Haagwegterrein Oost

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

6.2.1 Vooraankondiging en vooroverleg

Gelijktijdig met de bekendmaking van de inspraaktermijn behorend bij de terinzagelegging van het voorontwerp bestemmingsplan, is een vooraankondiging als bedoeld in art. 1.3.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) gedaan. Ondanks de verplichting om vooroverleg aan te gaan met de Inspecteur van het Ministerie van I&M, Gedeputeerde Staten en het waterschap, zoals bedoeld in artikel 3.1.1 Bro, heeft enkel vooroverleg plaatsgevonden met het Hoogheemraadschap van Rijnland. Namens het Ministerie is aangegeven dat het aangaan van vooroverleg alleen noodzakelijk is wanneer bepaalde rijksbelangen worden geraakt. Die belangen zijn in bestemmingsplan Haagwegterrein-Oost niet aan de orde. De provincie maakt sinds enkele maanden gebruik van een online aanmeldformulier voor gemeentelijke plannen, waaruit blijkt dat eveneens geen provinciale belangen door het bestemmingsplan worden geraakt.

6.2.2 Inspraak

Het voorontwerp bestemmingsplan Haagwegterrein-Oost heeft conform de gemeentelijke inspraakverordening acht weken voor inspraak ter inzage gelegen, van 18 juni 2012 tot en met 13 augustus. Tijdens de inspraaktermijn zijn twee inspraakreacties ontvangen. Beide inspraakreacties zijn samengevat en beantwoord in een zogenaamde inspraaknota, waarin ook alle ambtshalve wijzigingen tussen het voorontwerp bestemmingsplan en het ontwerp bestemmingsplan zijn omschreven en verantwoord.

6.2.3 Zienswijzen

Het ontwerp bestemmingsplan heeft vervolgens van 5 november tot en met 17 december 2012 ter inzage gelegen voor het indienen van zienswijzen. Tijdens die termijn zijn twee zienswijzen ontvangen, die in een zienswijzennota samengevat zijn weergegeven en beantwoord. De zienswijzen hebben niet geleid tot een aanpassing van het bestemmingsplan. De zienswijzennota en het bestemmingsplan worden nu ter vaststelling aan de gemeenteraad aangeboden.