direct naar inhoud van Artikel 17 Algemene aanduidingsregels
Plan: Glasfabriek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0545.BPGLASFABRIEK-VS02

Artikel 17 Algemene aanduidingsregels

17.1 vrijwaringszone - molenbiotoop
17.1.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduidingen "vrijwaringszone – molenbiotoop 100 m" en "vrijwaringszone – molenbiotoop 400 m" gelden ter bescherming en instandhouding van de belangen van de bestaande molen als werktuig en beeldbepalend element de volgende bepalingen:

17.1.2 Bouwregels

Voor de bouwhoogte van nieuw op te richten gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt het volgende:

  • a. ter plaatse van de aanduiding "vrijwaringszone – molenbiotoop 100 m" mag geen bebouwing aanwezig zijn, hoger dan de onderste punt van de verticaal staande wiek van die molen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding "vrijwaringszone – molenbiotoop 400 m" mag de maximale hoogte niet meer bedragen dan op basis van de 1 op 30 regel in het direct aansluitende stedelijk gebied is toegestaan. Dit betekent dat de maximale hoogte niet meer mag bedragen dan 1/30 van de afstand tussen bouwwerk en het middelpunt van die molen, gerekend met de hoogtemaat van de onderste punt van de verticaal staande wiek.

17.1.3 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 17.1.2 teneinde hogere gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde op te richten, mits de vrije windvang en het zicht op de molen reeds beperkt zijn door bebouwing. Hierover dient tevoren advies te zijn ingewonnen bij een door het College van Burgemeester en Wethouders van Leerdam aan te wijzen onafhankelijke deskundige.

17.1.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur hoger dan de ingevolge 17.1.2 toegestane bouwhoogte voor gebouwen;
  • b. het hebben of aanleggen van beplantingen die hoger wordt dan de bouwhoogte die ingevolge 17.1.2voor bouwwerken is toegestaan;
  • c. het ophogen van gronden.

17.1.5 Uitzonderingen op verbod

Het in 17.1.4 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning is verleend;
  • b. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
  • c. welke het normale onderhoud, beheer en gebruik van de gronden betreffen.

17.1.6 Toelaatbaarheid

De werken en werkzaamheden, zoals in 17.1.4 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover door de werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de belangen van de molen niet onevenredig worden aangetast. Hierover dient tevoren advies te zijn ingewonnen bij een door het College van Burgemeester en Wethouders van Leerdam aan te wijzen onafhankelijke deskundige