Plan: | Crisis- en herstelwet bestemmingsplan aanvullende bouw- en gebruiksregels Lisse |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0553.Chwplankruimel-vax1 |
het bestemmingsplan 'Crisis- en herstelwet bestemmingsplan aanvullende bouw- en gebruiksregels Lisse' met identificatienummer NL.IMRO.0553.Chwplankruimel-vax1 van de gemeente Lisse.
een vrij beroep, waarvan de activiteiten niet publiek gericht zijn, dat op kleine schaal in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning primair haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie. Zoals arts, notaris of advocaat.
het terrein dat op grond van het bestemmingsplan voor bebouwing in aanmerking komt zodat een uitbreiding van of een bijgebouw bij een woongebouw of een ander gebouw gerealiseerd moet worden binnen dergelijke ten behoeve van bebouwing begrensde gronden.
erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 meter afstand van de voorkant, van het hoofdgebouw.
de gevel die als voornaamste oorspronkelijke achtergevelvlak wordt gezien.
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren.
een ander gebouw dan een woning, zoals een winkel, kantoor, praktijkruimte, bedrijfsgebouw, etc.
het gebied waar de verschillende bestemmingsplannen voor de kernen gelden, zoals dit wordt begrensd door het vigerende bestemmingsplan voor het Buitengebied.
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw zijnde.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
de hoogte van het hoogste punt van het gebouw (met uitzondering van schoorstenen en liftopbouwen) tot aan het aansluitend terrein.
de begane grond of een verdieping van een gebouw, met dien verstande dat per bouwlaag 100% van het vloeroppervlak een plafondhoogte van ten minste 2,40 meter aanwezig cq. mogelijk is.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
zie NEN 2580.
de hoek van het dakvlak ten opzichte van de vloer of grondvlak van een ruimte.
hoogste punt van een schuin dak.
laagste punt van een schuin dak.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden.
de afbakening van een erf of perceel van een ernaast gelegen erf of van de openbare
een ondergeschikte toevoeging aan de voorgevel op de begane grond.
elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
het in een woning door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, voor zover sprake is van een inrichting type A, zoals bedoeld in het Activiteitenbesluit, en voor zover de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij hoort.
gebruiksfunctie voor het bieden van tijdelijk onderdak aan personen, die hun hoofdverblijf elders hebben, in een woning, niet zijnde bedoeld voor recreatieve doeleinden.
afdak tegen een gebouw, veelal boven een ingangspartij van een huis, dat beschutting geeft tegen weersinvloeden.
de locatie rondom een traditionele windmolen, waarvan de geometrische begrenzing is vastgelegd in de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening en diens rechtsopvolgers.
een infrastructurele voorziening, zoals gas, water, elektriciteit, telecommunicatie, openbaar vervoer en waterstaat.
bestemmingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 7c, veertiende lid, van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet.
bouwdelen, die buiten de hoofdmassa van het gebouw uitsteken, zoals schoorstenen, antennemasten, windvanen, vlaggenmasten, wolfseinden, dakkapellen en andere ondergeschikte dakopbouwen.
de woning zoals die op basis van de oorspronkelijke eerste bouwvergunning is gebouwd.
weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak en maximaal één wand, zoals een luifel of een carport.
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat ondergeschikt is aan en ten dienste staat van het hoofdgebouw.
erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied.
de gevel die als voornaamste oorspronkelijke voorgevelvlak wordt gezien.
voorgevelrooilijn als bedoeld in het bestemmingsplan, de beheersverordening dan wel de gemeentelijke bouwverordening.
een gebouw behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, dat ondergeschikt is aan en ten dienste staat van het hoofdgebouw.
een woning die zelfstandig op een perceel is gebouwd.
de weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994.
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van een zelfstandig wonend persoon of een samenwonende groep van personen.
de grens van een perceel, aan de zijkant van een woning (die voor- en achterzijde van het perceel verbindt).
een gevel van een gebouw die niet een voorgevel of achtergevel is.
De omgevingsvergunning voor het bouwen van een erker wordt verleend als:
De omgevingsvergunning voor het plaatsen van een luifel wordt verleend als:
De omgevingsvergunning wordt verleend als de bouwhoogte van de erfafscheiding:
De omgevingsvergunning voor het plaatsen van een dakkapel of dakopbouw wordt verleend als:
De omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw ten behoeve van een openbare nutsvoorziening, de telecommunicatie, het openbaar vervoer of het trein-, water- of wegverkeer wordt verleend als:
De omgevingsvergunning voor het plaatsen van een zwembad, whirlpool, jacuzzi of vijver op het erf bij een woning of woongebouw wordt verleend als het zwembad, de whirlpool, de jacuzzi of de vijver niet van een overkapping is voorzien.
De omgevingsvergunning voor het plaatsen van een sport- of speeltoestel anders dan voor uitsluitend particulier gebruik wordt verleend als:
De omgevingsvergunning voor het bouwen van een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan, in de vorm van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie, wordt eenmalig verleend als:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 7c, veertiende lid, van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet een aan-huis-gebonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit uit te oefenen.
De omgevingsvergunning voor het uitoefenen van een aan-huis-gebonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit wordt alleen verleend als de vloeroppervlakte die gebruikt wordt voor de uitoefening van de aan-huis-gebonden activiteiten ten hoogste 30% van het hoofdgebouw, aan-en uitbouw en bijgebouw gezamenlijk.
Het is verboden een gebouw te gebruiken voor het verstrekken van logies.
Met een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 7c, veertiende lid, van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet kan worden afgeweken van het verbod, bedoeld in artikel 14.1, ten behoeve van logiesverstrekking aan arbeidsmigranten.
De omgevingsvergunning wordt alleen verleend als er sprake is van een goede ruimtelijke en maatschappelijke inpassing van het logies, beoordeeld volgens de artikelen 3 en 5 van de beleidsregel "Ruimtelijke randvoorwaarden logiesgewijze huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten Duin- en Bollenstreek" en diens rechtsopvolgers.
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van 'Crisis- en herstelwet bestemmingsplan aanvullende bouw- en gebruiksregels Lisse'.