direct naar inhoud van Artikel 35 Overgangsrecht
Plan: Geconsolideerde versie Buitengebied en herzieningen 2014
Status: geconsolideerde versie
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0545.BPBGGeconsoli2014-GECO

Artikel 35 Overgangsrecht

35.1 Overgangsrecht bouwwerken
35.1.1 Algemeen

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
35.1.2 Ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het bepaalde in 35.1.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 35.1.1 met maximaal 10 %.

35.1.3 Uitzondering

Het bepaalde in 35.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

35.2 Overgangsrecht gebruik
35.2.1 Algemeen

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

35.2.2 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 35.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

35.2.3 Onderbroken gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in 35.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

35.2.4 Uitzondering

Het bepaalde in 35.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

35.3 Persoonsgebonden overgangsrecht
35.3.1 Specifieke vorm van recreatie - persoonsgebonden overgangsrecht

Voor de gebouwen en erf ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van recreatie - persoonsgebonden overgangsrecht” geldt het volgende:

Deze gebouwen en bijbehorend erf zijn in strijd met het bestemmingsplan in gebruik genomen als recreatiewoning met bijbehorend erf. Dit gebruik mag worden voortgezet door diegene die het gebouw gebruiken als recreatiewoning met bijbehorend erf ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan. Zodra het gebruik als recreatiewoning door de bestaande gebruikers wordt beëindigd vervalt het recht op gebruik van deze gebouwen en erf als recreatiewoning met bijbehorend erf .

Als bestaande gebruiker wordt aangemerkt de persoon/personen die op het moment van het van kracht worden van deze regels volgens de ingediende zienswijze als hoofdgebruiker en diens partner bekend zijn.

35.3.2 Specifieke vorm van wonen - persoonsgebonden overgangsrecht

Voor het bouwwerk ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - persoonsgebonden overgangsrecht' geldt het volgende:


Dit bouwwerk is in strijd met het bestemmingsplan in gebruik genomen als mantelzorgwoning. Dit gebruik mag worden voortgezet door diegene aan wie een mantelzorgindicatie is toegekend ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan. Het gebruik als mantelzorgwoning door de bestaande gebruikers wordt beëindigd zodra de medische noodzaak daartoe niet meer aanwezig is. Tevens dient vanaf die datum het bouwwerk permanent verwijderd te worden.

Als bestaande gebruiker wordt aangemerkt de persoon/personen die op het moment van het van kracht worden van deze regels volgens de medische indicatie als hoofdgebruiker en diens partner bekend zijn.