direct naar inhoud van 6.7 Externe veiligheid
Plan: Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0556.62BPBinnenstad-0003

6.7 Externe veiligheid

Beleid en normstelling

Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk:

  • bedrijven waar activiteiten plaatsvinden die gevolgen hebben voor de externe veiligheid;
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of door buisleidingen.

Voor zowel bedrijvigheid als vervoer van gevaarlijke stoffen zijn twee aspecten van belang, te weten het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon dodelijk wordt getroffen door een ongeval, indien hij zich onafgebroken (dat wil zeggen 24 uur per dag gedurende het hele jaar) en onbeschermd op een bepaalde plaats zou bevinden. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting dan wel infrastructuur. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als direct gevolg van een ongeval waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. De norm voor het GR is een oriëntatiewaarde. het bevoegd gezag heeft een verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt.

Risicovolle inrichtingen

Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi) geeft een wettelijke grondslag aan het externe veiligheidsbeleid rondom risicovolle inrichtingen. Op basis van het Bevi geldt voor het PR rondom een risicovolle inrichting een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten. Beide liggen op een niveau van 10-6 per jaar. Bij een ruimtelijke ontwikkeling moet aan deze normen worden voldaan.

Het Bevi bevat geen grenswaarde voor het GR; wel geldt op basis van het Bevi een verantwoordingsplicht ten aanzien van het GR in het invloedsgebied rondom de inrichting. De in het externe veiligheidsbeleid gehanteerde norm voor het GR geldt daarbij als oriëntatiewaarde. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als in nieuwe situaties.

Vervoer van gevaarlijke stoffen

In de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (RVGS) is het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over water en (spoor)wegen opgenomen. Op basis van de circulaire is voor bestaande situaties de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten 10-5 per jaar en de streefwaarde 10-6 per jaar. In nieuwe situaties is de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare objecten 10-6 per jaar; voor beperkt kwetsbare objecten in nieuwe situaties geldt een richtwaarde van 10-6 per jaar. Op basis van de circulaire geldt bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR of een toename van het GR een verantwoordingsplicht. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als in nieuwe situaties. De circulaire vermeldt dat op een afstand van 200 m vanaf het tracé in principe geen beperkingen hoeven te worden gesteld aan het ruimtegebruik. Wel kan de verantwoordingsplicht voor het GR nog buiten deze 200 m strekken.

Vooruitlopend op de vaststelling van het Besluit Transportroutes Externe Veiligheid is de circulaire per 1 januari 2010 gewijzigd. Met deze wijziging zijn de veiligheidsafstanden en plasbrandaandachtsgebieden uit het Basisnet Wegen en Basisnet Water opgenomen in de circulaire.

Besluit externe veiligheid buisleidingen

Per 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen in werking getreden. In dat besluit wordt aangesloten bij de risicobenadering uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) zodat ook voor buisleidingen normen voor het PR en het GR gelden. Op advies van de minister wordt bij de toetsing van externe veiligheidsrisico's van buisleidingen al enkele jaren rekening gehouden met deze risicobenadering.

Onderzoek

Risicovolle inrichtingen

Uit de provinciale risicokaart (www.risicokaart.nl) blijkt dat in het plangebied geen risicovolle inrichtingen aanwezig zijn. Deze worden in het bestemmingsplan ook niet mogelijk gemaakt. In de omgeving van het plangebied komt wel een risicovolle inrichting voor die mogelijk relevant is voor de risicosituatie in het plangebied. Het gaat hierbij om de inrichting VECOM Groep aan de Mozartlaan 3. Hier worden chemische producten vervaardigd. Voor deze inrichting is een QRA opgesteld. Hieruit blijkt dat de afstand tot de grens van het invloedsgebied voor de verantwoording van het GR op 87 m ligt. De afstand van het plangebied tot deze inrichting is circa 200 m. Het plangebied ligt dus ruim buiten het invloedsgebied. De inrichting staat de vaststelling van het bestemmingsplan dan ook niet in de weg.

Vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg

Ten noordoosten van het plangebied vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats over de A20 (wegvak Z48: afrit 6 Maasdijk-knooppunt Kethelplein). Uit het in ontwikkeling zijnde Basisnet Weg 1.0 blijkt dat de PR 10-6-contour niet buiten de weg is gelegen. Daarnaast is voor deze weg geen plasbrandaandachtsgebied aanwezig. De PR 10-8-contour, indicatief voor het invloedsgebied, is 103 m. Het plangebied grenst aan de weg en ligt daardoor binnen het indicatieve invloedsgebied van de weg. Binnen circa 150 m van de weg zijn in het plangebied echter geen (beperkt) kwetsbare objecten gelegen en deze worden ook niet mogelijk gemaakt. Daarnaast blijkt uit het Basisnet Weg 1.0 dat er geen overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR plaatsvindt. De weg staat de vaststelling van het plan dan ook niet in de weg.

Vervoer van gevaarlijke stoffen over de Nieuwe Waterweg

Uit een onderzoeksrapport van AVIV (Vaarwegenstudie Risicoanalyse van het transport van gevaarlijke stoffen over de Nieuwe Waterweg en de nieuwe Maas, AVIV, 21 november 2001, nr. 98152.) blijkt dat de contour van 10-6 voor het PR langs de Nieuwe Waterweg niet buiten de oever ligt. De PR 10-8-contour, die over het algemeen wordt gezien als indicator van het invloedsgebied, ligt volgens het AVIV-rapport ten zuiden van de spoorlijn, op 175 m van de oever. Het plangebied ligt ruim buiten het invloedsgebied (op circa 400 m van de Nieuwe Waterweg). De Nieuwe Waterweg staat de vaststelling van het bestemmingsplan dan ook niet in de weg.

Vervoer van gevaarlijke stoffen door buisleidingen

Ten noordoosten van het plangebied vindt daarnaast vervoer van gevaarlijke stoffen plaats door buisleidingen. De belangrijkste gegevens van de buisleidingen zijn weergegeven in de volgende tabel.

buisleiding   soort   uitwendige diameter   maximale werkdruk   PR 10-6-contour   invloeds- gebied   afstand tot plangebied  
Pipeline control A20 tracé   CO2   20 inch   22 bar   3 m   19 m   70 m  
A-613   aardgas   16 inch   79,90 bar   0 m   230 m   80 m  
W-521-17   aardgas   8,63   40 bar   0 m   120 m   0 m  

Uit de tabel blijkt dat het plangebied niet binnen de PR 10-6-contour van de leidingen ligt. Wel ligt het plangebied binnen het invloedsgebied van de aardgasleidingen. Binnen circa 230 m van leiding A-613 zijn in het plangebied geen (beperkt) kwetsbare objecten gelegen en deze worden ook niet mogelijk gemaakt. Deze leiding staat de vaststelling van het bestemmingsplan dan ook niet in de weg.

Binnen circa 80 m van leiding W-521-17 zijn in het plangebied geen (beperkt) kwetsbare objecten gelegen en deze worden ook niet mogelijk gemaakt. Verderop zijn echter wel (beperkt) kwetsbare objecten binnen het invloedsgebied van deze leiding gelegen (bedrijvigheid). Er wordt voldaan aan de normstelling van het PR en er wordt eveneens ruimschoots voldaan aan de oriëntatiewaarde van het GR.