direct naar inhoud van 6.5 Bedrijven en milieuhinder
Plan: Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0556.62BPBinnenstad-0003

6.5 Bedrijven en milieuhinder

Toetsingskader

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang dat bij de aanwezigheid van bedrijven in de omgeving van milieugevoelige functies zoals woningen:

  • ter plaatse van de woningen een goed woon- en leefmilieu kan worden gegarandeerd;
  • rekening wordt gehouden met de bedrijfsvoering en milieuruimte van de betreffende bedrijven.

Om in de bestemmingsregeling de belangenafweging tussen bedrijvigheid en gevoelige functies met betrekking tot milieu in voldoende mate mee te nemen, wordt in dit bestemmingsplan gebruikgemaakt van een milieuzonering. Deze milieuzonering vindt plaats aan de hand van een Staat van Bedrijfsactiviteiten (SvB). Dit is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gekoppeld aan een mate van milieubelasting. De Staat van Bedrijfsactiviteiten is opgesteld met behulp van de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (editie 2009). Ter plaatse van de bestemming 'bedrijf' in het plangebied is functiemenging niet wenselijk. Hier wordt dan ook gebruikgemaakt van de standaard SvB.

In het plangebied is echter ook de bestemming 'gemengd gebied' opgenomen. Hier zijn naast bedrijven nog andere functies (zoals woningen, kantoren, detailhandel en horeca) aanwezig. In gebieden waar bedrijfsactiviteiten en hindergevoelige functies naast elkaar voorkomen en zelfs gewenst zijn, wordt gebruikgemaakt van de SvB 'functiemenging'. Bij deze lijst wordt per bedrijfsactiviteit bekeken in welke mate deze direct naast woningen toelaatbaar is. Voor een nadere toelichting op de aanpak van de milieuzonering met behulp van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' wordt verwezen naar Bijlage 1 bij de regels.

Toelaatbaarheid per gebied

Het plangebied bestaat uit het centrum van Maassluis. Er is sprake van een centrumomgeving. Om die reden wordt in grote delen van dit bestemmingsplan uitgegaan van gemengd gebied. Gezien wenselijkheid van functiemenging in het centrum worden bedrijven van categorie B1 of lager algemeen toelaatbaar geacht. In het noordoosten van het plangebied zijn delen waar functiemenging minder gewenst is. Hier zijn gebieden dan ook aangewezen als uitsluitend een bedrijfsbestemming. Doordat hier de menging van (hindergevoelige en -veroorzakende) functies voorkomen wordt, worden hier bedrijven uit een hogere milieucategorie, maximaal categorie 3.1, algemeen toelaatbaar geacht.

Bedrijven uit hogere categorieën dan de algemene toelaatbaarheid worden mogelijk gemaakt via een specifieke aanduiding. Bij bedrijfsbeëindiging of verplaatsing kan zich op die locatie alleen nog een gelijksoortig bedrijf vestigen, of een bedrijf dat past binnen de algemene toelaatbaarheid. Op deze manier wordt relevante milieuhinder in de toekomst voorkomen.

Afwijken van de gebruiksregels

De toelaatbaarheid, zoals deze hierboven is beschreven, betekent niet dat de uitoefening van activiteiten uit een hogere categorie in alle gevallen onaanvaardbaar is. De SvB 'functiemenging' en de standaard SvB geven namelijk een vrij grove indeling van de hinderlijkheid van bedrijven. De situatie bij een specifiek bedrijf kan daarvan afwijken. Met name komt het voor dat een bedrijf als gevolg van de geringe omvang van hinderlijke (deel)activiteiten of door een milieuvriendelijke werkwijze minder hinder veroorzaakt dan in de SvB is verondersteld. In dat geval kan bij omgevingsvergunning worden afgeweken van de algemene toelaatbaarheid. Op die manier kan een dergelijk bedrijf voor de desbetreffende activiteit toe worden gelaten. Dit geldt alleen voor bedrijven uit maximaal één categorie hoger dan de in het bestemmingsplan toegestane categorie. Wanneer wordt afgeweken van de gebruiksregels dient wel te worden aangetoond dat deze bedrijfsactiviteiten naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar zijn met de bedrijfsactiviteiten genoemd in de lagere algemeen toegelaten milieucategorieën.

Inventarisatie bedrijven

In het plangebied voorkomende bedrijfsactiviteiten zijn geïnventariseerd. Hieruit blijkt dat er verschillende bedrijven zijn die niet passen binnen de algemene toelaatbaarheid ter plaatse. Tevens komt de vorm van bedrijfsvoering van P & A Artistics niet voor in de lijst van functiemenging. Deze bedrijfsvoering is over het algemeen niet gewenst in gebieden met functiemenging.

De bedrijfsactiviteiten die niet passen binnen de algemene toelaatbaarheid of binnen gebieden van functiemenging worden mogelijk gemaakt door middel van een specifieke aanduiding.

Conclusie

Er wordt geconcludeerd dat het aspect bedrijven en milieuzonering de vaststelling van het plan niet in de weg staat. Door het toepassen van een milieuzonering wordt een goed woon- en leefklimaat gegarandeerd.