Plan: | Verbrede reikwijdte Energiepark e.o. |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0546.00181-0302 |
het bestemmingsplan Verbrede reikwijdte Energiepark e.o. van de gemeente Leiden;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0546.00181-0302 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/ of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een beroeps-/bedrijfsactiviteit die in of bij een woning wordt uitgeoefend door een bewoner van de op het bouwperceel gesitueerde woning, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de beroeps-/bedrijfsuitoefening een ruimtelijke uitwerking en/of uitstraling heeft die met de woonfunctie ter plaatse in overeenstemming is; groepspraktijken, detailhandel en horeca (met uitzondering van bed and breakfast) zijn hiervan uitgesloten;
verkoop van producten aan particulieren op de openbare weg, vaak vanaf een standplaats in een marktkraam of voor dit doel aangepaste verkoopwagen;
diverse vormen van onderzoek naar de archeologische waarden binnen een plangebied, uitgevoerd volgens de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie;
in rapportvorm vervat verslag van een volgens de in de archeologische beroepsgroep gebruikelijke normen verricht archeologisch onderzoek, op basis waarvan een conclusie kan worden getrokken over de aanwezigheid van archeologische waarden;
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische resten;
de waarde die een gebied bezit op grond van de aldaar aanwezige archeologische resten;
creatieve werkplaats;
het deel van een etmaal tussen 20:00 uur en 23:00 uur;
(deels) buiten de gevel stekende constructieve open buitenruimte van een woning die niet verbonden is met de begane grond;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een slaapvertrek;
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, verhandelen, installeren en/of herstellen van goederen;
de bouwlaag van een gebouw, welke rechtstreeks ontsloten wordt vanaf straatniveau;
een object als bedoeld in artikel 1, onder b van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
de grens van een bestemmingsvlak;
een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte, als bedoeld in artikel 7c van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet, bestaande uit de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, waaronder begrepen een vaste ligplaats voor een woonschip;
de grens van een bouwvlak;
een (doorlopend) gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, een kelder en andere (al dan niet deels) ondergronds gelegen ruimten en een zolderverdieping meegerekend;
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan;
grens van het bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar volgens de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
het ontwikkelen, gebruiken en hergebruiken van gebouwen, gebieden en infrastructuur, zonder natuurlijke hulpbronnen onnodig uit te putten, de leefomgeving te vervuilen en ecosystemen aan te tasten;
de positieve waardering van sporen, objecten, patronen en structuren die zichtbaar of niet zichtbaar onderdeel uitmaken van onze leefomgeving en een beeld geven van een historische situatie of ontwikkeling. In veel gevallen bepalend voor de identiteit van een plek of gebied en aanknopingspunten biedend voor toekomstige ontwikkelingen en onderdeel van de manier waarop we ons land beleven, inrichten en gebruiken;
een uitspringend gedeelte op een hellend dak waarin een raamkozijn is opgenomen en die voorzien is van zijwanden;
een maatschappelijke voorziening waar hulp en onderdak wordt geboden aan dak- en thuislozen;
een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake een bepaalde vakdiscipline;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen en leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met uitzondering van horeca;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaars, en bankfilialen;
een bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak:
een activiteit wordt onafgebroken meer dan 12 maanden niet meer uitgevoerd;
energie die gewonnen wordt uit natuurlijke bronnen, waarbij weinig tot geen schadelijke milieueffecten optreden bij winning en omzetting en die in grote hoeveelheden beschikbaar is, zoals zon, wind, water, biomassa, aard- en omgevingswarmte; op te delen in:
ontwikkelingen, waarbij innovatieve toepassingen worden toegepast ten aanzien van energiegebruik, energiewinning, natuurinclusief bouwen en materiaalgebruik, zoals zonnepanelen, sedumdaken, circulair bouwen e.d.;
aanwezige waarden als gevolg van de verspreiding, de dynamiek en de samenhang tussen levende organismen en hun omgeving;
een coherent geheel van elementen, die als één geheel functioneren in de duurzame energiewinning;
periodieke en/of incidentele manifestaties zoals concerten, festivals, sportmanifestaties, bijeenkomsten, voorstellingen, tentoonstellingen, shows en thematische markten, onder te verdelen in de volgende categorieën evenementen:
evenement categorie 1 :
alle evenementen tot 20.00 uur met alleen onversterkte muziek en alle evenementen met een versterkte geluidproductie van maximaal 70 dB(A)/80 dB(C) op de gevel van de dichtstbijzijnde woning van derden of ander geluidgevoelig object. Indien de gevel op grotere afstand ligt dan 25 m, geldt de norm op 25 m van de geluidbron. In afwijking van het voorgaande geldt voor toneelvoorstellingen dat deze ook na 20.00 uur in categorie 1 blijven.
evenement categorie 2a :
evenementen welke na 20.00 uur voortduren (met uitzondering van toneelvoorstellingen) en evenementen met een geluidsproductie van maximaal 80 dB(A)/90 dB(C) op de gevel van de dichtstbijzijnde woning van derden of ander geluidgevoelig object indien het geluid wordt voortgebracht door live optredende artiesten.
evenement categorie 2b :
evenementen met een geluidsproductie van maximaal 85 dB(A)/95 dB(C) op de gevel van de dichtstbijzijnde woning van derden of ander geluidgevoelig object indien het geluid wordt voortgebracht door live optredende artiesten.
Indien het geluid wordt voortgebracht door geluidinstallaties ten behoeve van achtergrondmuziek, verslaglegging of commentaar tijdens een evenement geldt een norm van maximaal 80 dB(A)/92 dB(C) op de gevel van de dichtstbijzijnde woning van derden of andere geluidgevoelige gebouwen.
evenement categorie 3 :
evenementen met een geluidsproductie van maximaal 90 dB(A)/100 dB(C) op de gevel van de dichtstbijzijnde woning van derden of ander geluidgevoelig object.
periode waarbinnen een evenement plaatsvindt tussen 09.00 en 23:00;
de fysieke leefomgeving omvat onder andere de volgende thema's:
tentoonstellings- en verkoopruimte voor kunst;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
ruimte binnen een woning voor zover die kennelijk als slaap-, woon-, of eetkamer wordt gebruikt of voor een zodanig gebruik is bestemd, alsmede een keuken van ten minste 11 m2 (artikel 1 Wet geluidhinder);
in een gebouw of op een terrein aanwezige functies en activiteiten die maken dat een gebouw of terrein als geluidgevoelig object wordt aangemerkt;
gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidgevoelige gebouwen of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
een bij het geluidgevoelig object behorende buitenruimte waar de geluidbelasting de voorkeursgrenswaarde, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder, niet overschrijdt in een gebied van minimaal 5 m²;
een geveldeel grenzend aan een verblijfsruimte met een te openen deel (bijvoorbeeld een raam) waar de gevelbelasting de voorkeursgrenswaarde, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder, niet overschrijdt, dan wel een serre of loggia is gerealiseerd waardoor de voorkeursgrenswaarde op de scheidingsconstructie van de achtergelegen verblijfsruimte niet wordt overschreden;
een zone rond industrieterreinen, wegen of spoorwegen, of een andere geluidzone, als bedoeld in Hoofdstukken V tot en met VIII in de Wet geluidhinder;
een inrichting, bij welke ingevolge artikel 40 van de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidzone moet worden vastgesteld;
een rioleringsstelsel dat hemelwater en afvalwater gescheiden afvoert;
woningen en andere geurgevoelige (gedeelten van) gebouwen en geurgevoelige terreinen, als bedoeld in de Wet geurhinder en veehouderij;
groenscherm(en) van opgaande beplanting, berm-beplantingen en andere beplantingen voor openbaar of particulier gebruik welke beplanting in planologisch opzicht een ruimtelijk structurerend effect hebben;
de bij dit bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde, zoals bepaald in artikel 15.2, voor de geluidbelasting van een geluidgevoelig object, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder;
een functie waarvoor het gebouw hoofdzakelijk mag worden gebruikt;
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken en waarin de hoofdfunctie ingevolge de bestemming is of wordt ondergebracht;
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt.
De volgende categorieën worden onderscheiden:
I:
Horeca inrichting, die uitsluitend tussen 6:00 uur en 22:00 uur geopend is, niet zijnde een horeca inrichting als bedoeld in categorie II, waar:
Voorbeelden: thee- en koffieconcepten, brood- en lunchconcepten, ijs- en yoghurtconcepten
I*:
Horeca inrichting, die uitsluitend tussen 6:00 uur en 22:00 uur geopend is, niet zijnde een horeca inrichting als bedoeld in categorie II, waar:
Voorbeelden: brood- en lunchconcepten
II:
Horeca inrichting waar:
Voorbeelden: fastfoodconcepten, healthy fastfoodconcepten, snackbars, shoarmazaken
III:
Horeca inrichting, niet zijnde een horeca inrichting als bedoeld in categorie II, waar:
Voorbeelden: restaurants, pannenkoekenrestaurants, pizzeria's
III*:
Horeca inrichting, niet zijnde een horeca inrichting als bedoeld in categorie II, waar:
Voorbeelden: restaurants, pannenkoekenrestaurants, eetcafés, grand-cafés, brasseries, bistro's, pizzeria's
III**:
Horeca inrichting, die indien geopend altijd uiterlijk vanaf 12:00 uur geopend is, niet zijnde een horeca inrichting als bedoeld in categorie II, waar:
Voorbeelden: restaurants, pannenkoekenrestaurants, pizzeria's
IV:
Horeca inrichting, niet zijnde een horeca inrichting als bedoeld in categorie II, waar:
Voorbeelden: cafés, bars, pubs, bier-, wijn- en cocktailconcepten
V:
Horeca inrichting, niet zijnde een horeca categorie II, waar:
Voorbeelden: clubs, discotheken, feestcafés, uitgaansconcepten, partycentra, danscafés, karaokebars
V*:
Horeca inrichting als bedoeld in categorie V, met een totale bedrijfsvloeroppervlakte van maximaal 250 m2.
Voorbeelden: clubs, discotheken, feestcafés, uitgaansconcepten, partycentra, danscafés, karaokebars
VI:
Horeca inrichting waar:
Voorbeelden: hotels, motels en pensions
VII:
Horeca inrichting die uitsluitend toegankelijk is voor een besloten groep mensen, zoals leden van een vereniging.
Voorbeelden: studentensociëteiten
één persoon dan wel twee of meer personen, die duurzaam met elkaar samenleven, dan wel twee of meer personen in wisselende samenstelling die gebruik maken van gezamenlijke voorzieningen;
de nieuwe watersituatie moet minimaal gelijk zijn aan de uitgangssituatie, waarbij:
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig diensten worden verleend, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder congres- en vergaderaccommodatie;
een gebouw of structuur, niet zijnde een beschermd monument, dat van belang is voor het historisch stadsbeeld en de historische stadsstructuur in het Rijksbeschermd stadsgezicht dan wel van belang is vanwege de architectuur van het gebouw;
een maatschappelijke voorziening voor de opvang van kinderen in de leeftijd van 0 - 4 jaar;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met artistieke en/ of culturele waarde;
de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie is binnen de beroepsgroep de geldende norm voor de uitvoering van archeologisch onderzoek;
een object als bedoeld in artikel 1, onder l van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
niet-motorvoertuigen (bromfietsen, fietsen met trapondersteuning en gehandicaptenvoertuigen), fietsers, voetgangers, en geleiders/berijders van een dier en motorvoertuigen met een snelheidsbeperking zoals landbouwvoertuigen;
inpandige, niet buiten de gevel stekende (uitkragende) constructieve open buitenruimte van een woning;
bovenkant van het afgewerkte terrein dat een bouwwerk omgeeft;
voorzieningen zoals gezondheidszorg, (para)medische en verpleegvoorzieningen, bejaardenvoorzieningen, verzorgingshuizen, welzijnsvoorzieningen, cultuurvoorzieningen, sociale voorzieningen, religieuze voorzieningen, musea, bibliotheken, wetenschappelijk onderzoek, openbare dienstverlening en verenigingsleven, met dien verstande dat voorzieningen voor kinderopvang en dak- en thuislozenopvang hieronder niet worden begrepen;
nadere eisen als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder d van de Wro;
het deel van een etmaal tussen 13:00 uur en 20:00 uur;
het zodanig oprichten van bouwwerken en de directe omgeving van gebouwen dat natuurwaarden hier baat bij hebben. De maatregelen kunnen hard zijn (bijv. nestkasten) of zacht (bijv. tuinen);
een gebruik, werkzaamheid of activiteit gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op tenminste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt;
bedrijf gericht op het leveren van voorzieningen van openbaar nut, zoals gas, water, elektriciteit en telecommunicatie en het opwekken van warmte en elektriciteit;
een voorziening ten behoeve van de distributie van gas, water en elektriciteit, en de telecommunicatie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen datacentra, transformatorhuisjes, gemalen, telefooncellen en zendmasten, ondergrondse afvalsystemen en ondergrondse infrastructurele voorzieningen;
het deel van een etmaal tussen 9:00 uur en 13:00 uur;
(een gedeelte van) een bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen beneden peil;
beperkt verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse vanuit een bedrijf, waarbij het gaat om horeca dat niet zelfstandig functioneert, maar als een ondergeschikte aanvulling en ondersteuning van de bedrijfsfunctie dient;
weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer;
dienstverlening, inclusief backoffice, door de (semi)overheid of een namens een (semi)overheid zorgdragende instelling;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak;
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
een gebouwde of ongebouwde voorziening die geschikt is om één of meer auto's en/of fietsen te parkeren, voor privé en/of gemeenschappelijk gebruik, zoals parkeerterreinen en fietsenstallingen;
beperkte op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen vanuit een bedrijf, waarbij het gaat om detailhandel dat niet zelfstandig functioneert, maar als een ondergeschikte aanvulling en ondersteuning van de bedrijfsfunctie dient;
gevel van hoger gelegen bouwlaag/bouwlagen die terug ligt/liggen ten op zichte van de ondergelegen gevel;
het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of het anderszins aanbieden van goederen en diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel;
objecten die in de openbare ruimte staan en die niet tot de weg zelf behoren, zoals banken, lantaarnpalen, abri's, vuilnisbakken en verkeersborden;
een buiten de besloten ruimte van de inrichting liggend deel van het horecabedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt;
(houten) overkluizing van de grond dan wel het water;
parkeergelegenheid voor auto's en fietsen, waarvan het aantal parkeerplaatsen en de omvang daarvan voldoet aan de 'Beleidsregels Parkeernormen 2020' van de gemeente Leiden met inbegrip van de daarin opgenomen afwijkingsmogelijkheden, zoals die gelden ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan en - indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd - aan die wijziging;
de grens van het bouwvlak die gericht is naar de weg en waarop de bebouwing is georiënteerd;
de maximale waarde voor de geluidsbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid van de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder;
voorzieningen, die het waterhuishoudkundige belang dienen, zoals watergangen, waterlopen, kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang of waterloop;
een (complex van) ruimte(n), geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden;
een commerciële bedrijfsactiviteit met één, maar doorgaans meerdere zalen, gericht op de zakelijke markt;
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
het oppervlak dat met bouwwerken is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming daarvan, of binnen een in de planregels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming;
de totale vloeroppervlakte van de ruimte, dan wel van meerdere ruimten, van een gebouw dat wordt gebruikt voor een beroep of bedrijf exclusief eventueel terras buiten;
vanaf het peil verticaal tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren, met dien verstande dat indien een gevelvlak niet evenwijdig loopt dan wel verspringt, het gemiddelde geldt van de kleinste en grootste breedte;
vanaf de bovenkant van de vloer van de begane grond tot en met de bovenkant van de vloer van de bovengelegen bouwlaag.
de totale oppervlakte, zoals bepaald wordt volgens de NEN 2580;
gemeten op vloerniveau tussen buitenwerkse gevelvlakken; bij gebouwen bestaande uit meerdere bouwlagen wordt per bouwlaag gemeten.
tussen de buitenwerkse voorgevel van de erker en de buitenwerkse gevel van het gebouw waaraan het wordt gebouwd;
de verticale afstand tussen de maatgevende hoogwaterstand en de onderkant van een overspanning boven de vaarweg;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
gemeten tussen de onderzijde van de begane-grondvloer dan wel -indien aanwezig- van de kelder- of souterrainvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de gemeenschappelijke scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken;
Bij toepassing van de in dit plan opgenomen maatvoeringen worden ondergeschikte bouwonderdelen buiten beschouwing gelaten, zoals:
de oppervlakte gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
onder peil wordt verstaan:
de horizontaal gemeten afstand tussen het buitenwerkse gevelvlak en het uiterste bouwdeel van een balkon;
de som van alle tot het gebouw behorende binnenruimten, gemeten op vloerniveau tussen de begrensde opgaande scheidingsconstructie van de afzonderlijke daartoe behorende ruimte(n), inclusief onderbouw en zolderruimte. De oppervlakte van een trapgat, een liftschacht en een toegankelijke leidingschacht moet op elke bouwlaag tot de vloeroppervlakte van een gebouw worden gerekend.
De voor Bedrijf - Gasdrukmeet- en regelstation aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met de daarbij behorende voorzieningen, zoals:
Uitsluitend zijn toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste van de bestemming staan.
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voor Bedrijf - Nutsvoorziening aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met de daarbij behorende gebouwen, andere bouwwerken, andere functies, voorzieningen en waarden, zoals:
Op de gronden met de bestemming 'Bedrijf - Nutsvoorziening' mogen, uitsluitend ten dienste van de bestemming, gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan:
Het bevoegd gezag kan met het oog op de externe veiligheid nadere eisen stellen met betrekking tot de bebouwing, de situering van de bebouwing, de inrichting en het gebruik van de gronden.
Voor het gebruiken van de gronden voor de in lid 4.1 bedoelde bestemming, gelden de volgende bepalingen:
De voor Gemengd - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met de daarbij behorende gebouwen, andere bouwwerken, andere functies, voorzieningen en waarden, zoals:
Voor het bouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen buiten het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan met het oog op de externe veiligheid nadere eisen stellen met betrekking tot de bebouwing, de situering van de bebouwing, de inrichting en het gebruik van de gronden.
Voor het gebruiken van de gronden voor de in lid 5.1 bedoelde bestemming, gelden de volgende bepalingen:
De uitoefening van aan-huis-verbonden beroeps-/bedrijfsactiviteiten is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Op de gronden is zonder melding of vergunning het normaal beheer en onderhoud ten behoeve van de in dit artikel opgenomen functies toegestaan.
De voor Gemengd - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met de daarbij behorende gebouwen, andere bouwwerken, andere functies, voorzieningen en waarden, zoals:
Voor het bouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen buiten het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 6.3.1 onder b kan slechts worden verleend indien de bebouwing bijdraagt aan het beoogde karakter en de stedenbouwkundige kwaliteit, zoals bepaald in de beleidsregel 'Stedenbouwkundige kwaliteiten Energiepark e.o.', onderdeel 'verbindende straatjes'.
Voor het gebruiken van de gronden voor de in lid 6.1 bedoelde bestemming, gelden de volgende bepalingen:
De uitoefening van aan-huis-verbonden beroeps-/bedrijfsactiviteiten is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 6.5.3 onder b ten behoeve van het toestaan van een bedrijfsactiviteit die niet voorkomt in de Staat van Bedrijfsactiviteiten voor aan huis verbonden bedrijf en beroep, zoals opgenomen in Bijlage 2 bij deze regels, mits de activiteit naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met de toegelaten milieucategorie.
Op de gronden is zonder melding of vergunning het normaal beheer en onderhoud ten behoeve van de in dit artikel opgenomen functies toegestaan.
De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met de daarbij behorende bouwwerken, andere functies, voorzieningen en waarden, zoals:
Op de gronden met de bestemming 'Groen':
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
In afwijking van het bepaalde in artikelen 7.2.1 en 7.2.2, gelden ter plaatse van de aanduiding 'zend- /ontvangstinstallatie' de volgende bepalingen:
De voor 'Groen' aangewezen gronden dienen niet te worden beschouwd als erf in de zin van artikel 1 van bijlage II behorende bij het Besluit omgevingsrecht, zoals dat artikel luidt ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan.
Voor het gebruiken van de gronden voor de in lid 7.1 bedoelde bestemming, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 7.4 onder b ten behoeve van het realiseren van een terras bij een horeca-inrichting, mits:
Het bevoegd gezag kan met het oog op de externe veiligheid nadere eisen stellen met betrekking tot de bouwwerken, de situering van de bebouwing, de inrichting en het gebruik van de gronden.
Op de gronden is zonder melding of vergunning het normaal beheer en onderhoud ten behoeve van de in dit artikel opgenomen functies toegestaan.
De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met de daarbij behorende bouwwerken, andere functies, voorzieningen en waarden, zoals:
Op de gronden met de bestemming 'Water':
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Voor het gebruiken van de gronden voor de in lid 8.1 bedoelde bestemming, gelden de volgende bepalingen:
Op de gronden is zonder melding of vergunning het normaal beheer en onderhoud ten behoeve van de in dit artikel opgenomen functies toegestaan.
De voor Woongebied aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met de daarbij behorende gebouwen, andere bouwwerken, andere functies, voorzieningen en waarden, zoals:
Voor het bouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen buiten het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
In aanvulling op het bepaalde in lid 9.2.1 en lid 9.2.2:
De omgevingsvergunningen als bedoeld in lid 9.3.1 onder a en e kunnen slechts worden verleend indien de bebouwing bijdraagt aan het beoogde karakter en de stedenbouwkundige kwaliteit, zoals bepaald in de beleidsregel 'Stedenbouwkundige kwaliteiten Energiepark e.o.' onderdeel 'verbindende straatjes', 'zichtlijnen en zichtassen' en 'bouwmassa en verschijningsvorm'.
Voor het gebruiken van de gronden voor de in lid 9.1 bedoelde bestemming, gelden de volgende bepalingen:
De uitoefening van aan-huis-verbonden beroeps-/bedrijfsactiviteiten is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 9.5.2 onder b ten behoeve van het toestaan van een bedrijfsactiviteit die niet voorkomt in de Staat van Bedrijfsactiviteiten voor aan huis verbonden bedrijf en beroep, zoals opgenomen in Bijlage 2 bij deze regels, mits de activiteit naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met de toegelaten milieucategorie.
Op de gronden is zonder melding of vergunning het normaal beheer en onderhoud ten behoeve van de in dit artikel opgenomen functies toegestaan.
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor een ondergrondse hoge druk aardgasleiding en overige kabels.
Op of in de tevens voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bedoelde leiding(en) worden gebouwd. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan uit het oogpunt van externe veiligheid en energieleveringszekerheid.
In afwijking van het bepaalde in lid 10.3 kan het bevoegd gezag bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), mits het geen kwetsbaar object betreft, indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder, met dien verstande dat de bouwwerken niet in strijd mogen zijn met de regels die van toepassing zijn voor de betreffende bestemming.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Gas' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod zoals bedoeld in lid 10.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden:
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn tevens bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, dieper dan 50 cm en over een (totale) oppervlakte groter dan 50 m²:
Het verbod, zoals bedoeld in lid 11.3.1 is niet van toepassing op:
Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
Archeologisch onderzoek zoals bedoeld in lid 11.3.4 wordt uitgevoerd op basis van een Programma van Eisen opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, dat moet worden goedgekeurd door het bevoegd gezag. In het Programma van Eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de omgevingsvergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn tevens bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, dieper dan 50 cm en over een (totale) oppervlakte groter dan 250 m²:
Het verbod, zoals bedoeld in lid 12.3.1 is niet van toepassing op:
Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
Archeologisch onderzoek zoals bedoeld in lid 12.3.4 wordt uitgevoerd op basis van een Programma van Eisen opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, dat moet worden goedgekeurd door het bevoegd gezag. In het Programma van Eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de omgevingsvergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor het behoud, het herstel en de bescherming van de met het beschermd stadsgezicht verbonden cultuurhistorische waarden zoals nader omschreven in de toelichting bij de aanwijzing tot Beschermd Stadsgezicht 'Leiden binnen de Singels' en in de toelichting die het onderhavige bestemmingsplan vergezelt.
Het bevoegd gezag kan bij het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen, nadere eisen stellen aan de situering van bouwwerken dan wel de goot- en bouwhoogte van bouwwerken ter voorkoming van onevenredige aantasting van de karakteristieke, met de historische ontwikkeling samenhangende structuur en ruimtelijke kwaliteit, die in dit plangebied bestaat uit de cultuurhistorische waarde van het stratenpatroon en de bebouwing.
Ter plaatse van de aanduiding ‘milieuzone - aandachtsgebied bedrijven' zijn de gronden, behalve voor de andere daar toelaatbare functies en activiteiten, mede aangewezen aandachtsgebied vanwege de aanwezigheid van een bestaand bedrijf.
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - aandachtsgebied bedrijven' mogen geen geluidgevoelige objecten en activiteiten in gebruik worden genomen of uitgeoefend.
Het bevoegd gezag is bevoegd omgevingsvergunning te verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 14.1.2 voor het in gebruik nemen van geluidgevoelige objecten en activiteiten, mits wordt voldaan aan de voorwaarden uit het Activiteitenbesluit dan wel aan de redelijkerwijs te hanteren maatwerkvoorschriften zoals bedoeld in het Activiteitenbesluit.
Het bevoegd gezag is bevoegd bij een omgevingsvergunning voorschriften op te leggen ter beperking van de geluidhinder, zoals de toepassing van bronmaatregelen, overdrachtmaatregelen of ontvangermaatregelen.
Maatregelen die getroffen worden op grond van lid 14.1.4 dienen duurzaam in stand te worden gehouden.
Het bevoegd gezag is bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de gebiedsgerichte aanduiding 'milieuzone - aandachtsgebied bedrijven' geheel of gedeeltelijk vervalt, indien:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn, behalve voor de andere daar toelaatbare functies en activiteiten, mede bestemd tot de geluidzone van het gezoneerd industrieterrein.
Tot een gebruik, strijdig met de aanduiding 'geluidzone - industrie' wordt in ieder geval gerekend:
Ter plaatse van de aanduiding ‘milieuzone - geurzone bedrijven' zijn de gronden, behalve voor de andere daar toelaatbare functies en activiteiten, mede aangewezen voor de geurzone vanwege de aanwezigheid van een bestaand bedrijf.
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geurzone bedrijven' mogen geen geurgevoelige objecten en activiteiten in gebruik worden genomen of uitgeoefend.
Het bevoegd gezag is bevoegd omgevingsvergunning te verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 14.3.2 voor het in gebruik nemen van geurgevoelige objecten en activiteiten, mits met geuronderzoek is aangetoond dat op de gevel van het geurgevoelig object of activiteit voldaan wordt aan de bepalingen in artikel 16.
Het bevoegd gezag is bevoegd bij een omgevingsvergunning maatwerkvoorschriften op te leggen ter beperking van de geuremissie, zoals de toepassing van bronmaatregelen, overdrachtmaatregelen of ontvangermaatregelen.
Maatregelen die getroffen worden op grond van lid 14.3.4 ter beperking van de geuremissie dienen duurzaam in stand te worden gehouden.
Het bevoegd gezag is bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de gebiedsgerichte aanduiding 'milieuzone - geurzone bedrijven' geheel of gedeeltelijk vervalt, indien:
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - gasbedrijf 1' zijn de gronden, behalve voor de andere daar toelaatbare functies en activiteiten, mede aangewezen voor de beperking van het externe veiligheidsrisico vanwege de aanwezigheid van het gasontvangststation.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - gasbedrijf 1':
Ter plaatse van de aanduiding ‘veiligheidszone - gasbedrijf 2' zijn de gronden, behalve voor de andere daar toelaatbare functies en activiteiten, mede aangewezen voor de beperking van het externe veiligheidsrisico vanwege de aanwezigheid van het gasbedrijf en het gasontvangststation.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - gasbedrijf 2':
Het bevoegd gezag is bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 14.5.2 voor het oprichten, uitbreiden of gebruiken van een beperkt kwetsbaar object mits:
Bij het besluit over de vaststelling van een omgevingsvergunning worden in ieder geval de volgende belangen betrokken:
Ter plaatse van de aanduiding ‘vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn de gronden, behalve voor de andere daar toelaatbare functies en activiteiten, mede aangewezen voor het zekerstellen van de vrije windvang voor de molen.
Op of in de voor 'vrijwaringszone - molenbiotoop' aangewezen gronden is het slechts toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, te bouwen, op te richten of beplanting aan te brengen voor zover de maximale hoogte van bebouwing en beplanting niet hoger is dan 1/30 van de afstand tussen bouwwerk en/of beplanting en het middelpunt van de molen, gerekend met de hoogtemaat van de onderste punt van de verticaal staande wiek.
Voor de in lid 14.7.1 aangewezen gezamenlijke gronden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - evenemententerrein' gelden voor het uitoefenen van evenementen de volgende gebruiksregels:
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen ten behoeve van het verwijderen, in vorm en/of omvang wijzigen of toevoegen van de aanduiding 'overige zone - evenemententerrein' inclusief de daarbij horende regels en Bijlage 3 Voorschriftenkaart Evenementenlocaties, indien het toegestane aantal bezoekers, het maximaal toegestane geluidniveau en/of de categoriale indeling in het gemeentelijke evenementenbeleid wordt gewijzigd.
Voor het plan gelden de volgende hogere waarden zoals bedoeld in de Wet geluidhinder als gevolg van het geluidgezoneerde industrielawaai:
Deel- gebied |
Oriëntatie gevel v/h bouwvlak | Hogere waarde | |
E | Noordzijde |
55 dB(A) | |
E | Oostzijde | 55 dB(A) | |
E | Zuidzijde | 51 dB(A) | |
E | Westzijde | - | |
J | Noordzijde | 55 dB(A) | |
J | Oostzijde | - | |
J | Zuidzijde | - | |
J | Westzijde | 55 dB(A) | |
Papegaaibolwerk | Oostzijde | 55 dB(A) |
Voor het plan gelden de volgende hogere waarden zoals bedoeld in de Wet geluidhinder als gevolg van het wegverkeerslawaai van de Langegracht:
Deel- gebied |
Oriëntatie gevel v/h bouwvlak | Hogere waarde | |
E | Noordzijde | - | |
E | Oostzijde | 56 dB(A) | |
E | Zuidzijde | 62 dB(A) | |
E | Westzijde | 57 dB(A) | |
J | Noordzijde | - | |
J | Oostzijde | - | |
J | Zuidzijde | 62 dB(A) | |
J | Westzijde | 56 dB(A) | |
Papegaaibolwerk | Oostzijde | - |
De situering en begrenzing van de deelgebieden, zoals opgenomen in de leden 15.2.1 en 15.2.2 zijn weergegeven op de Voorschriftenkaart Deelgebieden zoals opgenomen in Bijlage 4 bij deze regels.
De grenswaarde voor toelaatbare geur afkomstig van bedrijfsmatige of milieubelastende activiteiten op geurgevoelige objecten bedraagt:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor ondergronds bouwen gelden de volgende bepalingen:
Dakkapellen zijn niet toegestaan.
Het is niet toegestaan een dakterras te realiseren op hoofdgebouwen of op daken van aanbouwen met meer dan twee bouwlagen dan wel deze daken als dakterras te gebruiken.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 19.3.1, mits:
Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van Hoofdstuk 2 terzake reeds een omgevingsvergunning kan worden verleend - een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de voorgeschreven maten (waaronder percentages) met ten hoogste 5%, voor zover deze noodzakelijk zijn voor een doelmatige inrichting van de bestemming.
Van de in lid 21.1 genoemde afwijkingsbevoegdheid kan slechts gebruik worden gemaakt, indien:
Wanneer aan onderstaande regelingen wordt getoetst, geldt de versie zoals die luidt ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan dan wel - indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd - die gewijzigde versie:
Voor zover dubbelbestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen, gelden:
Deze regels worden aangehaald als: regels van het 'bestemmingsplan Verbrede reikwijdte Energiepark e.o.' van de gemeente Leiden.