Plan: | Eerste herziening Lisse Dorp |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0553.1eherlissedorp2010-vax1 |
In de wijk Vrouwenpolder in Lisse is de parkeerdruk hoog. De gemeente wil deze parkeerdruk verlagen door parkeerplaatsen toe te voegen. Een aantal van deze parkeerplaatsen is geprojecteerd in de bestemming Groen. In het ter plaatse vigerende bestemmingsplan Lisse Dorp is er bewust voor gekozen parkeren niet in de bestemming Groen toe te staan. Op de locaties in de wijk Vrouwenpolder is het ruimtelijk niet mogelijk om nieuwe parkeerplaatsen te realiseren in de bestemmingen zoals Wonen of Verkeer. Dit betekent dat voor een aantal locaties het bestemmingsplan moet worden aangepast. Daarnaast zijn er in de gemeente ook nog andere wijken die tegen dezelfde problematiek lopen. Daarom wil de gemeente het mogelijk maken om in de bestemming Groen in ondergeschikte mate parkeerplaatsen mogelijk te maken.
Daarnaast loopt de gemeente tegen het oneigenlijk gebruik van opslag in tuinen aan en wil hiervoor een specifieke gebruiksregel opnemen. Omdat dit in het vigerend bestemmingsplan niet mogelijk is, dient er een aparte planologische procedure te worden opgestart. Omdat het vigerend bestemmingsplan nog recent is vastgesteld op 27 oktober 2010, wordt dit deel tevens opgenomen in deze eerste herziening.
De herziening voorziet ook in een consoliderende regeling voor de speeltuin 'De Bijenkorf' aan de Emmastraat die niet positief is bestemd in het moederplan. Met deze herziening wordt ook deze omissie hersteld.
Tevens voorziet de herziening in een aanpassing voor de bestemming op de achterpercelen van een aantal carrés in de Vogelwijk, waar bij een paar percelen de kadastrale eigendommen van de woningen zullen worden bestemd als Wonen.
Ten slotte wordt met deze herziening een regeling ten behoeve van speelvoorzieningen opgenomen voor de openbare bestemmingen 'Groen', 'Verkeer', 'Verkeer - Verblijfsgebied' en 'Water'.
Omdat deze herziening een gebruiksregel toevoegt aan het vigerend bestemmingsplan Lisse Dorp, heeft de herziening betrekking op het gehele plangebied van het bestemmingsplan Lisse Dorp. Daarnaast is er een aantal specifieke locaties in het plangebied waar parkeren wordt toegevoegd. Het plangebied bestaat uit de bebouwde kom van Lisse en de buurtschappen 'De Engel', 'Ter Beek' en de '3e Poellaan'. Het centrumgebied en het bedrijventerrein van Meerzicht behoren niet tot het plangebied.
In figuur 1.1 is de ligging van het plangebied weergegeven.
figuur 1.1 Ligging plangebied
Ter plaatse van het plangebied vigeert momenteel het bestemmingsplan Lisse Dorp, dit bestemmingsplan is op 27 oktober 2010 vastgesteld door de gemeenteraad.
Het bestemmingsplan Eerste herziening Lisse Dorp is meerledig. Ten eerste is de herziening gericht op het planologisch mogelijk maken van de parkeerplaatsen binnen de bestemming Groen. Ten tweede heeft de herziening tot doel om ongewenst gebruik van gronden te verbieden. Daarnaast dient de herziening om de omissie in het moederplan ten aanzien van de bestemming van de speeltuin te herstellen. Ten slotte voorziet de herziening in een gelijkluidende regeling voor speelvoorzieningen in de openbare bestemmingen. HIervoor worden de bestemmingen in het moederplan Lisse Dorp 2010 deels gewijzigd.
De conceptwaterparagraaf is in het voortraject voorgelegd aan het Waterschap. Het bestemmingsplan Lisse Dorp 2010 zijn alle overleginstanties geraadpleegd. De nu voorgestelde herziening betreft een zeer kleine geringe wijziging waarbij, na overweging, de belangen van de overleginstanties niet worden geschaad. Gezien deze feiten achten wij het niet noodzakelijk om het wettelijk vooroverleg te voeren. De overleginstanties worden tijdens de terinzagelegging van het ontwerp hierover ingelicht.
Gezien de beperkte wijzigingen die de herziening voorstaat, zoals zijn beschreven in hoofdstuk 2, en het feit dat het college reeds positief heeft besloten op de aanpak voor de parkeerproblematiek in de wijk Vrouwenpolder, wordt geen inspraakprocedure gevolgd in het kader van het voorontwerpbestemmingsplan. Voorafgaand aan de opstelling van het bestemmingsplan zijn in de buurt inspraakbijeenkomsten gehouden ten behoeve van de aanpak van de parkeerproblematiek. Dit bestemmingsplan voorziet in het mogelijk maken van de parkeerplaatsen die volgen uit de inspraak die eerder is gevoerd.
Het ontwerpbestemmingsplan heeft vervolgens vanaf 28 februari 2014 gedurende 6 weken ter visie gelegen. Hierbij is eenieder in de gelegenheid gesteld zienswijzen in te dienen.
Aan de hand van de ruimtelijke en de functionele structuur wordt in hoofdstuk 2 de visie op het plangebied en de gewenste ontwikkeling beschreven. In hoofdstuk 3 wordt een toelichting gegeven op de bestemmingsplanregeling. In hoofdstuk 4 wordt het voor dit bestemmingsplan relevante beleid kort samengevat. In hoofdstuk 5 wordt de herziening getoetst aan de diverse milieu- en andere sectorale aspecten. Hoofdstuk 6 gaat in op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan.
In de woonwijk Vrouwenpolder in Lisse is een tekort aan parkeerplaatsen ontstaan. De woonwijk is gebouwd in de jaren '80 en kent weinig parkeerplaatsen doordat het autobezit in de afgelopen decennia is toegenomen. Doordat auto's ook naast parkeervakken worden gestald, worden nood- en hulpdiensten gehinderd.
Om de parkeerproblematiek het hoofd te bieden heeft de gemeente in overleg met de buurt gekeken naar mogelijke oplossingen. Hiervoor heeft de gemeente diverse informatieavonden en bijeenkomsten georganiseerd. Uit deze bijeenkomsten is uiteindelijk een Definitief Ontwerp (DO) ontworpen. In dit ontwerp zijn de verschillende belangen van de wijk, zoals groen, verkeersveiligheid, parkeren, betaalbare oplossingen en beschikbare ruimte meegewogen. Het college heeft op 15 januari 2013 ingestemd met het ontwerp en het toevoegen van extra parkeerplaatsen in de wijk.
Op een aantal locaties is de aanleg van parkeerplaatsen niet mogelijk binnen het vigerend bestemmingsplan Lisse Dorp uit 2010. Om de aanleg van de parkeerplaatsen mogelijk te maken worden deze locaties opgenomen in deze herziening. De locaties aan de Jacoba van Beierenlaan, de Hannie Schaftlaan en de Fien de la Mardreef passen niet in het vigerend bestemmingsplan Lisse Dorp. Deze locaties worden dan ook middels deze herziening mogelijk gemaakt.
Voor de overige locaties aan de Anna Blamandreef, de Ida Gerherdtstraat en de Ina Boudier-Bakkerstraat wordt gebruikgemaakt van de mogelijkheden uit het vigerend bestemmingsplan en worden mogelijk gemaakt via een omgevingsvergunning. Echter worden deze locaties ook opgenomen in deze herziening, zodat de locaties ook direct worden voorzien van een planologisch regime. In onderstaand figuur is een overzicht opgenomen van de verschillende locaties, waar de parkeerplaatsen worden gerealiseerd.
fig 2.1 Ligging parkeerplaatsen
Naast de wijk Vrouwenpolder kennen ook andere wijken in de gemeente problemen met parkeren. Om in de toekomst het mogelijk te maken om in woonwijken op kleine schaal parkeerplaatsen te kunnen realiseren binnen de groenbestemming, wordt in deze herziening ondergeschikte parkeerplaatsen mogelijk gemaakt.
In het bestemmingsplan is opslag op onbebouwde gronden niet geregeld, maar ook niet expliciet als verboden gebruik aangegeven. In het bestemmingsplan Centrum Lisse 2011 is in de gebruiksregels opslag op onbebouwde gronden expliciet uitgesloten.
In het kader van handhaving is het dan ook wenselijk dat dit ook in andere bestemmingsplannen expliciet opgenomen wordt. In deze herziening wordt deze regeling opgenomen.
Aan de Emmastraat 49 in Lisse is een speeltuin gevestigd. Deze speeltuin is in het vigerend bestemmingsplan als Groen. Echter heeft de speeltuin een besloten karakter, waarmee de bestemming Groen geen recht doet aan het huidige gebruik van de gronden. In deze herziening wordt voor deze speeltuin een passende regeling opgenomen, die aansluit bij het huidige gebruik en de huidige bebouwing van de gronden ter plaatsen.
In de Vogelwijk zijn een aantal wooncarrés gelegen. Deze carrés hebben een binnenterrein die deels ingericht zijn als speelterrein en deels ten behoeve van bergingen en garages. Grenzend aan deze achterterreinen hebben een deel van de kadastrale percelen van de woningen een verkeersbestemming. Met deze herziening wordt dit herstelt en krijgen een deel van deze percelen wel een woonbestemming.
In de gemeente worden speelvoorzieningen zowel binnen de bestemming Groen als binnen andere openbare bestemmingen zoals Verkeer of Verkeer - Verblijfsgebied mogelijk gemaakt. In het vigerend bestemmingsplan Lisse Dorp 2010 is alleen in de bestemming Groen een specifieke regeling opgenomen ten aanzien van de bouwhoogte van speelvoorzieningen. Omdat speelvoorzieningen ook in andere bestemmingen gewenst zijn, wil de gemeente ook voor de andere bestemmingen in de openbare ruimte voorzien in een regeling voor speelvoorzieningen. In deze herziening is een dergelijke regeling opgenomen.
De parkeerproblematiek, de algemene gebruiksregel voor opslag en de regeling voor de speeltuin geven aanleiding voor aanpassingen in het vigerend bestemmingsplan door middel van een herziening van het bestemmingsplan. Hiervoor worden zowel in de regels als op de verbeelding een aanpassing gedaan. In deze herziening gelden voor de gronden in het plan dezelfde regels als voor het reeds vigerende bestemmingsplan. De wijzigingen die deze herziening voorstaat worden in dit hoofdstuk nader beschreven. Daar waar in de regels wordt verwezen naar artikelnummers wordt de artikelnummers bedoeld zoals deze luiden na de herziening.
In de regels is opgenomen dat de regels van het bestemmingsplan Lisse Dorp overeenkomstig van toepassing zijn. Deze regels worden op de volgende punten gewijzigd.
Begrippen
In het begrip parkeervoorziening (lid 1.64) geeft de zinsnede 'al dan niet overdekte' onduidelijkheid over welke parkeervoorzieningen exact onder dit begrip vallen. Om deze onduidelijkheid weg te nemen wordt de betreffende zinsnede door middel van deze herziening geschrapt.
Cultuur en ontspanning
De bestemming Cultuur en Ontspanning wordt toegevoegd aan het bestemmingsplan. Hierdoor wordt in de regels een nieuw artikel 6 toegevoegd. In dit artikel wordt de speeltuin aan de Emmastraat mogelijk gemaakt evenals bijbehorende voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen, groen, water en parkeervoorzieningen. In dit artikel zijn daarnaast ook bijbehorende bouwregels opgenomen. In deze regels is voorzien dat de bouwhoogte van overkappingen niet meer bedraagt dan 4,5 m. De bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn 1 m, elders bedragen deze 2 m. Voor speeltoestellen bedraagt de maximale bouwhoogte 6 m. Overige bouwwerken bedragen ten hoogste 3 m.
Groen
In het artikel Groen in het bestemmingsplan Lisse Dorp (artikel 9, wordt artikel 10) is parkeren niet toegestaan. Om de parkeerplaatsen mogelijk te maken wordt aan de bestemmingsomschrijving een lid toegevoegd. In dit lid wordt bepaald dat bij de bestemming behorende voorzieningen zoals parkeervoorzieningen zijn toegestaan.
Speelvoorzieningen
In de bestemmingen 'Verkeer', 'Verkeer - Verblijfsgebied' en 'Water' in het bestemmingsplan Lisse Dorp (artikels 16 t/m 18, wordt artikels 17 t/m 19) wordt aan de bouwregels een regel toegevoegd. Deze regel maakt het mogelijk om speelvoorzieningen tot 5 meter te realiseren. Dit komt overeen met de huidige regeling in de bestemming Groen die ook speelvoorzieningen tot 5 meter mogelijk maakt.
Verkeer - Verblijfsgebied
In de bestemming Verkeer - Verblijfsgebied (artikel 17, wordt artikel 18) is onder lid 1 onder a opgenomen dat de gronden bestemd zijn voor een 'verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen'. Bij een strikte toepassing van deze bestemming is ambulante handel, die niet ten dienste is van een aangrenzende bestemming, zoals bijvoorbeeld een oliebollenkraam, niet mogelijk is. Om deze mogelijkheid wel te bieden wordt de zinsnede 'ten dienste van de aangrenzende bestemming' door middel van deze herziening geschrapt.
Algemene gebruiksregels
In het bestemmingsplan Lisse Dorp zijn momenteel geen algemene gebruiksregels opgenomen. In het bestemmingsplan Lisse Centrum, dat later is opgesteld, zijn wel algemene gebruiksregels opgenomen. Hierin is opgenomen wat in ieder geval tot gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt begrepen. Het is voor handhaving van dergelijk ongewenst gebruik duidelijker om een regeling voor strijdig gebruik ook in het bestemmingsplan Lisse Dorp op te nemen. In de regeling is opgenomen dat onder strijdig gebruik in ieder geval het opslaan van grond, afval of aan het gebruik onttrokken machines wordt verstaan.
Op de plankaart wordt op de locatie van de speeltuin aan de Emmastraat 49 voor de speeltuin de bestemming Cultuur en Ontspanning opgenomen, met de aanduiding 'speeltuin'. Ter plaatse van de bebouwing wordt een bouwvlak opgenomen met een goothoogte van 3,6 m. De begrenzing van de bestemming ligt op de achterpercelen van de woningen rondom de speeltuin.
Op de plankaart wordt tevens aan de achterzijde van een aantal percelen in de Vogelwijk de bestemming Wonen op het kadastraal eigendom van de betreffende woning gelegd. Voor dit deel van het perceel geldt de bestemming Wonen, zoals deze reeds is opgenomen in het bestemmingsplan 'Lisse Dorp'.
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (2011) en Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (2011)
In de Structuurvisie schrapt het Rijk in de lange lijst van nationale belangen die de mogelijkheden van regio's aan banden leggen. Van de 39 'Nationale belangen', waarvoor het Rijk de kaders schept, blijven er 13 over. Het Rijk richt zich op zaken die voor Nederland al geheel van belang zijn. Dit zijn bijvoorbeeld:
In het Besluit geeft het Rijk de algemene regels aan, waaraan bestemmingsplannen moeten voldoen. In samenhang met het beleid dat is aangegeven in de Structuurvisie, zijn deze regels vooral gericht op het veilig stellen van de nationale belangen waarvoor, gelet op de belangen, beperkingen gelden voor de ruimtelijke besluitvorming op lokaal niveau. Noch voor het plangebied, noch voor het type ontwikkeling geeft het rijksbeleid specifieke regels. De herziening past binnen het beleid van het rijk.
Provinciale Structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland' (2009) en Provinciale verordening Ruimte (herziening 2013)
De provincie heeft op 2 juli 2010 een integrale structuurvisie tot 2020 voor de ruimtelijke ordening in Zuid-Holland vastgesteld. De nieuwe Structuurvisie vervangt de vier streekplannen en de Nota Regels voor Ruimte. Naast de structuurvisie is ook de Verordening Ruimte vastgesteld. De kern van Visie op Zuid-Holland is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. De visie is opgebouwd uit vijf integrale hoofdopgaven, namelijk:
Op de functiekaart behorende bij de structuurvisie is het plangebied aangeduid als bestaand- en stedelijk gebied. In de provinciale verordening is het gebied gelegen binnen de rode contour. Voor de type ontwikkeling wordt in het provinciaal beleid geen specifieke regels gesteld. De ontwikkeling past binnen het provinciaal beleid
Structuurvisie 'Vertalen, verbinden en versterken' (2011)
De structuurvisie Vertalen, verbinden en versterken vormt de ruimtelijke vertaling van de Toekomstvisie uit 2010. In de visie positioneert Lisse zich niet alleen als gemeente in de regio Holland-Rijnland, maar ook als zelfbewuste zelfstandige gemeente.
De structuurvisie borduurt voor een groot gedeelte voort op de reeds bestaande beleidsstukken en benoemt de ontwikkelingen die zich in de afgelopen jaren hebben afgespeeld, als ook de lopende projecten. Daarnaast vormt het een kader voor de opgaven die de gemeente zich voor de komende jaren stelt.
In de structuurvisie wordt het parkeren in de woonwijken al als problematisch opgenomen. In de structuurvisie is aangegeven dat dit bij herstructurering van de wijken zal worden aangepakt. Deze herziening voorziet in de woonwijk Vrouwenpolder in de aanleg van nieuwe parkeerplaatsen. De herziening past hiermee binnen het beleid van de gemeente, zoals is opgesteld in de structuurvisie.
Toetsingskader: Wet geluidhinder (Wgh)
Beoogde ontwikkeling en conclusie
De herziening voorziet niet in de realisatie van geluidsgevoelige objecten in het kader van de Wgh. Daarnaast leidt de aanleg van parkeerplaatsen niet tot reconstructie in de zin van de Wgh. Nader onderzoek naar geluidshinder is dan ook niet noodzakelijk.
De gemeente is voornemens om in de wijk Vrouwenpolder 141 nieuwe parkeerplaatsen te realiseren. Dit om het hoofd te bieden aan de parkeerproblematiek en het tekort aan parkeerplaatsen dat momenteel in de wijk speelt. Deze herziening is erop gericht de locaties aan de Jacoba van Beierenlaan en de Hannie Schaftlaan mogelijk te maken. Daarnaast biedt het bestemmingsplan de juridisch-planologische regeling voor de omgevingsvergunningen die verleend zijn voor de locaties aan de Anna Blamandreef, de Ida Gerhardtstraat en de Ina Boudier-Bakkerstraat.
Ontsluiting
De wegen waarlangs de nieuwe parkeerplaatsen worden aangelegd zijn gecategoriseerd als erftoegansgwegen binnen de bebouwde kom. Deze wegen zijn gelegen in een 30 km/h-zone en kennen een lage verkeersintensiteit. De verwachting is dan ook dat het verkeer van en naar de parkeerplaatsen goed afgewikkeld kan worden op de ontsluitende wegen.
Door de aanleg van extra parkeerplaatsen zal niet meer op gevaarlijke plekken in de wijk worden geparkeerd. Dit komt de bereikbaarheid van de wijk, ook voor de hulpdiensten, ten goede.
Inpassing in profiel
Op de meeste locaties is voldoende ruimte om de nieuwe parkeerplaatsen in te passen in het bestaande profiel van de openbare ruimte. Een aandachtspunt zijn de locaties langs de Anna Blamandreef, waar sprake is van een smal wegprofiel. Hierbij is de brandweer om extra advies gevraagd. Om de bereikbaarheid in de wijk voor hulpdiensten te garanderen zal de doorrijbreedte aan de Anna Blamandreef ten minste 3 m moeten bedragen. Hierbij wordt eveneens gestreefd naar een breedte van de nieuwe parkeervakken van 3 m.
Toetsingskader: Wet bodembescherming.
Onderzoek en conclusie
De functie van de gronden veranderd door de herziening niet wezenlijk. De functie parkeren is daarnaast niet gevoelig voor bodemverontreiniging. Onderzoek naar de bodemgesteldheid is in dit kader dan ook niet noodzakelijk.
Toetsingskader: Besluit externe veiligheid inrichtingen, Besluit externe veiligheid buisleidingen, Circulaire risico normering vervoer gevaarlijke stoffen.
Onderzoek
Uit de provinciale risicokaart (www.risicokaart.nl) blijkt dat in de directe omgeving van het plangebied één risicovolle inrichting aanwezig is die van invloed is op de veiligheidssituatie in het plangebied. Het betreft hier het lpg-verkooppunt aan de Westelijke Randweg. Binnen het invloedsgebied worden geen (beperkt) kwetsbare objecten mogelijk gemaakt. De herziening leidt daarnaast niet tot een toename van het groepsrisico. De aanwezigheid van het lpg-verkooppunt levert dan ook geen belemmering op voor de beoogde ontwikkeling.
In het plangebied vindt er geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaats over de weg, het spoor het water of door buisleidingen dat van invloed is op de veiligheidssituatie in het plangebied.
Conclusie
Geconcludeerd wordt dat het plan voldoet aan het beleid en de normstelling ten aanzien van externe veiligheid. Het aspect externe veiligheid staat de uitvoering van het plan niet in de weg.
Afwegingskader
Planologisch relevante leidingen en hoogspanningsverbindingen dienen te worden gewaarborgd. Tevens dient rond dergelijke leidingen rekening te worden gehouden met zones waarbinnen mogelijke beperkingen gelden. Planologisch relevante leidingen zijn leidingen waarin de navolgende producten worden vervoerd:
Onderzoek en conclusie
Er is in het plangebied één hoogspanningsverbinding gelegen. In de omgeving van hoogspanningsverbindingen dient rekening te worden gehouden met de 'indicatieve zone' waarbinnen sprake kan zijn van verhoogde magneetvelden. Het beleid is erop gericht om geen nieuwe gevoelige functies (functies waar kinderen van 0 tot 15 jaar langdurig kunnen verblijven, zoals wonen, scholen en kinderopvangvoorzieningen) te realiseren binnen de indicatieve zone. De herziening maakt deze functies niet mogelijk. De hoogspanningsverbinding vormt dan ook geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling.
Verder zijn er geen planologisch relevante buisleidingen of straalpaden aanwezig. Met eventueel aanwezige overige planologisch gezien niet-relevante leidingen (zoals rioolleidingen, leidingen nutsvoorzieningen, drainageleidingen) in of nabij het plangebied hoeft in het bestemmingsplan geen rekening te worden gehouden. Er wordt geconcludeerd dat het aspect kabels en leidingen de uitvoering van het plan niet in de weg staat.
Toetsingskader:
Grenswaarden uit de Wet milieubeheer en Besluit niet in betekenende mate (nibm).
Onderzoek en conclusie
De ontwikkeling in het plangebied is met de aanleg van parkeerplaatsen dusdanig klein dat dit ten opzichte van de huidige situatie voor een beperkte verkeersaantrekkende werking zorgt. Het effect op de luchtkwaliteit bedraagt in geen geval meer dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarden voor PM10 en NO2. Op het plan is daarom het Besluit niet in betekenende mate van toepassing. Een toetsing aan de grenswaarden kan achterwege blijven.
Toetsingskader:
Richtafstanden uit de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (editie 2009).
Onderzoek en conclusies
De ontwikkeling heeft geen betrekking op nieuwe milieugevoelige functies, daarnaast is de aanleg van parkeerplaatsen ook geen milieuhinderlijke functie. Onderzoek naar milieuhinder kan dan ook achterwege blijven.
Toetsingskader:
Waterwet/watertoets/Besluit ruimtelijke ordening.
Huidige situatie
Algemeen
Het plangebied betreft de dorpskern van Lisse en bestaat in de huidige situatie uit bebouwing, tuinen, bedrijfspercelen, verhardingen, wegen, groen en water.
Bodem en grondwater
Het watersysteem van Lisse is deels onderdeel van de boezem van Rijnland en bestaat verder uit diverse polders. De oude strandwallen liggen boven boezemniveau en kunnen vrij afwateren. De polders liggen onder boezemniveau en zijn voor de waterhuishouding afhankelijk van bemaling.
Waterkwantiteit en -kwaliteit
De wateren in Lisse hebben over het algemeen een te lage zuurstofconcentratie. Deze lage concentraties worden vooral veroorzaakt door kroosvorming, slib en riooloverstorten. De intensieve bollenteelt met hoge fosfaatbemesting in het gebied resulteert in een hoog fosfaatgehalte in het oppervlaktewater. Op een aantal locaties binnen het plangebied komt teveel koper in het water voor. Binnen stedelijk gebied is uitloging van drinkwaterleidingen en bouwmaterialen de belangrijkste bron voor koper. Dit komt in het oppervlaktewater terecht via riooloverstorten en afspoelend regenwater.
Voor Lisse zijn de waterlichamen Trekvaartsysteem (hier binnen vallen de Leidsevaart, Lisserbeek, Ringsloot en Mallegatsloot) aangemerkt als Kader Richtlijn Water-waterlichaam (KRW-lichaam). Ecologisch is het waterlichaam matig ontwikkeld. Het merendeel van de oevers ontbreekt het aan oever- en waterplanten, een groot deel van de oevers is steil en heeft een harde beschoeiing, er is sprake van lokaal lage doorzichten en het gemeten zuurstofgehalte ligt onder de norm.
Veiligheid en waterkeringen
De kades van de Ringvaart van de Haarlemmermeer, de Ringvaart en de Lisserbeek zijn aangemerkt als boezemkade. Delen van het plangebied liggen dan ook binnen de kern-/beschermingszone van een waterkering.
Afvalwaterketen en riolering
Het plangebied is voornamelijk voorzien van een gemengd rioleringsstelsel. Alleen Ter Beek en het Veldhuyzen van Zantenpark zijn voorzien van respectievelijk een gescheiden en een verbeterd gescheiden rioleringsstelsel.
Toekomstige situatie
Algemeen
Het bestemmingsplan maakt de aanleg van diverse parkeerplaatsen mogelijk.
Waterkwantiteit
Toename in verhard oppervlak dient gecompenseerd te worden door de aanleg van open water. Volgens de eis van het Hoogheemraadschap dient 15% van de toename in verharding gecompenseerd te worden bij een toename in verharding van 500 m² of meer. Voorliggende herziening maakt de realisatie van een aantal parkeerplaatsen mogelijk binnen de bestemming Groen. Deze ontwikkeling is dusdanig klein dat de toename in verharding onder de 500 m² zal blijven. Watercompensatie is voor voorliggende plan dan ook niet vereist.
Watersysteemkwaliteit en ecologie
Ter voorkoming van diffuse verontreinigingen van water en bodem geldt een verbod op het toepassen van zink, lood, koper en PAK's-houdende bouwmaterialen.
Afvalwaterketen en riolering
Conform de Leidraad Riolering en vigerend Hoogheemraadschapsbeleid is het voor nieuwbouw gewenst een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen zodat schoon hemelwater niet bij een rioolzuiveringsinstallatie terecht komt. Afvalwater wordt aangesloten op de bestaande gemeentelijke riolering. Voor hemelwater wordt de volgende voorkeursvolgorde aangehouden:
In voorliggende plan wordt geen nieuwe bebouwing gerealiseerd. Het realiseren van een gescheiden rioolstelsel is dan ook niet noodzakelijk.
Waterbeheer
Voor aanpassingen aan het bestaande watersysteem dient bij het Hoogheemraadschap vergunning te worden aangevraagd op grond van de 'Keur'. Dit geldt dus bijvoorbeeld voor het graven van nieuwe watergangen, het aanbrengen van een stuw of het afvoeren van hemelwater naar het oppervlaktewater. In de Keur is ook geregeld dat een beschermingszone voor watergangen en waterkeringen in acht dient te worden genomen. Dit betekent dat binnen de beschermingszone niet zonder ontheffing van het Hoogheemraadschap gebouwd, geplant of opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit, het profiel en/of de veiligheid wordt aangetast, de aan- of afvoer en/of berging van water wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd. Ook voor het onderhoud gelden bepalingen uit de 'Keur'. Het onderhoud en de toestand van de (hoofd)watergangen worden tijdens de jaarlijkse schouw gecontroleerd en gehandhaafd.
Conclusie
De ontwikkeling heeft geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse.
Toetsingskader
Natuurbeschermingswet 1998/Flora- en faunawet.
Onderzoek
Het plangebied maakt geen deel uit van een beschermd natuurgebied, zoals Natura 2000 of de EHS. Ook zijn er geen natuurgebieden in de omgeving waarop de ontwikkeling negatieve gevolgen heeft.
In het plangebied vindt een ontwikkeling plaats waarvoor het rooien van beplanting nodig is. Hiermee kan het leefgebied van beschermde soorten aangetast worden. De bomen zijn echter te jong en daarmee te dun, voor vaste verblijfplaatsen van vleermuizen en broedvogels. De ontwikkeling leidt ook niet tot het geheel verdwijnen van doorgaande groenstructuren, zodat eventuele vliegroutes en foerageergebied behouden blijven. In de directe omgeving is ook voldoende alternatief foerageergebied aanwezig. De werkzaamheden die betrekking hebben op het rooien van bomen worden buiten het broedseizoen uitgevoerd, zodat algemeen voorkomende broedende vogels (o.a. koolmees, merel) niet worden verstoord.
Ter compensatie van het rooien van bomen worden er nieuwe bomen teruggeplaatst. Deze bomen zullen in een groter plantvak worden geplaatst, wat de groei van de bomen ten goede komt.
De ontwikkeling houdt rekening met de aanwezige flora en fauna, zodat de Flora- en faunawet niet wordt overtreden.
Het aspect ecologie vormt geen belemmering voor de uitvoering van het bestemmingsplan.
Toetsingskader
Monumentenwet/Verdrag van Malta.
Onderzoek
De aanleg van de parkeerplaatsen vindt plaats in de wijk Vrouwenpolder. Deze wijk heeft op de Archeologiekaart van de gemeente en in het vigerend bestemmingsplan geen archeologische verwachtingswaarde. Onderzoek naar eventuele archeologische waarden is dan ook niet noodzakelijk.
In de wijk Vrouwenpolder zijn ook geen cultuurhistorische waarden aanwezig. De aanleg van de parkeerplaatsen hebben ook geen nadelige invloed op de cultuurhistorische waarden in de omgeving.
Toetsingskader
In onderdeel C en D van de bijlage bij het Besluit m.e.r. is aangegeven welke activiteiten in het kader van het bestemmingsplan planmer-plichtig, projectmer-plichtig of mer-beoordelingsplichtig zijn. Voor deze activiteiten zijn in het Besluit m.e.r. drempelwaarden opgenomen. Daarnaast dient het bevoegd gezag bij de betreffende activiteiten die niet aan de bijbehorende drempelwaarden voldoen, na te gaan of sprake kan zijn van belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu, gelet op de omstandigheden als bedoeld in bijlage III van de EEG-richtlijn milieueffectbeoordeling. Deze omstandigheden betreffen:
Onderzoek en conclusies
Gelet op de kenmerken van het project (zoals het kleinschalige karakter in vergelijking met de drempelwaarden uit het Besluit m.e.r.), de plaats van het project en de kenmerken van de potentiële effecten zullen geen belangrijke negatieve milieugevolgen optreden. Dit blijkt ook uit de onderzoeken van de verschillende milieuaspecten zoals deze in de vorige paragrafen zijn opgenomen. Voor het bestemmingsplan is dan ook geen mer noodzakelijk.
De inhoud van deze herziening noodzaakt niet tot onderzoek inzake de economische uitvoerbaarheid of het opstellen van een exploitatieplan.
Gegeven de beperkte inhoud van deze herziening heeft de gemeente besloten af te zien van inspraak en overleg en direct over te gaan tot het opstellen van een ontwerpbestemmingsplan. Het ontwerpbestemmingsplan heeft met ingang van 28 februari 2014 gedurende een periode van 6 weken ter inzage worden gelegd. In deze periode is één zienswijze binnengekomen. Deze zienswijze is samengevat en beantwoord in .