direct naar inhoud van 5.4 Uitleg van de planregels
Plan: Heereweg 52-52a
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0553.dorpheereweg52-vax1

5.4 Uitleg van de planregels

5.4.1 Opbouw van de planregels

De regels van het bestemmingsplan bestaan uit de volgende onderdelen:

  • 1. inleidende regels;
  • 2. bestemmingsregels;
  • 3. algemene regels;
  • 4. overgangs- en slotregel.

5.4.2 Inleidende regels

Begrippen (Artikel 1)

Dit artikel definieert de begrippen die in het bestemmingsplan worden gebruikt. Dit wordt gedaan om interpretatieverschillen te voorkomen.

Wijze van meten (Artikel 2)

Dit artikel geeft aan hoe de lengte, de breedte, de hoogte, de diepte en de oppervlakte en dergelijke van gronden en bouwwerken wordt gemeten of berekend. Alle begrippen waarin maten en waarden voorkomen worden in dit artikel verklaard.

5.4.3 Bestemmingsregels

Wonen (Artikel 3)

Gebruik

De woning en de voormalige bollenschuur zijn bestemd als Wonen. Binnen de bestemming is het toegestaan om naast het wonen een aan-huis-gebonden beroep uit te oefenen.

Aan-huis-gebonden beroepen

Aan-huis-gebonden beroepen zijn als ondergeschikte functie bij de hoofdfunctie wonen toegestaan. Deze mogen alleen voorkomen zolang de omvang niet meer dan 30% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing bedraagt. Verder dient het beroep door de bewoner te worden uitgeoefend.

Bouwen

Gebouwen en overkappingen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd. Hierbij geldt dat de bouwhoogte maximaal de aangegeven bouwhoogte op de plankaart bedraagt. Ter plaatse van de vrijstaande woning geldt een maximum van 1 wooneenheid en voor de appartementen, welke worden gerealiseerd in de voormalige bollenschuur, maximaal 4 wooneenheden. Dit is vastgelegd met de aanduiding 'maximaal aantal wooneenheden'. Daarnaast hebben de appartementen de aanduiding 'gestapeld' gekregen. Hier mogen tevens gestapelde woningen worden gebouwd.

Naast gebouwen en overkappingen zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, toegestaan zoals erfafscheidingen.

Waarde-Archeologie (Artikel 4)

In het plangebied geldt een middelmatige kans op archeologische sporen. Om deze waarde te waarborgen, is de dubbelbestemming Waarde - Archeologie opgenomen voor het gehele plangebied. Bouwwerken op gronden met samenvallende bestemmingen kunnen weliswaar worden gerealiseerd, maar alleen met inachtneming van de in de planregels opgenomen voorwaarden. Is er blijkens onderzoek geen sprake van archeologische waarden, dan kunnen de werken en bouwwerken worden gerealiseerd.

Om aan te sluiten op het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan 'Lisse Dorp (2010)' is tevens een specifieke aanduiding opgenomen. Het betreft de 'specifieke vorm van waarde - 3' ter plaatse van een deels afgegraven strandwal (kalkrijke top). Hierbij geldt dat archeologisch onderzoek niet nodig is bij een bodemingreep niet dieper dan 0,3 m beneden maaiveld en niet groter dan 100 m².

5.4.4 Algemene regels

In de algemene regels zijn aanvullende regels opgenomen met betrekking tot bouwen. Daarnaast bevat dit hoofdstuk algemene afwijkingsregels.

Antidubbeltelregel (Artikel 5)

Een antidubbeltelregel wordt opgenomen om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein niet nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld. De formulering van de antidubbeltelregel wordt bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.4 Bro).

Algemene bouwregels (Artikel 6)

Dit artikel bevat een algemene regeling voor een geringe overschrijding van bouwgrenzen door ondergeschikte onderdelen van gebouwen. De overschrijding van de bouwgrenzen dient wel beperkt te zijn. Tevens is een regeling opgenomen voor het toelaten van bouwwerken met afwijkende maten. Met deze bepaling wordt voorkomen, dat bestaande bouwwerken, die wat betreft afstandsmaten of andere maten afwijken van de maatvoering zoals vastgelegd in dit bestemmingsplan, onder het overgangsrecht komen te vallen.

Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening (Artikel 7)

Deze bepaling geeft invulling aan de afstemmingsbepaling tussen de bouwverordening en het bestemmingsplan ingevolge artikel 9 van de Woningwet. Artikel 9 van de Woningwet regelt primair dat de bouwverordening buiten toepassing blijft voor zover deze niet overeenstemt met het desbetreffende bestemmingsplan. Voor zover het bestemmingsplan geen regels bevat ten aanzien van een onderwerp dat in de bouwverordening is geregeld, is de bouwverordening wel van toepassing, tenzij het bestemmingsplan anders bepaalt.

De bepaling dient als uitwerking van de laatste zinsnede en voorkomt dat de bouwverordening onbedoeld aanvullend werkt bij onderwerpen die in het bestemmingsplan bewust niet zijn geregeld, bijvoorbeeld omwille van globaliteit. De relevante onderwerpen staan allemaal in paragraaf 2.5 van de bouwverordening.

Algemene afwijkingsregels (Artikel 8)

In dit artikel wordt het mogelijk gemaakt om af te wijken van de regel dat bouwgrenzen niet mogen worden overschreden (voor zover deze afwijkingen niet onder de regel 'algemene bouwregels' valt te scharen). Om deze afwijking mogelijk te maken kan het bevoegd gezag een omgevingsvergunning verlenen. Ook biedt dit artikel de mogelijkheid om via een omgevingsvergunning af te wijken van de voorgeschreven maten en percentages. Afwijken op basis van dit artikel is overigens alleen mogelijk wanneer hiermee geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan aspecten als de woon- en milieusituatie van aangrenzende percelen.

Overige regels (Artikel 9)

Woningdifferentiatie

Een volkshuisvestelijke eis is dat in elk nieuw te ontwikkelen plan ten minste 30% van het aantal woningen/appartementen 'sociaal' moet zijn. Binnen het plangebied geldt dat de bestaande woning al via een vrijstelling zijn bestemming als woning had gekregen. Daarnaast worden er vier appartementen toegevoegd. Hierbij geldt dat er ten minste één appartement een sociale huurwoning zal worden.

Werking wettelijke regelingen

In de regels van een bestemmingsplan wordt in een (toenemend) aantal gevallen met verwijzing naar een (andere) wettelijke regeling een procedure, een begrip en/of een functie uit die andere regeling van toepassing verklaard. De van toepassing verklaarde wettelijke regeling geldt zoals deze luidt op het moment van de vaststelling van het plan. Wijziging van de wettelijke regeling na de vaststelling van het bestemmingsplan zou anders zonder Wro-procedure een wijziging van het bestemmingsplan met zich mee kunnen brengen.

5.4.5 Overgangs- en slotregel

In het afsluitende onderdeel van de regels komen de overgangs- en slotregels aan de orde.

Overgangsrecht (Artikel 10)

De formulering van het overgangsrecht is bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.1 Bro).

Slotregel (Artikel 11)

Deze regel bevat de titel van het plan.