gemeente en de grondeigenaren over aanpassing van de verkaveling.
Aanpassing:
De ontsluiting en verkaveling van de geprojecteerde woningbouwlocatie is aangepast. Tevens is de groenstrook (bestemming "Tuin") naar de Rozenlaan verplaatst. Voorts is de in artikel 19.2.2, onder a, (bestemming "Wonen - Ruimte voor Ruimte") voorgeschreven minimale afstand (20 meter) van een woning tot het hart van de weg geschrapt, omdat deze bepaling in voorkomende gevallen een te grote beperking van de bouwmogelijkheden kan inhouden. Aan artikel 19 is een nadere eisen regeling toegevoegd inhoudende dat burgemeester en wethouders onder voorwaarden nadere eisen kunnen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
Constatering:
Het onbebouwde perceel tussen Anjerstraat 10 en 12 heeft in het bestemmingsplan "Glastuinbouw" de bestemming "Agrarisch - Glastuinbouw". De eigenaar wil hier in het kader van de "ruimte voor ruimte regeling" een woning bouwen.
Woningbouw op deze locatie is reeds aan de orde geweest in het kader van de vaststelling van de provinciale Visie ruimte en mobiliteit. De gemeente Nieuwkoop heeft destijds onder meer terzake van dit perceel een zienswijze ingediend met betrekking tot het ontwerp van de visie. Dit betrof de gemeentelijke wens om in de strook ten zuiden van de Anjerstraat "ruimte voor ruimte woningen" te kunnen realiseren. Hierover is uitvoerig overleg gepleegd met de provincie.
In de beantwoording door de provincie wordt aangegeven dat kan worden ingestemd met de bouw van woningen in de strook ten zuiden van de Anjerstraat. De realisering van woningen op deze locatie sluit naar de mening van het provinciebestuur aan bij de reeds aanwezige en toekomstige bebouwing langs de Anjerstraat. Ruimtelijk vormen de woningen een logische afronding van de kern Papenveer en liggen ze tussen de huidige kern en het glastuinbouwgebied, zodat de beoogde "ruimte voor ruimte woningen" de openheid nauwelijks zullen aantasten. De gemeentelijke zienswijze heeft ertoe geleid dat de desbetreffende percelen buiten de "glascontour" zijn gehaald.
Een deel van de "ruimte voor ruimte" woningen was reeds in het bestemmingsplan "Glastuinbouw" opgenomen (zie het voorgaande onder 2.15). Dit was echter nog niet het geval voor het perceel tussen Anjerstraat 10 en 12. Er is een ruimtelijke onderbouwing opgesteld met bijhorend bodemonderzoek (zie de bijlagen 1 en 2 bij deze toelichting) waaruit blijkt dat er uit een oogpunt van goede ruimtelijke ordening geen bezwaar behoeft te bestaan tegen de realisering van een woning op deze locatie.
Aanpassing:
Het perceel krijgt de bestemming "Wonen - Ruimte voor Ruimte" (met de aanduiding "maximum aantal wooneenheden: 1") ten behoeve van de realisering van één woning. De realisering van de woning is in de planregels niet eerder mogelijk gemaakt dan dat de eigenaar heeft voldaan aan de eisen in het kader van de "ruimte voor ruimte regeling" in de zin dat hij aantoonbaar voldoende sloop-/glasrechten heeft verworven.
Er wordt voor een uiteenzetting van het beleidskader verwezen naar de toelichting bij het bestemmingsplan "Glastuinbouw". Gelet op de strekking van het voorliggende bestemmingsplan is er geen aanleiding hier verder op in te gaan.
Er wordt voor een overzicht van de uitgevoerde onderzoeken verwezen naar de toelichting bij het bestemmingsplan "Glastuinbouw". Gelet op de strekking van het voorliggende bestemmingsplan is er geen aanleiding voor aanvullende onderzoeken.
Er is slechts een uitzondering voor wat betreft de in deze herziening opgenomen mogelijkheid om een ruimte-voor-ruimte woning te realiseren op het perceel tussen Anjerstraat 10 en 12. In dat verband wordt verwezen naar de bijlagen 1 en 2 bij deze toelichting.
Het voorliggende bestemmingsplan strekt ertoe het bestemmingsplan "Glastuinbouw" op een aantal onderdelen te herzien. Dit betreft zowel onderdelen van de planregels als onderdelen van de verbeelding dan wel een combinatie daarvan. Onderstaand wordt vermeld op welke onderdelen de verbeelding is aangepast en hoe dit samenhangt met de relevante planregels en hoe omgekeerd de aanpassingen in de planregels samenhangen met de verbeelding van de onderhavige partiële herziening.
De partiële herziening betreft aangaande verbeelding de volgende onderdelen:
Bestemming "Water" voor een deel van de Geerweg is met de voorliggende herziening gewijzigd in de bestemmingen "Verkeer" en "Groen".
De bestemming "Horeca" voor het westelijke deel van het pand Geerweg 57 is met de voorliggende herziening gewijzigd in de bestemming "Wonen". Het oostelijke deel van het pand behoudt de bestemming "Bedrijf". Het gehele pand is tevens voorzien van de functieaanduiding "horeca tot en met categorie 1".
Bestemming voor het pand Paradijsweg 50 is met de voorliggende herziening gewijzigd in de bestemming "Wonen"; de bestemming van de achterliggende gronden is gewijzigd in "Tuin" met grotendeels de aanduiding "specifieke bouwaanduiding-onbebouwd". Deze aanduiding is niet opgenomen voor de strook grond langs de Langeraarseplas.
De functieaanduiding "specifieke vorm van recreatie - stacaravan" ter plekke van Paradijsweg 96A is met de voorliggende herziening vervangen door de functieaanduiding "recreatiewoning".
Aan het perceel Nieuwveens Jaagpad 3 wordt de bestemming “Agrarisch - Glastuinbouw” toegekend (in plaats van de bestemming "Wonen").
De bestemming voor het pand is met de voorliggende herziening gewijzigd van "Wonen" in "Agrarisch - Bedrijfswoning" met de functieaanduiding “specifieke vorm van wonen - plattelandswoning”.
Ter plekke van de daargelegen opstal is de aanduiding "dagrecreatie" toegevoegd.
De verbeelding is voor wat betreft de gronden aan de zuidwestzijde van de Bloemenstraat/Anjerstraat aangepast. Dit betreft met name de verkaveling en ontsluiting van hier te bouwen woningen. De desbetreffende gronden hebben hoofdzakelijk de bestemming "Wonen" en "Wonen - Ruimte voor Ruimte".
Het perceel tussen Anjerstraat 10 en 12 krijgt de bestemming "Wonen - Ruimte voor Ruimte" (ten behoeve van de realisering van één woning).
De regels bestaan uit de volgende hoofdstukken:
1. Inleidende regels
In de begripsbepalingen (artikel 1) worden omschrijvingen gegeven van de in het bestemmingsplan gebruikte begrippen, alsmede de begrippen die op grond van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) moeten worden opgenomen. De begripsomschrijvingen dienen ertoe interpretatieverschillen te voorkomen.
Er is een omschrijving van het begrip "webwinkel" toegevoegd. Er is voorts bepaald dat de begripsomschrijvingen zoals gehanteerd in het bestemmingsplan "Glastuinbouw" voor het overige ongewijzigd van toepassing blijven.
De wijze van meten (artikel 2) bevat uitsluitend de aangevulde omschrijving van "de goothoogte van een bouwwerk". Er is ook bepaald dat de "wijze van meten" zoals geregeld in het bestemmingsplan "Glastuinbouw" voor het overige ongewijzigd van toepassing blijft.
2. Bestemmingsregels
In de onderhavige partiële herziening zijn alle artikelen van het bestemmingsplan "Glastuinbouw" wederom opgenomen. Per bestemming c.q. per onderdeel van het desbetreffende artikel is aangegeven of en zo ja welke toevoegingen en/of wijzigingen zijn aangebracht in de desbetreffende artikelen van het genoemde bestemmingsplan. In alle gevallen - ongeacht of er sprake is van wijzigingen of aanvullingen - is bepaald dat de regels van het desbetreffende artikel in het bestemmingsplan "Glastuinbouw" (voor het overige) ongewijzigd van toepassing blijven.
3. Algemene regels en Overgangs- en slotregels
Deze regels zijn ook op een aantal onderdelen aangevuld. Voor het overige is bepaald dat de desbetreffende regels van het bestemmingsplan "Glastuinbouw" ongewijzigd van toepassing
blijven.
Onderhavige partiële bestemmingsplanherziening heeft een conserverend karakter. Er is voor de gemeente uitsluitend sprake van kosten voor het opstellen van het bestemmingsplan. De kosten voor het opstellen van de bestemmingsplanherzieningen worden betaald uit het in de begroting beschikbaar gestelde budget voor bestemmingsplannen. Er zijn geen onvoorziene hoge kosten te verwachten; de gemeente draagt geen hoge financiële risico’s.
Er is slechts een uitzondering voor wat betreft de in deze herziening opgenomen mogelijkheid om een ruimte-voor-ruimte woning te realiseren op het perceel tussen Anjerstraat 10 en 12. Er zal met desbetreffende belanghebbende een planschade- c.q. exploitatieovereenkomst worden gesloten.
Het maatschappelijke draagvlak van het bestemmingsplan wordt getoetst door middel van wettelijk vooroverleg en de terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan voor zienswijzen.
In artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is bepaald dat het bestuursorgaan dat belast is met de voorbereiding van een bestemmingsplan daarbij overleg pleegt met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn.
De voorliggende bestemmingsplanherziening voorziet alleen in ondergeschikte aanpassingen. Er is sprake van een bestemmingsplanherziening van in planologisch opzicht ondergeschikt belang. Om die reden is besloten het overleg te laten plaatsvinden gelijktijdig met de periode van terinzagelegging van het ontwerp van de bestemmingsplanherziening (zie onderstaande paragraaf 7.2).
Het ontwerp is op op 28 en 30 juni 2016 voorgelegd aan:
De provincie Zuid-Holland en de Veiligheidsregio hebben laten weten geen op-/aanmerkingen te hebben. Van de overleginstanties is niets vernomen.
Op de voorbereiding van een bestemmingsplan is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing. De kennisgeving als bedoeld in artikel 3:12 van de Awb dient op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) ook in de Staatscourant te worden geplaatst en via elektronische weg te geschieden. Het ontwerpbestemmingsplan heeft met ingang van 7 juli 2016 2016 gedurende zes weken ter inzage gelegen. De bekendmaking van de ter inzage legging is op 6 juli 2016 gepubliceerd in het Elektronisch Gemeenteblad en in de Staatscourant.
Er zijn tijdig zienswijzen ingediend door:
Voor de reacties op de zienswijzen wordt verwezen naar bijlage 3 bij deze toelichting (Nota van beantwoording zienswijzen).
De zienswijzen 1, 2 en 3 hebben geleid tot wijzigingen bij de vaststelling van het bestemmingsplan.