In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 Plan
Het bestemmingsplan ‘Schoolstraat 5-11, Lisse ” met identificatienummer
NL.IMRO.0553.bpschoolstr5tm11-vax1 van de gemeente Lisse.
1.2 Bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
1.3 Aan huis verbonden bedrijf
Een dienstverlenend beroep zoals op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, verzorgend, pedagogisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied, geen detailhandel en prostitutie zijnde, dat in een woning (inclusief aan- en uitbouwen) wordt uitgeoefend door de bewoner van die woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en deze beroepen een ruimtelijke uitstraling hebben die met de woonfunctie verenigbaar is.
1.4 Aanduiding
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge d
it bestemmingsplan regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.5 Aanduidingsgrens
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.6 Aan- en uitbouw
Een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.
1.7 Antenne-installatie
Een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de bijbehorende al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, inclusief bevestigingsconstructie.
1.8 Bebouwing
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.9 Bebouwingspercentage
De bebouwde oppervlakte van boven afgewerkt maaiveld gelegen - gedeelten van - gebouwen uitgedrukt in procenten van de totale oppervlakte van de desbetreffende bestemming op nader aangegeven gronden.
1.10 Bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen
Afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.11 Bestemmingsgrens
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.13 Bevoegd gezag
Bevoegd gezag als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.14 Bijgebouw
Een vrijstaand gebouw behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat ondergeschikt is aan en ten dienste staat van het hoofdgebouw
1.15 Bouwen
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.16 Bouwgrens
De grens van een bouwvlak.
1.17 Bouwlaag
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat is begrensd door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen en dat zodanige afmetingen en vormen heeft dat dit gedeelte zonder ingrijpende voorzieningen voor functies uit de bestemmingsomschrijving geschikt of geschikt te maken is.
1.18 Bouwperceel
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.19 Bouwperceelgrens
Een grens van een bouwperceel.
1.20 Bouwvlak
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn toegelaten.
1.21 Bouwwerk
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.22 Gebouw
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.23 Geluidgevoelige objecten
Woningen en andere geluidgevoelige gebouwen en geluidgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
1.24 Geluidgevoelige ruimte
Een ruimte binnen een woning voor zover die kennelijk als slaap-, woon-, of eetkamer wordt gebruikt of voor een zodanig gebruik is bestemd, als mede een keuken van ten minste 11 m2.
1.25 Gestapelde woning
Een woning in een gebouw met twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen.
1.26 Hoofdgebouw
Een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
1.27 Huishouden
Persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan; bedrijfsmatige kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen.
1.28 Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten
Activiteiten (inclusief internetverkoop) die in een woning door een bewoner op bedrijfsmatige wijze worden uitgeoefend, voor zover sprake is van een inrichting type A, zoals bedoeld in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.
1.29 Luifel
Overkapping zonder directe steun op de grond.
1.30 Maaiveld
Het afgewerkte omliggende terrein na voltooiing van een desbetreffend bouwwerk.
1.31 Nadere eis
Een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening.
1.32 NEN
Door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
1.33 Normaal onderhoud, gebruik en beheer
Een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op tenminste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt.
1.34 Nutsvoorzieningen
Infrastructurele voorzieningen, zoals gas, water, elektriciteit, telecommunicatie, openbaar vervoer en waterstaat en voorzieningen ten behoeve van afvalverzameling.
1.35 Omgevingsvergunning
Vergunning voor activiteiten als genoemd in artikel 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.36 Onderdoorgang
Een bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke oppervlakte overdekt, bestaande uit een dakconstructie en twee wanden, waar geen gebouwen worden opgericht behoudens ten behoeve van de hoger opgaande bebouwing benodigde ondersteuningsconstructies.
1.37 Overkapping
Een bouwwerk al dan niet aangebouwd aan een gebouw of een ander bouwwerk, zonder of omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport.
1.38 Parkeervoorziening
Elke al dan niet overdekte stallingsgelegenheid ten behoeve van (motor)voertuigen.
1.39 Peil
- Voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan of binnen 2 meter uit de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang.
- Voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan of binnen 2 meter uit de weg grenst: de hoogte van het afgewerkte maaiveld bij voltooiing van de bouw.
- Indien voor een bouwwerk meerdere peilniveaus kunnen worden aangehouden, geldt het hoogstgelegen peil als uitgangspunt voor het gehele bouwwerk.
1.40 Perceelsgrens
Een grenslijn tussen bouwpercelen onderling.
1.41 Speelvoorzieningen
Toestel(len) waarop en waarmee kinderen kunnen spelen, zoals klimrekken, voetbaldoelen en baskets.
1.42 Voorgevel
De gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
1.43 Woning
Een complex van ruimten, dat bestemd is voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.