Plan: | Haagweg 8 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | omgevingsvergunning |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0546.OV00039-0301 |
De non-profit private Stichting Stadsparkeerplan Leiden (SSL) exploiteert sinds 1995 haar betaalde Park & Ride stadsparkeerterrein aan de Haagweg. De SSL vervoert parkeerders met haar cityshuttles gratis van het parkeerterrein aan de rand van het historische centrum naar alle plekken naar keuze in het centrum.
De SSL heeft met de afwikkeling van 180.000 auto's per jaar, plus aanvullend vervoer van bijna 400.000 personen, een van de succesvolste transferia van Nederland. Enkele succesfactoren van de SSL zijn de variatie aan servicemogelijkheden, de hoge frequentie van de shuttles, een flexibele opstelling en niet in de laatste plaats: de SSL laat continu de vraagkant prevaleren in haar logistieke aanbod.
De kantine gesitueerd onder de kantoren van SSL doet al ruim 14 jaar dienst op het Haagwegterrein. Deze kantine wordt in hoofdzaak gebruikt door SSL medewerkers, maar wordt in de loop der jaren ook steeds meer gebruikt door personen die individueel of als collectief met gids vanaf de Haagweg de binnenstad gaan bezoeken. Daarbij zou het in de toekomst een gewenste ontwikkeling kunnen zijn om ter plaatse ook gebruikers en bezoekers van Theater Ins Blau en de diverse creatieve bedrijven in het complex Haagweg 4-8 de mogelijkheid te bieden tot het nuttigen van een hapje en een drankje.
Nu de kantine steeds meer de vorm van een openbare horecagelegenheid begint aan te nemen, is een bouwplan ingediend voor een zelfstandige horecafunctie I (horeca-inrichtingen voor het bedrijfsmatig verstrekken van kleine eetwaren al dan niet in combinatie met alcoholvrije drank) op de begane grond van het pand aan de Haagweg 8. Tevens wordt hierbij een terras gerealiseerd in de buitenruimte ten behoeve van de horecafunctie. Aan de gevel wordt reclamevoering opgehangen in de vorm van een banier.
Het verzoek is in strijd met het ter plaatse vigerende bestemmingsplan Haagwegterrein Oost. Dit plan kan middels een afwijking van het bestemmingsplan op grond van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°) Wabo (met de uitgebreide voorbereidingsprocedure als bedoeld in de Awb) mogelijk worden gemaakt.
Dit stuk vormt de ruimtelijke onderbouwing zoals bedoeld in artikel 5.20 Besluit omgevingsrecht (Bor). In deze ruimtelijke onderbouwing zal worden gemotiveerd waarom wordt meegewerkt aan het verzoek tot het verlenen van de omgevingsvergunning.
Het besluit tot verlening van de omgevingsvergunning heeft betrekking op het plangebied zoals weergegeven in bijlage 1 bij de omgevingsvergunning. . Het plangebied beslaat delen van de kadastrale percelen sectie M, nummers 8814 en 8810.
Voor het projectgebied, zoals aangegeven en toegelicht in paragraaf 1.2, vigeert op dit moment het volgende bestemmingsplan:
Naam bestemmingsplan | Vastgesteld | Raad van State | |
Haagwegterrein Oost | 14 maart 2013 | xxx |
De gronden van het bouwplan hebben de bestemming kantoor en verkeer.
De voor kantoor aangwezen gronden zijn bestemd voor kantoren en daarbij ondersteunende horeca in de horecacategorieen I en II. Ondersteunende horeca is hierin beperkt tot het verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse vanuit een bedrijf, waarbij het gaat om horeca die niet zelfstandig functioneert, maar als een ondergeschikte aanvulling en ondersteuning van de bedrijfsfunctie dient. Het bouwplan voorziet in een zelfstandige horecafunctie I (horeca-inrichtingen voor het bedrijfsmatig verstrekken van kleine eetwaren al dan niet in combinatie met alcoholvrije drank (thee- en koffiehuizen, broodjeszaken en ijssalons)). Deze horecafunctie is in strijd met de bestemmingomschrijving van de bestemming Kantoor en daarmee strijdig met het vigerende bestemmingsplan Haagwegterrein Oost.
De voor verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor verkeer waarbij tevens een parkeerterrein is toegestaan. Het bouwplan voorziet in het aanleggen van een horecaterras binnen deze verkeersbestemming. Dit horecaterras past niet binnen de bestemmingsomschrijving van de bestemming Verkeer en daarmee strijdig met het vigerende bestemmingsplan Haagwegterrein Oost.
Onderstaande een uitsnede van het perceel uit de verbeelding van het bestemmingsplan Haagweg terrein Oost.
De locatie is gelegen aan het parkeerterrein van de Haagweg. Dit is een historisch ensemble bestaande uit:
1. het complex Haagweg 4 (voormalige technische school) dat nu een cultureel bedrijfsverzamelgebouw is.
2. De oude gymzaal dat momenteel functioneert als een theater
3. Daarnaast het kantoorgebouw en het dienstengebouw van het parkeerterrein.
4. Zuidelijker ligt het parkeerterrein met diverse voorzieningen zoals opstap voor het busvervoer naar de binnenstad.
Een deel van het dienstengebouw aan de Haagweg 8 is een kantoor. Voor de benedenverdieping van het pand is een bouwplan ingediend voor een horecafunctie I. Tevens wordt hierbij een terras gerealiseerd in de buitenruimte ten behoeve van deze horecafunctie. Aan de gevel wordt reclamevoering opgehangen in de vorm van een banier. Naast de ruimtelijke procedure ten behoeve van de omgevingsvergunning zal er een APV- terrasvergunning worden aangevraagd ten behoeve van het terras in de buitenruimte. Voor het pand is al in augustus 2013 een Drank- en horecaverlof verleend.
Onderstaand een verbeelding van de ontwikkeling.
In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan beleidsstukken van de provincie, de regio en de gemeente voor zover deze relevant zijn voor het plangebied en de voorgenomen ontwikkeling. Aangegeven zal worden hoe het voorgenomen bouwplan, past binnen de genoemde beleidskaders.
Aangezien het plan geen raakvlakken heeft met ruimtelijk beleid op nationaal niveau (de omvang van het plan is te klein om daadwerkelijk op rijksbelangen van invloed te zijn), zullen nationale beleidsstukken niet worden genoemd in dit hoofdstuk.
Op 2 juli 2010 is de 'Visie op Zuid-Holland' vastgesteld door provinciale staten. Deze visie is op 29 februari 2012 en 30 januari 2013 geactualiseerd. De kern van deze visie is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers.
Gestreefd wordt naar een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor water, landbouw en natuur, zijn daarin kenmerkende kwaliteiten.
In de structuurvisie wordt aangegeven welke zaken de provincie Zuid-Holland van provinciaal belang vindt. Hiervoor zijn vijf integrale hoofdopgaven benoemd:
'Visie op Zuid-Holland' is zelfbindend voor de provincie. Het toetsingskader voor de gemeente is uitgewerkt in de provinciale verordening
Op de functie- en kwaliteitskaarten die deel uitmaken van de Structuurvisie, is het gebied waar het project in valt, aangeduid als stads en dorpsgebied met hoogwaardig openbaar vervoer (inhoudende delen die in de nabijheid en invloedssfeer liggen van haltes van hoogwaardig openbaar vervoer van het zuidvleugelnet) respectievelijk kwaliteit in stads en dorpsgebied. Het stads en dorpsgebied is een aaneengesloten bebouwd gebied, waarin de functies wonen, werken en voorzieningen gemengd en gescheiden voorkomen. Versterking van het stedelijk netwerk gaat uit van het intensief benutten van ruimte in bestaand bebouwd gebied door het ruimtegebruik op locaties beter te benutten. Gedifferentieerd ruimtegebruik maakt dit gebied aantrekkelijk voor mensen om te wonen en voor bedrijven om zich te vestigen. Het bouwplan is niet strijdig met de beschrijvingen, doelen en ambities uit deze Structuurvisie.
In de Verordening Ruimte van de provincie Zuid-Holland, op 2 juli 2010 door Provincale Staten vastgesteld en geactualsieerd op 29 februari 2012 en 30 januari 2013, zijn de provinciale belangen uit de structuurvisie verder uitgewerkt in regels. Aan deze regels moeten ruimtelijke plannen van de gemeenten voldoen.
Het bouwplan valt binnen de molenbiotoop van de molen De Put. Het bouwplan heeft een functiewijziging van een bestaand pand voor ogen met een aangrenzend terras. Extra bebouwing is niet aan de orde. Derhalve is het plan niet in strijd met de regels uit de provinciale verordening.
Als bijlage bij de ruimtelijke onderbouwing is een overzicht opgenomen van de ligging van de kabels en leidingen in de omgeving van het plangebied. Op de locatie zijn kabels en leidingen aanwezig. In het bijzonder de tracés van Dunea (water) en Liander (elektra) behoeve aandacht en afstemming. Indien kabels en leidingen verlegd moeten worden zal contact worden opgenomen met de beheerders van de betreffende kabels en leidingen.
De Omgevingsgdienst West Holland beoordeelt en toetst plannen aan de hand van een aantal milieuaspecten; bodem, geluid, luchtkwaliteit, externe veiligheid en bedrijven en milieuzonering. Hieronder zullen deze aspecten apart worden besproken.
De omgeving van de Haagweg 8 kan worden getypeerd als een gebied met functiemenging (bron: VNG uitgave 'Bedrijven en milieuzonering', 2009). De geplande horecagelegenheid is toelaatbaar bij de parkeergelegenheid in haar omgeving. Er zijn geen bedrijven of woningen in de omgeving die een belemmering zijn voor het plan.
Wet milieubeheer
De aanvraag betreft een bedrijfsruimte waarop de Wet milieubeheer (Wm) van toepassing is. Voor de oprichting en/of wijziging van de inrichting zal een melding op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer worden gedaan.
Op en nabij de locatie is in 2012 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (Adverbo, kenmerk 11.10.3303.2368, d.d. 23 mei 2012). Hierbij zijn hooguit lichte verontreinigingen in grond en grondwater aangetroffen. Gezien deze resultaten is het uitvoeren een bodemonderzoek niet noodzakelijk. Als bij de werkzaamheden grond wordt aan- of afgevoerd, moet dit plaatsvinden volgens de door de overheid gestelde regels. In het bijzonder wordt gewezen op het Besluit bodemkwaliteit.
Het plan ligt niet in het invloedsgebied van een bedrijf waar gevaarlijke stoffen worden opgeslagen of geproduceerd. Ook ligt het niet in een invloedsgebied van een spoorlijn, waterweg of buisleiding die wordt gebruikt voor het transport van gevaarlijke stoffen.
De locatie ligt in het effectgebied van de A4, maar wel een op ruime afstand van 2km. Vanwege het transport van toxische vloeistoffen van categorie LT3 heeft de A4 een effectgebied van meer dan 4 kilometer.
De locatie ligt ook in het effectgebied van de N206 op een afstand van 600 meter. Vanwege het transport van toxische vloeistoffen van categorie LT2 heeft de N206 een effectgebied van meer dan 900 meter.
De wijziging van het gebruik van de begane grond heeft geen effect op de hoogte van het groepsrisico of op andere externe veiligheidsaspecten zoals bereikbaarheid, capaciteit hulpverleningsdiensten of zelfredzaamheid.
Externe veiligheid is derhalve geen belemmering voor het realiseren van het bouwplan.
De horecagelegenheid met horecacategorie I is geen geluidgevoelige bestemming in de zin van de Wet geluidhinder. Onderzoek als gevolg van weg- en of railverkeer is niet van toepassing. Het terras komt op voldoende afstand van de woningen te liggen zodat geen overlast te verwachten is en voldaan wordt aan een goed ruimtelijke ordening. De horecagelegenheid in combinatie met de afstand tot de dichtstbij gelegen woning geeft geen aanleiding om te verwachten dat niet voldaan zou kunnen worden aan de richtwaarden uit de Geluidsnota van de gemeente Leiden. Dit milieuaspect is derhalve geen belemmering voor het realiseren van het plan.
Gelet op het ingediende plan zal naar verwachting de verkeersaantrekkende werking niet toenemen. De luchtkwaliteit in relatie tot het plan blijft gelijk. Er hoeft daarom niet getoetst te worden aan de grenswaarden. In dit geval is er geen sprake van een gevoelige bestemming in het kader van het Besluit gevoelige bestemmingen.
Om inzicht te geven in de mate van blootstelling aan luchtverontreiniging als gevolg van het plan kunnen de concentraties uit de digitale monitoringstool, die behoort bij het NSL (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit) worden gebruikt. Uit de monitoringstool blijkt dat de concentraties stikstofdioxide en fijn stof ter plaatse van de Haagweg nabij nr. 8 in 2015 respectievelijk 29,6 ìg/m3 en 23,3 ìg/m3 (zonder zeezoutaftrek) bedragen.
Hiermee wordt voldaan aan de ambitie uit de duurzaamheidsagenda 2011-2014 en het RDBS. Het plan voldoet dus aan de Wet milieubeheer, onderdeel luchtkwaliteitseisen. Er zijn derhalve geen belemmeringen voor het plan met betrekking tot de luchtkwaliteit.
Besluit milieueffectrapportage (m.e.r.)
In het Besluit milieueffectrapportage is bepaald dat een milieueffectbeoordeling uitgevoerd moet worden als een project belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu heeft. Het gaat dan om een project dat genoemd is in de bijlage onder D van het Besluit m.e.r. In dit geval wordt het plan niet genoemd in deze bijlage. Een m.e.r. beoordeling of plan M.E.R. is niet nodig.
Op 8 mei 2013 heeft de burgemeester de 'Nadere regels Terrassen' vastgesteld. De vele terrassen in Leiden dragen bij aan een levendige en aantrekkelijke stad. Om de ruimtelijke kwaliteit en de uitstraling van de terrassen in Leiden te vergroten en te borgen zijn de bestaande 'Nadere regels Terrassen' geactualiseerd en aangevuld. Deze Nadere regels betreffen algemene voorschriften voor terrassen, ruimtelijk functionele voorschriften voor terrassen en voorschriften met betrekking tot de ruimtelijke kwaliteit van terrassen.
Het college van Burgemeester en Wethouders heeft het Handboek kwaliteit openbare ruimte vastgesteld. Het Handboek is een uitwerking van de Kadernota kwaliteit openbare ruimte die op 26 januari 2012 door de raad is vastgesteld en geeft aan hoe de openbare ruimte in Leiden wordt ingericht.
Alle ingrepen en (her)inrichtingen van de openbare ruimte zullen plaatsvinden aan de hand van de Kadernota en het bijhorende Handboek. Daardoor zal de openbare ruimte in Leiden meer kwaliteit krijgen, is de openbare ruimte beter te beheren en onderhouden en zal de stad aantrekkelijker worden.
Horeca categorie I
De horecafunctie is passend bij het parkeerterrein als mensen aan het wachten zijn voor verder vervoer naar de binnenstad, voor de gebruikers en bezoekers van Theater Ins Blau en de diverse creatieve bedrijven in het complex Haagweg 4-8. Horeca is een functie dat positieve uitstraling geeft aan het entreegebied van het parkeerterrein, zorgt voor levendigheid en positieve sociale controle en toezicht. Het pand ligt op voldoende afstand van de woningen aan Rijn- en Schiekade en de Potgieterlaan, waardoor er geen sprake is van vermindering van vermindering van privacy en uitzicht. Doordat de horeca zich vestigt in een bestaand pand is er tevens geen toename van schaduw of vermindering van daglichttoetreding naar belendingen.
Terras
Het is voorstelbaar om bij een horecabedrijf een terras in de buitenruimte te hebben. Dit draagt bij aan de levendigheid en de sociale controle en veiligheid in de omgeving. Eventuele woningen staan op voldoende afstand van het pand om geen vermindering van privacy en meer geluidshinder tot gevolg te hebben.
Een terras dient te voldoen aan het gemeentelijk beleid inzake Nadere regels Terrassen en het Handboek Kwaliteit Openbare Ruimte. Met betrekking tot het ruimtebeslag van een terras dienen de troittoirs een vrije doorgang (obstakelvrije ruimte) van minimaal 1,5 meter te behouden. In dit plan staat er een boom in een krans naast het terras. Het terras wordt dan ook geexploiteerd 1,5 meter vanaf de boomkrans gerekend. Daarbij is tevens rekening gehouden met de bereikbaarheid van de fietsenstalling en het parkeerterrein aan de Haagweg 8. Ten behoeve van de verkeersveiligheid ter plaatse zullen de onderzijde van parasols minimaal 2,50 meter boven maaiveld worden geplaatst en niet boven de rijbaan hangen (bij voorkeur 15 cm van de zijkant van de rijbaan verwijderd blijven).
Onderstaand een verbeelding van de positionering van het terras:
Reclamevoering
Het pand ligt op voldoende afstand van de historische invalsweg van de Haagweg zodat de reclamevoering geen visuele invloed zal hebben op het naastgelegen beschermd stadsgezicht. In maat, kleur, materialen en detaillering betreft de reclamevoering geen verstoring van de architectuur. Om de verkeersveiligheid te waarborgen zal de onderzijde van de gevelreclame minimaal 2,50 meter boven maaiveld worden gehangen.
Op 28 februari 2012 heeft het college van B&W de nota 'Beleidsregels parkeernormen Leiden' vastgesteld (BW 12.0189).
Deze beleidsregels hebben betrekking op het stellen van een eis tot het aanbrengen van parkeer-/stallingsruimte voor auto’s op eigen terrein. Ze hebben ook betrekking op de wijze van bepalen van de hoeveelheid benodigde parkeerplaatsen, in verband met aanvragen voor alle activiteiten, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid Wabo.
Het doel van dit beleid is dat initiatiefnemers van ruimtelijke activiteiten op eigen terrein voorzien in parkeer-/stallingsruimte voor auto’s, dan wel laad- of losruimte, als daartoe behoefte ontstaat ten gevolge van die ruimtelijke activiteiten. Op deze wijze wordt in het bijzonder de parkeerdruk in de openbare ruimte beperkt, en wordt gezorgd voor voldoende plaats voor geparkeerde auto’s bij de diverse voorzieningen en functies. De verantwoordelijkheid voor het realiseren van de benodigde parkeerplaatsen wordt primair bij de veroorzaker van de parkeervraag gelegd. De ruimte in Leiden is namelijk schaars en de leefbaarheid van wijken hangt nauw samen met het gebruik van de openbare ruimte.
Voor de verschillende zones in Leiden ('binnenstad, binnenstad bij station, schil, schil bij station en rest') en de verschillende functies gelden eigen, specifieke normen. Aan de hand van deze normen dient per geval in de concrete situatie te worden bepaald welke parkeerbehoefte ontstaat en in hoeveel parkeer-/stallingsruimte moet worden voorzien.
De horecavoorziening kent een oppervlakte van circa 100 m2 b.v.o. Het pand ligt in het gebied 'schil van Leiden'. Op basis van een parkeernorm van 2 p.p./100 m2 b.v.o. (cafetaria/lunchroom) ontstaat een parkeereis van 2 p.p.
De parkeernota biedt de mogelijkheid in het gebied 'schil van Leiden' gemotiveerd af te wijken van de parkeereis indien deze niet hoger is dan 10 p.p. Dat is hier het geval.
De horecavoorziening ligt vlak aan een openbaar betaald parkeerterrein en is vooral faciliterend aan bezoekers van Leiden die hier parkeren. De eigen parkeereis is bij een horecavoorziening met vooral een bezoekende functie goed op te lossen via openbare betaalde parkeerplekken. Die zijn op het Haagweg terrein ruim voorhanden.
Met het Waterplan Leiden (2007) hebben de gemeente Leiden en het Hoogheemraadschap van Rijnland afgesproken om gezamenlijk knelpunten in het watersysteem efficiënter op te lossen, kansen te benutten en andere te inspireren om 'Leiden Waterstad' nog beter op de kaart te zetten.
Het Hoogheemraadschap van Rijnland is de waterbeheerder van onder andere de gemeente Leiden en is belast met het waarborgen van de kwaliteit van het water en met de bescherming van waterbouwkundige werken. Zij toets aanvragen voor een omgevingsvergunning aan hun verordening, het Keur. Het Keur bevat regels voor de bescherming van o.a. waterkeringen, dijken en geeft het criterium voor watercompensatie.
Het Hoogheemraadschap hanteert bij nieuw ingediende plannen een oppervlaktecriterium van 500 m². Dit houdt in dat watercompensatie is vereist als sprake is van een nieuwe verharding van 500 m² of meer. Het verharde oppervlak dient dan binnen het plangebied of elders te worden gecompenseerd.
Aangezien dit project niet bij een waterbouwkundig werk ligt en geen sprake is van een (toename) van verhard oppervlak van meer dan 500 m², heeft het Hoogheemraadschap aangegeven dat er geen watercompensatie vereist is.
De kantine gesitueerd onder de kantoren van SSL doet al jaren dienst op het Haagwegterrein. Deze kantine wordt in hoofdzaak gebruikt door SSL medewerkers, maar wordt ook steeds meer gebruikt door personen die individueel of als collectief met gids vanaf de Haagweg de binnenstad gaan bezoeken. In de afgelopen jaren is het aantal bezoekers zo enorm gestegen dat de vestiging van een horeca categorie I met een terras in de buitenruimte beter zal aansluiten bij de behoeften van de stadsbezoekers, maar ook voor de gebruikers en bezoekers van het naastgelegen Theater Ins Blau en de diverse creatieve bedrijven in het complex Haagweg 4-8.
Horeca met een bijbehorend terras in de buitenruimte is een functie die positieve uitstraling geeft aan het entreegebied van het parkeerterrein, zorgt voor levendigheid en positieve sociale controle en toezicht. Bij deze ontwikkeling is er geen sprake is van vermindering van vermindering van privacy en uitzicht. Doordat de horeca zich vestigt in een bestaand pand is er tevens geen toename van schaduw of vermindering van daglichttoetreding naar belendingen.
Het terras is getoetst aan het gemeentelijk beleid inzake Nadere regels Terrassen en het Handboek Kwaliteit Openbare Ruimte. Hierin zijn normen opgenomen om onder meer de verkeersveiligheid van bezoekers en de bereikbaarheid van de panden/fietsenstalling te kunnen waarborgen. Het terras zal aan deze normeringen voldoen.
De reclame uiting is niet in strijd met de redelijke eisen van welstand. Het pand, waarop de reclame uiting wordt aangebracht, is gelegen aan een grote ruimte met een utilitair karakter (het parkeerterrein) en bevindt zich op een teruggelegen positie ten opzichte van de Haagweg. Qua maat, kleur, materialen en detaillering vormt de reclame uiting verder geen verstoring van de architectuur. Om de verkeersveiligheid te waarborgen zal de onderzijde van de gevelreclame minimaal 2,50 meter boven maaiveld worden gehangen.
Geen van de milieuaspecten vormt een belemmering voor realisatie van het plan. Voor de oprichting en/of wijziging van de inrichting is een melding op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer gedaan.
Al met al zijn er, vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening, geen bezwaren om de omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het geldende bestemmingsplan.
Per 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden.
Op grond van artikel 2.10, lid 1 onder c Wabo dient een omgevingsvergunning geweigerd te worden voor aanvragen die in strijd zijn met het bestemmingsplan en er geen vergunningverlening mogelijk is met toepassing van artikel 2.12 Wabo.
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend na het voeren van een procedure tot afwijking van het bestemmingsplan. Hierbij gelden drie mogelijkheden:
Het plan is strijdig met het bestemmingsplan Haagwegterrein Oost. Voor dit bouwplan is in het Besluit omgevingsrecht geen mogelijkheid opgenomen voor een buitenplanse afwijking.
Daarmee is de juiste juridisch-planologische procedure voor het mogelijk maken van het ingediende bouwplan, het verlenen van een omgevingsvergunning met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3o Wabo.
Het betreft een uitgebreide procedure. Dit houdt in dat het ontwerpbesluit met deze ruimtelijke onderbouwing zes weken ter inzage wordt gelegd voor het indienen van zienswijzen. Eenieder kan gedurende die termijn een zienswijze indienen. De zienswijzen worden beantwoord in een zienswijzennota. In sommige gevallen kunnen zienswijzen het bevoegd gezag aanleiding geven het ontwerpbesluit of de bijbehorende ruimtelijke onderbouwing te herzien, dan wel gedeeltelijk aan te passen. Nadat de zienswijzennota en het definitieve besluit door het bevoegd gezag zijn vastgesteld, zal het besluit tezamen met de ruimtelijke onderbouwing en de zienswijzennota opnieuw voor een periode van zes weken ter inzage worden gelegd.
De omgevingsvergunning treedt in werking met ingang van de dag na afloop van de beroepstermijn van zes weken gerekend vanaf de dag na die waarop het besluit ter inzage is gelegd en nadat deze langs elektronische weg kenbaar is gemaakt. Tegen het besluit tot verlening van een omgevingsvergunning kan rechtstreeks beroep worden aangetekend bij de rechtbank gedurende een termijn van zes weken na publicatie van de vergunning.
Bij de toepassing van artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 3º is in sommige gevallen een verklaring van geen bedenkingen vereist.
De Wabo biedt de raad op grond van artikel 6.5, derde lid Bor de mogelijkheid om een lijst van categorieën van gevallen vast te stellen, waarvoor een verklaring van geen bedenkingen van de raad niet is vereist. Met een dergelijke lijst kan de raad er voor zorgen dat het geen verklaring hoeft af te geven voor strijdige ruimtelijke activiteiten met een zeer beperkt planologisch belang, of activiteiten waarover de raad reeds eerder heeft besloten in de vorm van een gebiedsvisie, wijkontwikkelingsplan, stedenbouwkundig masterplan of soortgelijk ruimtelijk kader.
Op 2 december 2010 heeft de raad van Leiden besloten (RV 10.0122) een lijst met categorieën van gevallen vastgesteld waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen is vereist. Deze lijst is met een aantal kleine aanpassingen aangevuld op 19 december 2013 (RV 13.0108).
Daarnaast heeft de raad ervoor gekozen de verklaring niet vereist te laten zijn wanneer geen zienswijzen zijn binnengekomen op het ontwerpbesluit, of wanneer het college op grond van bestaand beleid niet mee wenst te werken aan een afwijking van het bestemmingsplan.
In dit bouwplan is er sprake van de realisatie van horeca van in totaal minder dan 1.000 m2 bruto vloeroppervlak in bestaand stedelijk gebied, waarvoor geen ruimtelijk kader door de gemeenteraad is vastgesteld. Het plan valt daarmee binnen één van de categorieen van gevallen waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen is vereist.
De aanvrager draagt de kosten voor de realisering van het project. De gemeente Leiden doet hierin geen investeringen. Het trottoir is wel eigendom van de gemeente Leiden. Met de aanvrager is een marktconforme huur c.q. precario afgesproken voor gebruikmaking van het trottoir ten behoeve van het horecaterras.
In artikel 6.12 lid 1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is bepaald dat de gemeenteraad een exploitatieplan vaststelt voor gronden waarop een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan is voorgenomen. Wat onder een bouwplan moet worden verstaan is opgenomen in artikel 6.2.1 Bro. Het plan is niet aan te merken als een bouwplan in de zin van artikel 6.2.1 Bro. Er hoeft derhalve geen exploitatieplan worden opgesteld.
Via een planschadeovereenkomst worden eventuele (planschade) kosten verhaald. Hiermee is de financiële uitvoerbaarheid van het plan aangetoond.
De plankosten worden verder in rekening gebracht op basis van de Legesverordening 2013.
Het ontwerp van de omgevingsvergunning heeft van donderdag 27 februari 2014 tot en met donderdag 10 april 2014 voor een periode van zes weken ter inzage gelegen voor het indienen van zienswijzen (afd. 3.4 Awb). Tijdens die termijn zijn geen zienswijzen ontvangen.
Omdat ook ambtelijk geen aanleiding bestond het ontwerp van de omgevingsvergunning aan te passen, is de omgevingsvergunning ongewijzigd ten opzichte van het ontwerp vastgesteld.