direct naar inhoud van 3.1 Europees en nationaal beleid
Plan: De Leidse Schans
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0546.BP00076-0301

3.1 Europees en nationaal beleid

3.1.1 Nota Ruimte en Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

Op 17 mei 2005 stemde de Tweede Kamer in met de Nota Ruimte, waarin het Ministerie van VROM de uitgangspunten voor de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland tot 2020 heeft vastgelegd. Naar verwachting wordt deze nota in het voorjaar van 2012 vervangen door de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte.

De Nota Ruimte heeft vier algemene doelen: het versterken van de economie, het vormen van krachtige steden en een vitaal platteland, waarborging van waardevolle groengebieden en het verbeteren van de veiligheid. Om tot krachtige steden te komen zet de Nota Ruimte het bestaande ruimtelijk beleid van bundeling van verstedelijking de komende jaren voort. Bundeling draagt bij aan economische schaalvoordelen, benutting van overheids)investeringen in voorzieningen (zoals die in infrastructuur), en het versterkt het draagvlak voor diverse stedelijke voorzieningen en beperkt de druk op het landelijke gebied.

Bundeling van verstedelijking en economische activiteit betekent dat nieuwe bebouwing voor deze functies grotendeels geconcentreerd wordt gelokaliseerd. Dat wil zeggen, zoveel mogelijk in het bestaand bebouwd gebied en aansluitend op de bestaande bebouwing. De Nota Ruimte streeft daarmee naar een optimale benutting van het bebouwd gebied. Intensief ruimtegebruik door inbreiding, hoogbouw en/of ondergronds bouwen heeft daarbij de voorkeur. In het kader van het bundelingsbeleid zet de rijksoverheid ook in op zo veel mogelijk concentratie van verstedelijking in stedelijke regio's. In het regionaal beleid komt tot uitdrukking hoe hiermee rekening is gehouden.

Het motto van de aankomende Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, die naar verwachting medio 2012 de Nota Ruimte en de structuurvisie Randstad 2040 vervangt, is 'Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig'. Het Rijk zet met de structuurvisie sterk in op de nationale infrastructuur en minder nationale regelgeving. Het Rijk laat de verantwoordelijkheid voor de afstemming tussen verstedelijking en groene ruimte op regionale schaal over aan provincies. Om zorgvuldig ruimtegebruik te bevorderen neemt het Rijk enkel nog een 'ladder' voor duurzame verstedelijking op (gebaseerd op de 'SER-ladder'), waarmee de nadruk komt te liggen op stedelijke vernieuwing.

Met de realisatie van De Leidse Schans is sprake van een herontwikkeling binnen bestaand stedelijk gebied. Daarmee wordt op een duurzame en efficiënte manier ruimte gecreëerd voor ruimtevragende functies als wonen en commerciële voorzieningen. Het initiatief past daarmee binnen de in de Nota en Structuurvisie uiteengezette uitgangspunten met betrekking tot efficiënt ruimtegebruik en verstedelijking.

3.1.2 Structuurvisie Randstad 2040

Met de Structuurvisie Randstad 2040 geeft de overheid aan hoe de Randstad in 30 jaar kan uitgroeien tot een internationaal krachtige, duurzame en aantrekkelijke regio. Daarbij staan de steden centraal. In aansluiting bij het uitgangspunt in de Nota Ruimte is de doelstelling geformuleerd dat nieuwe woningen en kantoren vooral in de steden moeten worden gebouwd, zodat de stad sterker en aantrekkelijker wordt. In de omgeving van steden moeten natuurgebieden van topkwaliteit worden gecreëerd en versterkt. Het Rijk wil het Groene Hart verbinden met het IJsselmeer, de Zeeuwse wateren, de kust en de Utrechtse Heuvelrug.

Er zijn 4 belangrijke doelstellingen voor de Randstad in 2040:

  • De Randstad bestand maken tegen klimaatverandering.
  • Combinaties van water, natuur, landschap, cultuurhistorie, wonen en werken moeten bijdragen aan meer verscheidenheid in recreëren en de woon- en werkomgeving.
  • De internationaal sterke economische functies in de Randstad moeten worden versterkt en moeten goed internationaal verbonden zijn.
  • De stedelijke regio's in de Randstad moeten ruimte en kwaliteit bieden voor wonen, werken en voorzieningen met een goede bereikbaarheid.

Het bestemmingsplan heeft raakvlakken met de structuurvisie, voor zover het de verdichting en verstedelijking van bestaand stedelijk gebied en het verruimen van verscheidenheid en kwaliteit in het woonaanbod betreft. Op die aspecten past de ontwikkeling die met bestemmingsplan wordt mogelijk gemaakt goed binnen de kaders die in de structuurvisie zijn gesteld.