direct naar inhoud van 4.10 Luchtkwaliteit
Plan: Morsweg Rijnoever
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0546.PB00003-0301

4.10 Luchtkwaliteit

4.10.1 Wet Milieubeheer

Wettelijk kader

Op 15 november 2007 is de Wet milieubeheer gewijzigd. Aan hoofdstuk 5 is een titel toegevoegd: titel 5.2 luchtkwaliteitseisen. Deze wet vervangt het Besluit luchtkwaliteit 2005. Het doel van de wet is het beschermen van mens en milieu tegen de negatieve effecten van luchtverontreiniging. Het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) is de kern van de Wet milieubeheer, onderdeel luchtkwaliteit. Dit programma is de onderbouwing van het “derogatieverzoek” van het Rijk aan de EU. Het NSL is een bundeling van alle ruimtelijke maatregelen die de luchtkwaliteit in betekenende mate verslechteren en alle maatregelen die de luchtkwaliteit verbeteren om er voor te zorgen dat per 2011 (fijn stof) respectievelijk 2015 (stikstofdioxide) overal in Nederland aan de grenswaarden wordt voldaan. Het Rijk coördineert het programma. Het NSL is op 1 augustus 2009 in werking getreden. De uitvoeringsregels behorende bij de wet zijn vastgelegd in algemene maatregelen van bestuur (AMvB) en ministeriële regelingen (mr), waaronder AMvB en mr niet in betekenende mate (NIBM). AMvB en mr niet in betekenende mate De Wet milieubeheer, onderdeel luchtkwaliteit, maakt onderscheid tussen grote en kleine ruimtelijke projecten. Een project is klein als het slechts in geringe mate (ofwel niet in betekenende mate) leidt tot een verslechtering van de luchtkwaliteit. De grens ligt bij een verslechtering van maximaal 3% van de grenswaarden voor de luchtkwaliteit. Grotere projecten daarentegen kunnen worden opgenomen in het NSL-programma, mits ook overtuigend wordt aangetoond dat de effecten van dat project worden weggenomen door de maatregelen van het NSL. De AMvB en Regeling “Niet in betekenende mate” bevat criteria waarmee kan worden bepaald of een project van een bepaalde omvang wel of niet als “in betekenende mate” moet worden beschouwd. Deze AMvB is gelijktijdig met het NSL in werking getreden.


In de paragraaf met betrekking tot luchtkwaliteitseisen is de 'Regeling niet in betekenende mate' opgenomen, waarin een toetscriterium voor luchtkwaliteitseisen is beschreven. Aan de hand van dit toetscriterium moet worden bepaald of het project binnen de toelaatbare waarden valt van de categorie 'niet in betekenende mate leidend tot verslechtering van de luchtkwaliteit'. De Wet milieubeheer bevat eveneens een regel die voorschrijft dat projecten waarvoor minder dan 1500 woningen gerealiseerd worden automatisch onder de categorie 'niet in betekenende mate' valt. Er worden minder dan 1500 woningen gerealiseerd, waardoor het plan volgens de regeling 'niet in betekende mate' is.

De grenswaarde (norm) voor fijn stof (PM10) is 40 µg/m3. Voor de uitvoering van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) heeft het ministerie van I&M een digitale monitoringstool beschikbaar gesteld, die voor iedereen toegankelijk is.

Uit de berekening met deze monitoringstool blijkt dat de concentratie fijn stof langs de Morsweg in 2011 maximaal 25,7 µg/m3 (zonder zeezoutaftrek) is. De concentratie fijn stof is derhalve beduidend lager dan de grenswaarde (norm).

Er mag rekening worden gehouden met een verslechtering van maximaal 3 % van de grenswaarde (= 1,2 ìg/m3 voor zowel stikstofdioxide en fijn stof). Dit komt overeen met de realisatie van 1500 woningen bij 1 ontsluitingsweg. Aangezien het plan Morsweg-Rijnoever gaat over de bouw van circa 40 nieuwe woningen, is dit plan “niet in betekenende mate”.

4.10.2 Milieubeleidsplan 2003-2010

Een van de ambities uit het Milieubeleidsplan 2003-2010 luidt: op het merendeel van de plaatsen waar mensen wonen, sporten of anderzins langdurig verblijven is de concentratie aan luchtverontreinigde stoffen in 2010 beduidend lager dan de toegestane grenswaarden, waarbij in de praktijk de term beduidend lager dan de grenswaarde is gesteld op 36-38 µg/m3. Hierbij is aangesloten bij het regionaal beleidskader duurzame stedenbouw.

Voor het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) is een digitale saneringstool (3.1) beschikbaar gesteld door de ministeries van VROM en V&W. De dichtstbijzijnde drukke weg is de Rijnsburgerweg. Uit de saneringstool 3.1 blijkt dat de concentraties stikstofdioxide en fijn stof ter plaatse in 2008 reeds beduidend lager zijn dan de grenswaarden (respectievelijk 29,0 µg/m3 en 19,6 µg/m3 (incl. zeezoutaftrek)). Hiermee wordt voldaan aan de ambitie uit het Milieubeleidsplan 2003-2010.

Door de realisatie van het de plan wordt extra verkeer aangetrokken. Er wordt echter verondersteld dat dit geen invloed heeft op het huidige verkeersbeeld. Derhalve is er geen sprake van een verslechtering van de luchtkwaliteit.

Het plan voldoet aan de Wet milieubeheer, onderdeel luchtkwaliteitseisen. Verder wordt voldaan aan de ambitie uit het milieubeleidsplan 2003-2010. Hierdoor zijn er geen belemmeringen voor dit plan met betrekking tot de luchtkwaliteit.