direct naar inhoud van Regels
Plan: Parapluplan woongebruik en kamerverhuur Leiderdorp
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0547.BPwoongebruik-ON01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In de regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan 'Parapluplan woongebruik en kamerverhuur Leiderdorp' met identificatienummer NL.IMRO.0547.BPwoongebruik-ON01 van de gemeente Leiderdorp;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlage;

1.3 bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, uitsluitend bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;

1.4 bed and breakfast

een voorziening gericht op het, binnen een woning en door de bewoner(s), bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt als ondergeschikte toeristisch-recreatieve activiteit, waarbij de gasten niet beschikken over een eigen kookgelegenheid en niet zijnde de uitoefening van een hotel, pension of ander bedrijf.

Onder een 'Bed and Breakfast' wordt niet verstaan het bieden van de mogelijkheid tot overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid.

1.5 bestaand(e) (situatie)
  • a. t.a.v. bebouwing: bebouwing, zoals legaal aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning;
  • b. t.a.v. gebruik: het legale gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan;
  • c. t.a.v. van aantallen: het aantal zoals legaal aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan.
1.6 bijzondere woonvorm

een woonvorm, al dan niet onzelfstandig, waar een kwetsbare doelgroep wordt gehuisvest die zorg of ondersteuning krijgt van een door de gemeente erkende maatschappelijke of zorg organisatie;

1.7 gemeentelijk parkeerbeleid

het gemeentelijk parkeerbeleid, zoals vastgelegd in het Parkeerbeleidsplan 2012, vastgesteld op 2 april 2012, in samenhang met het Addendum Parkeerbeleidsplan, vastgesteld op 7 maart 2016, of de rechtsopvolger van deze documenten.

1.8 grondgebonden woning

een gebouw dat uitsluitend één woning omvat, die rechtstreeks toegankelijk is op het straatniveau, waarbij één van de bouwlagen van de woning aansluit op het maaiveld en waarvan op het bijbehorende bouwperceel geen andere woningen voorkomen;

1.9 huishouden

een persoon of groep personen die een (duurzame) gemeenschappelijke huishouding voert. Indien het huishouden uit twee of meer personen bestaat, betreft het een leefvorm of samenlevingsvorm met een continuïteit in de samenstelling en een onderlinge verbondenheid. Kenmerken van de continuïteit in de samenstelling en een onderlinge verbondenheid zijn:

  • voor onbepaalde tijd samenleven;
  • een ieder neemt deel aan het gezinsleven, bijvoorbeeld samen eten en verdeling huishoudelijke taken;
  • eigen kamer, maar gemeenschappelijk sanitair, keuken en woonkamer;
  • personen worden niet door instelling geplaatst, er vindt geen behandelingstraject plaats.

Kamerverhuur en bijzondere woonvormen zijn woonvormen waarbij geen sprake is van één huishouden'

1.10 kamerverhuur

het in gebruik (laten) hebben en/of (laten) geven van een (gedeelte van een) een hoofdgebouw of met het hoofdgebouw verbonden bijbehorende bouwwerken door meer dan één huishouden, waarbij bewoners verblijven in onzelfstandige woonruimten, al dan niet gebruik makend van gemeenschappelijke voorzieningen.

1.11 wonen

het gehuisvest zijn in (een) woning(en).

1.12 woning/wooneenheid

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

1.13 woonruimte

besloten ruimte die, al dan niet tezamen met andere ruimten, bestemd is voor bewoning door één of meer vaste bewoners.

1.14 onzelfstandige woonruimte

woonruimte welke geen eigen toegang heeft en welke niet kan worden bewoond zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen (zoals badruimte, toilet en/of keuken) buiten die woonruimte.

1.15 zelfstandige woning

woonruimte met een eigen toegang, die door een huishouden kan worden bewoond zonder dat het huishouden daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen (zoals badruimte, toilet en/of keuken) buiten die woonruimte.

1.16 Onvrije woning

Woonruimte die door een huishouden kan worden bewoond zonder dat het huishouden daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen (zoals badruimte, toilet en/of keuken) buiten die woonruimte en waarvan de vertrekken uitkomen op een gemeenschappelijke gang of hal. De vertrekken zijn afsluitbaar. Een onvrije woning is een zelfstandige woonruimte.

Artikel 2 Reikwijdte en toepassing

2.1 Van toepassing verklaring
  • a. Het voorliggende bestemmingsplan is van toepassing op de bestemmingen die het wonen, inclusief het wonen in bedrijfswoningen, toestaan in alle bestemmingsplannen, (partiële) herzieningen van bestemmingsplannen en wijzigings- en uitwerkingsplannen van de gemeente Leiderdorp, geldend op het moment van vaststelling van dit bestemmingsplan.
  • b. In afwijking op het bepaalde onder a, is Artikel 6 van toepassing op het gehele gemeentelijk grondgebied;
  • c. De regels in het voorliggende bestemmingsplan gelden in aanvulling op en voor zover van toepassing ter gedeeltelijke vervanging van de regels (waaronder de begrippen) in de onder a bedoelde plannen.

 

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Kamerverhuur

3.1 Specifieke gebruiksregels
3.1.1 Toegestaan gebruik

In afwijking van het toegestane gebruik van woningen /wooneenheden als bedoeld in Artikel 1, is kamerverhuur toegestaan met dien verstande dat:

    • 1. de woningeigenaar hoofdverblijf houdt in dezelfde woning;
    • 2. per woning niet meer dan twee onzelfstandige woonruimten verhuurd worden;
    • 3. een onzelfstandige woonruimte bewoond wordt door ten hoogste 2 bewoners;
    • 4. een onzelfstandige woonruimte een gebruiksoppervlakte heeft van minimaal 10 m².

3.1.2 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:

  • a. het gebruik van bedrijfswoningen, dienstwoningen, woningen en/of wooneenheden anders dan voor één huishouden of voor kamerbewoning, met uitzondering van het bepaalde in artikel 3.1.1;
  • b. het realiseren van een zelfstandige woonruimte in een bestaande woning (woningsplitsing);
  • c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken, bedrijfsgebouwen, garageboxen en/of andere niet voor bewoning bestemde gebouwen als woning met uitzondering van het gebruik als mantelzorg als bedoeld in het Besluit omgevingsrecht, Bijlage II, art. 2.22.

Artikel 4 Bijzondere woonvorm

4.1 Afwijken gebruiksregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het toegestane gebruik van woningen/wooneenheden, ten behoeve van het omzetten van (een deel van) een bestaande woning dan wel bijgebouw in 1 of meer onzelfstandige wooneenheden ten behoeven van een bijzondere woonvorm, mits een goed woon- en leefklimaat wordt geborgd. Met dien verstande dat:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.

Artikel 5 Aan huis verbonden bedrijf

5.1 Specifieke gebruiksregels

Voor het bestemmingsplan 'Oude Dorp' (NL.IMRO.0547.BPoudedorp-VG02 ) geldt dat het uitoefenen van een aan huis verbonden bedrijf niet is toegestaan, uitgezonderd bestaande situaties zoals bedoeld in lid 1.5.

5.2 Afwijken van de gebruiksregels
5.2.1 Aan huis verbonden bedrijf

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 5.1 en van het toegestane woongebruik zoals in de overige gemeentelijke plannen is toegestaan, voor het uitoefenen van een aan huis verbonden bedrijf waarbij geldt dat:

  • a. bedrijven maximaal in de categorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan of bedrijven die voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf in de categorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. de activiteit alleen in de woning of aan- en uitbouw mag worden uitgeoefend;
  • c. buitenopslag niet is toegestaan;
  • d. geen detailhandel of horeca is toegestaan met uitzondering van een bed and breakfast van maximaal 3 kamers en 6 personen;
  • e. er geen onevenredige toename van de verkeersbelasting in de omgeving mag optreden;
  • f. er geen onevenredige druk op de bestaande parkeermogelijkheden bij de woning en in de omgeving van de woning mag ontstaan;
  • g. de vloeroppervlakte van de gebouwen voor maximaal 30% gebruikt mag worden voor het aan huis verbonden bedrijf.

5.2.2 Aan huis verbonden beroep en bedrijf in een vrijstaand bijgebouw

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het toegestane woongebruik, voor het uitoefenen van een aan huis verbonden beroep en bedrijf in een vrijstaand bijgebouw met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. het gebruik heeft slechts een beperkte ruimtelijke uitstraling;
  • b. de voorwaarden als genoemd onder 5.2.1, met uitzondering van lid b, zijn van overeenkomstige toepassing .

Artikel 6 Parkeren

6.1 Parkeren
  • a. tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken, anders dan bestaand gebruik, zonder dat op het desbetreffende bouwperceel voldoende parkeerplaatsen ten dienste van de zich daar bevindende functies zijn aangelegd en in stand worden gehouden;
  • b. een omgevingsvergunning voor het bouwen of uitbreiden van een gebouw bedoeld voor wonen of een ander soort verblijf van mensen op een bouwperceel wordt slechts verleend, indien is aangetoond dat voldoende parkeerplaatsen zullen worden aangelegd en in stand gehouden;
  • c. of sprake is van voldoende parkeerplaatsen wordt bepaald overeenkomstig het gemeentelijk parkeerbeleid met dien verstande dat het totale aantal benodigde parkeerplaatsen naar boven wordt afgerond naar het eerstvolgende hele getal;
  • d. bij functiewijziging dient opnieuw getoetst te worden aan het gemeentelijk parkeerbeleid;
  • e. parkeerplaatsen ten dienste van de zich op een bouwperceel bevindende functie worden aangelegd op het bouwperceel waarop die functie zich bevindt of in de directe omgeving;
  • f. de afmetingen van een parkeerplaats dienen te voldoen aan het gemeentelijk parkeerbeleid.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 7 Overgangsrecht

7.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  • c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
7.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 8 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Parapluplan woongebruik en kamerverhuur Leiderdorp'.