Plan: | Van Ostadestraat |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0553.bpdovostadestraat-vax1 |
Regelgeving en beleid
Gebiedsbescherming
De Nota Ruimte geeft het beleidskader voor de duurzame ontwikkeling en een verantwoord toekomstig grondgebruik in de vorm van onder andere de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De EHS is een samenhangend netwerk van bestaande en te ontwikkelen natuurgebieden. Het netwerk wordt gevormd door kerngebieden, natuurontwikkelingsgebieden en ecologische verbindingszones. De EHS is op provinciaal niveau uitgewerkt, de PEHS.
Ook de Natuurbeschermingswet 1998 is hierbij van belang. Deze wet bevat een beschermingsregime voor de Vogel- en Habitatrichtlijngebieden, beschermde natuurmonumenten en beschermde landschapsgezichten.
Flora- en faunawet
Voor de soortenbescherming is de Flora- en faunawet (Ffw) van toepassing. Deze wet is gericht op de bescherming van dier- en plantensoorten in hun natuurlijke leefgebied. De Ffw bevat onder meer verbodsbepalingen met betrekking tot het aantasten, verontrusten of verstoren van beschermde dier- en plantensoorten, hun nesten, holen en andere voortplantingsof vaste rust- en verblijfsplaatsen. De wet maakt hierbij een onderscheid tussen 'licht' en 'zwaar' beschermde soorten. Indien sprake is van bestendig beheer, onderhoud of gebruik, gelden voor sommige, met name genoemde soorten, de verbodsbepalingen van de Ffw níet. Er is dan sprake van vrijstelling op grond van de wet. De Ffw is voor dit bestemmingsplan van belang omdat aannemelijk moet worden gemaakt dat de gunstige staat van instandhouding van beschermde soorten niet in het geding is en deze wet de uitvoering van het plan niet in de weg staat.
Onderzoek
Door IDDS is ere en quickscan ecologie uitgevoerd (Quickscan Flora- en faunawet, ROC Van Ostadestraat 1, Lisse, dd. 12 juli 2011). Onderdeel van dit onderzoek was een veldbezoek aan de locatie op 16 juni 2011. De resultaten van het onderzoek zijn hieronder weergegeven.
Gebiedsbescherming
In de directe omgeving van het terrein bevinden zich geen beschermde natuurgebieden (Natura 2000-gebieden, of zones welke deel uit maken van de Ecologische Hoofdstructuur. De Natuurbeschermingswet staat uitvoer van de initiatieven dus niet in de weg.
Beschermde soorten in en nabij het plangebied
De voorgenomen ingreep betreft een activiteit die valt onder de noemer ruimtelijke ontwikkeling . Ingrepen die vallen onder ruimtelijke ontwikkeling zijn vrijgesteld van ontheffingverlening voor Tabel I en Tabel II-soorten. Voor verstoring van Tabel III-soorten in het plangebied gelden de wel de verbodsbepalingen uit de Flora- en faunawet.
Algemeen
Op basis van het literatuuronderzoek is de verwachting met betrekking tot het voorkomen van Tabel III-soorten in zijn algemeenheid zeer laag te noemen. Dat is ook gebleken tijdens het veldbezoek. Het plangebied betreft stedelijk gebied, waarvan het groen voornamelijk bestaat uit beplanting afkomstig uit tuincentra en boomkwekerijen. Het stukje bossage aan de oostzijde tot aan de sloot is in ecologisch opzicht nog het meest interessant, en is tijdens het veldbezoek relatief intensief onderzocht. Beschermde soorten zijn in het plangebied niet waargenomen, en ook van vaste schuil- of verblijfplaatsen zijn geen sporen of indicaties aangetroffen.
Beschermde soorten in en rondom het plangebied die mogelijkerwijs zouden kunnen voorkomen, worden hieronder per soortgroep besproken. De bevindingen uit het veld vormen de actuele, locatiegebonden verificatie hiervan.
Amfibieën en Reptielen
Het plangebied heeft een slootje aan de oostzijde als perceelsscheiding. De sloot biedt op basis van verspreidingsgegevens mogelijk habitat aan Kleine Watersalamander, soorten uit het Groene Kikker-complex (met name Middelste Groene Kikker en Grote Groene Kikker) en de Bruine Kikker, allen soorten van Tabel-I. Er werden op voorhand geen Tabel III-soorten verwacht, en in het veld zijn verder geen geschikte biotopen aangetroffen. Kikkervisjes of eieren van kikkers en salamanders zijn niet in het water aangetroffen. De oever is steil en met hardhouten beschoeiing. De oeverzone fungeert als sluippaadje voor schoolkinderen van de naastgelegen basisschool die komen of gaan richting de Van Ostadestraat. Dit houdt de oevers vrij van vegetatie, en dus ongeschikt als verblijfplaats voor reptielen en amfibieën.
Vogels
Inheemse broedvogels zijn allen opgenomen in Tabel III van de Flora- en faunawet, en genieten daarmee het strengste beschermingsregime. De sloot werd bevolkt door kweekrassen van de Wilde Eend. Dit parkdier maakt ook intensief van de oever gebruik. Tijdens het veldbezoek zijn enkele algemene broedvogelsoorten waargenomen, zoals Merel, Koolmees, Lijster, Roodborst, Kraai, Putter, Houtduif, en Ekster. Zeldzame broedvogels werden in het plangebied op basis van het bureauonderzoek niet verwacht. De bomen in het plangebied vormen potentieel geschikte broedplaatsen voor algemene soorten. Gekeken is of de te kappen bomen nesten, holen of verblijfplaatsen bevatten welke jaarrond beschermd zijn, zoals bijvoorbeeld de nesten van de Ransuil, de Huismus en de Roek. Dergelijke vaste verblijfplaatsen zijn niet gevonden, en ook zijn geen sporen zoals uitwerpselen of uilenballen gevonden. Om overtreding van de Flora- en faunawet te voorkomen, dienen de sloop- en kapwerkzaamheden buiten het broedseizoen plaats te vinden. Voor de in het plangebied te verwachten soorten vindt de broedtijd voornamelijk tussen half maart en half juli plaats.
Zoogdieren
De te slopen bebouwing kent geen ecologisch interessante kelders of zolders waar zich vleermuizen zouden kunnen ophouden. De bebouwing wordt bewoond door kraakwachten. De verstoring die dat met zich mee brengt, voorkomt kolonisatie van de bebouwing door mogelijk Vleermuis soorten of door de Steenmarter. De groenzone aan de oostkant van het plangebied zou mogelijk als foerageergebied voor de Gewone en de Ruige Dwergvleermuis kunnen dienen, en voor de Laatvlieger. Deze dieren zullen verder niet afhankelijk zijn van deze geringe hoeveelheid bossages. De bossages maken geen deel uit van een lijnvormig landschapselement, waardoor het niet te verwachten is dat migratieroutes van vleermuizen zich boven het plangebied bevinden. Er zijn geen waarnemingen van vleermuizen bekend in of rondom het plangebied. In de ruimere omgeving komt de Gewone dwergvleermuis algemeen voor, en in mindere mate de Ruige dwergvleermuis en de Laatvlieger (Limpens et al, 1997; Waarneming.nl). Alle vleermuizen genieten het strengste beschermingsregime (Tabel III-soorten uit de Ff-wet).
Vaatplanten
In het plangebied komt een aardige variëteit aan vaatplanten voor. Op zonnige plaatsen werden kruiden als Gewone Ossentong, Slangenkruid, Steenkruidkers, Canadese Fijnstraal, Vertakte Leeuwetand, Zandhaver, Zwarte Nachtschade en Stinkende Gouwe aangetroffen. Op de meer schaduwrijke en vochtige plaatsen aan de oostkant van het plangebied nabij de sloot werden Geel Nagelkruid, Look-zonder-look, en Bosaardbei aangetroffen. Deze laatste soorten zijn algemeen voor beschaduwde, matig voedselrijke plaatsen en zijn relatief ongevoelig voor verstoring. Het plangebied wordt verder gekarakteriseerd door vlierbes.
Vissen
De sloot aan de oostzijde zal niet worden gedempt. Daarom is het waterleven slechts in geringe mate onderzocht. De sloot bevat veel organisch materiaal en maakte een relatief zuurstofarme indruk, en is daarmee relatief ongeschikt voor vissen. De sloot is ongeschikt als biotoop voor de Kleine of Grote Modderkruiper, gezien de zandige ondergrond. Oogwaarnemingen hebben geen viswaarden opgeleverd.
Vlinders
In het plangebied worden op basis van het bureauonderzoek geen Tabel II of Tabel III dagvlinders verwacht. De wat zeldzamere soorten dagvlinders komen voornamelijk meer in het open buitengebied voor, en in veel mindere mate in stedelijk gebied. De relatief korte afstand tot de Amsterdamse Waterleidingduinen maakt het evenwel mogelijk incidenteel een beschermde soort aan te treffen. De zeldzaamste soort die is aangetroffen tijdens het veldbezoek is de Aardbeivlinder. Ook Kleine Vos en Dagpauwoog foerageerden in het plangebied.
Libellen & Juffers
Er worden in het plangebied geen beschermde libellen en juffers verwacht op basis van de beschikbare verspreidingskaarten. Tijdens het veldbezoek zijn geen dieren uit deze groep waargenomen. De sloot is niet onderzocht op larven van Libellen.
Overige soortgroepen
Er worden geen overige beschermde planten of dieren verwacht in het plangebied. Deze zijn verder ook niet waargenomen
Conclusie
In het plangebied worden geen strikt beschermde soorten verwacht, behalve algemene broedvogels. Alle soorten inheemse vogels zijn beschermd volgens het zwaarste regime, en staan genoemd in Tabel III uit de bijlage van de Flora- en faunawet. Tijdens het veldbezoek zijn geen beschermde soorten waargenomen, evenmin lijken zich geen vaste schuil- of verblijfplaatsen op de planlocatie te bevinden. De bossages, met name die aan de oostkant, zijn geschikt als nestplaats voor broedvogels. Zo zijn bijvoorbeeld juveniele Lijsters tijdens het veldbezoek waargenomen.
De Flora- en faunawet staat uitvoer van de plannen niet in de weg, mits kap en geplande verstoring niet in het broedseizoen plaatsvindt. Tussen 15 maart en 15 juli broeden de meeste voor dit plangebied relevante vogelsoorten.