Plan: | Kortland, geconsolideerd |
---|---|
Status: | geconsolideerde versie |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0542.Kortlandgec-0001 |
het bestemmingsplan Kortland, geconsolideerd van de gemeente Krimpen aan den IJssel.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0542.Kortlandgec- met de bijbehorende regels.
een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet publieksaantrekkend zijn en die op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende al dan niet aangebouwde bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij detailhandel en horeca is uitgesloten, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie. Beroepen die hieronder vallen zijn onder meer: beroepen op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, lichaamsverzorgend, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, zoals een (tand)arts, notaris, advocaat, makelaar, fysiotherapeut, verzekeringsagent, pedicure, schoonheidsspecialist, kapper, architect, accountant, geestelijk verzorger en dierenarts.
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
gebouwerf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het gebouwerf achter het hoofdgebouw te komen, waarbij als op een perceel meer gebouwen aanwezig zijn die noodzakelijk zijn voor het verrichten van de op grond van het omgevingsplan of een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit op het perceel toegestane activiteiten of als het hoofdgebouw geen woning is, maar op het perceel wel een of meer op de grond staande woningen aanwezig zijn, voor het leggen van deze lijn bepalend is het hoofdgebouw, de woning of een van de andere hiervoor bedoelde gebouwen, waarvan de voorkant het dichtst is gelegen bij openbaar toegankelijk gebied.
installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
de totale oppervlakte van de voor bedrijfsuitoefening benodigde bedrijfsruimte, inclusief de verkoopvloeroppervlakte, opslag- en administratieruimten en dergelijke.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.
Een b & b-voorziening is een kleinschalige, aan de woonfunctie ondergeschikte, kortdurende, toeristische verblijfsvoorziening, voor uitsluitend logies en ontbijt. De voorziening maakt deel uit van het hoofdgebouw of is gevestigd in één van de bijgebouwen, op hetzelfde perceel en wordt gerund door de eigenaar/bewoner van het betreffende perceel. Onder een b & b-voorziening wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
uitbreiding van een hoofdgebouw of functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren (of horizontale balklagen) is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, dakopbouw en/of zolder.
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een functioneel zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een (bouw)perceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder belwinkel en internetcafé.
die vormen van openluchtrecreatie, waarbij vooral het landschap of bepaalde aspecten daarvan worden beleefd, zoals wandelen, fietsen of paardrijden, waarbij relatief weinig recreanten aanwezig zijn per oppervlakte-eenheid.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
woningen alsmede andere geluidgevoelige gebouwen of geluidgevoelige terreinen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
een woning die geheel of gedeeltelijk boven/onder een andere woning is gelegen.
een woning die onderdeel uitmaakt van een bouwmassa bestaande uit twee hoofdgebouwen.
een perceel, gelegen aan een hoek van twee wegen c.q. het openbaar gebied.
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
een onderneming gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.
één of meer personen die in vast verband samenleven en gebruik maken van dezelfde voorzieningen zoals bijvoorbeeld een keuken, woonkamer, sanitaire voorzieningen en de entree, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling daarvan.
woonvorm waarbij een pand door meerdere personen die geen gezamenlijk huishouden vormen wordt bewoond en waarbij sprake is van woonruimtes waarbij afzonderlijke huishoudens afhankelijk zijn van één of meer gedeelde wezenlijke voorzieningen buiten de woonruimte.
voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
Objecten die onderdeel uitmaken van een Bevi-inrichting (als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen) maken hiervan geen onderdeel uit.
maatschappelijke voorzieningen zoals sportvoorzieningen, educatieve, religieuze, sociaal-medische, sociaal-culturele voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, als ook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.
het bieden van langdurige zorg aan een ieder die aantoonbaar hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en niet in beroepsmatig verband door personen uit de directe omgeving van de zorgbehoevende, voortvloeiend uit een sociale relatie, in de vorm van inwoning en/of afhankelijke woonruimte; als afhankelijke woonruimte wordt aangemerkt een bijbehorend bouwwerk, dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg is gehuisvest.
een weg of watergang die onder een gebouw doorgaat.
een horeca-activiteit die ondergeschikt is aan de hoofdfunctie detailhandel en die de hoofdfunctie detailhandel ondersteunt, waarbij voldaan wordt aan de volgende eisen:
detailhandel in auto’s, boten, caravans, motoren, scooters, zwembaden,
buitenspeelapparatuur, fitnessapparatuur, piano’s, surfplanken en tenten, grove
bouwmaterialen, landbouwwerktuigen, brand- en explosiegevaarlijke goederen, tuincentra, bouwmarkten en grootschalige meubelbedrijven (inclusief in ondergeschikte mate woninginrichting en stoffering) met een bruto vloeroppervlak van minimaal 1.000 m².
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
het bouwkundig en functioneel samenvoegen van twee of meer bestaande woningen of wooneenheden ten behoeve van de vestiging van een huishouden.
het bouwkundig en functioneel splitsen van een bestaande woning in twee of meer woningen of wooneenheden ten behoeve van de vestiging van meer dan een huishouden.
een aangebouwd gebouw dat in functioneel opzicht een onlosmakelijk onderdeel van het hoofdgebouw vormt.
de totale oppervlakte van de voor het publiek toegankelijke en zichtbare winkelruimte, inclusief de etalageruimte en de ruimte achter de toonbank.
de totale oppervlakte van hoofdgebouwen en aan- en bijgebouwen op de begane grond.
de (evenwijdig) aan een weg gelegen en naar de weg toe gekeerde gevel van een hoofdgebouw.
een lijn die zoveel mogelijk aansluit op de ligging van de voorgevels van de bestaande hoofdgebouwen en een zo gelijkmatig beloop overeenkomstig de richting van de weg heeft.
een bouwmassa bestaande uit één vrijstaand hoofdgebouw.
internetwinkel vanuit huis.
bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, waaronder begrepen eventueel gemeenschappelijk gebruik van bepaalde ruimten.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
het deel van het aanduidingsvlak uitgedrukt in procenten dat gebouwd mag worden.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
aanduiding | SBI-code (1993) | uit ten hoogste milieucategorie | |
specifieke vorm van bedrijventerrein - 1 | 2663.2 | 4.2 | |
specifieke vorm van bedrijventerrein - 2 | 281.2 | 4.1 | |
specifieke vorm van bedrijventerrein - 3 | 29.1 | 3.2 | |
specifieke vorm van bedrijventerrein - 4 | 5153.4 | 3.2 | |
specifieke vorm van bedrijventerrein - 5 | 152.3 | 4.2 |
aanduiding | adres bedrijf | type bedrijf | |
specifieke vorm van detailhandel - perifeer 1 | IJsseldijk 353/A | autogarage met showroom | |
specifieke vorm van detailhandel - perifeer 2 | IJsseldijk 361 | bouwmarkt | |
specifieke vorm van detailhandel - perifeer 5 | Parallelweg 2a | autogarage met showroom | |
specifieke vorm van detailhandel - perifeer 7 | Lekdijk 73 | autogarage met showroom en werkplaats | |
specifieke vorm van detailhandel - perifeer 8 | Griendstraat 29 | autogarage met showroom |
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1:
met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 3.5 onder c indien redelijkerwijs het aanleggen van parkeergelegenheid op eigen terrein niet gevergd kan worden.
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd de aanduiding 'gezoneerd industrieterrein' zoals opgenomen in lid 33.2 te wijzigen met dien verstande dat:
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 4.1 voor de vestiging van dienstverlening, detailhandel, bedrijfsactiviteiten en/of horeca boven de begane grondlaag, indien op de begane grondlaag reeds een zelfde functie gevestigd is en het woon- en leefklimaat, alsmede het karakter van het winkelgebied daardoor niet in onevenredige mate wordt aangetast.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 4.1 onder d voor de vestiging voor maatschappelijke voorzieningen op de begane grond indien langdurige leegstand dreigt omdat zich onvoldoende andere voorzieningen melden.
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van de bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:
Met betrekking tot het gebruik geldt de volgende regel:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van de bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.1 onder b voor een goothoogte tot ten hoogste 15 m indien het straatbeeld daardoor niet in onevenredige mate wordt aangetast en de breedte van de openbare ruimte ten minste tweemaal de gevraagde goothoogte bedraagt.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.1 onder e teneinde een hoger bebouwingspercentage toe te staan, mits in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien.
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2.2 onder a voor de bouw van lichtmasten tot een maximale hoogte van 25 m, mits het woon- en leefmilieu daardoor niet in onevenredige mate wordt aangetast.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2.2 onder c voor de bouw van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot een maximale hoogte van 10 m, mits het woon- en leefmilieu daardoor niet in onevenredige mate wordt aangetast.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Water - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Water - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
adres bedrijf | type bedrijf |
IJsseldijk 432 | autogarage met showroom |
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Binnen deze bestemming mogen woningen worden gebouwd en mogen hoofdgebouwen ten behoeve van functies zoals aangegeven door middel van specifieke aanduidingen worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
Binnen deze bestemming mogen bijbehorende bouwwerken worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering of aan de afmetingen van gebouwen indien dit noodzakelijk is in verband met:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 16.5 onder a, waarbij wordt toegestaan dat een bijbehorend bouwwerk gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, voor mantelzorg, onder voorwaarde dat:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 16.1 met het oog op een bed & breakfast-voorziening, onder voorwaarde dat:
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
aanduiding | adres bedrijf | type bedrijf |
specifieke vorm van detailhandel - perifeer 3 | Binnenweg 1 | autogarage met showroom |
specifieke vorm van detailhandel - perifeer 4 | Stad en Landschap 39 | autogarage met showroom |
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Binnen deze bestemming mogen woningen worden gebouwd en hoofdgebouwen ten behoeve van functies zoals aangegeven door middel van specifieke aanduidingen worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
Binnen deze bestemming mogen bijbehorende bouwwerken worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering of aan de afmetingen van gebouwen indien dit noodzakelijk is in verband met:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 17.5 onder a, waarbij wordt toegestaan dat een bijbehorend bouwwerk gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, voor mantelzorg, onder voorwaarde dat:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 17.1 met het oog op een bed & breakfast-voorziening, onder voorwaarde dat:
De voor 'Leiding - Gas' bestemde gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van een aardgasleiding.
In afwijking van het bepaalde in de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen mogen op de in lid 18.1 bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming en met inachtneming van de volgende regel:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 18.2 ten behoeve van bebouwing passend binnen de andere daar voorkomende bestemmingen, met inachtneming van de volgende regels:
Op of in de in lid 18.1 bedoelde gronden is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren, te doen of laten uitvoeren:
Het in lid 18.4.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 18.4.1 zijn slecht toelaatbaar, indien uit een advies van de leidingbeheerder blijkt dat door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen (onevenredige) afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de gasleiding.
De voor 'Leiding - Riool' bestemde gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van een rioolleiding.
In afwijking van het bepaalde in de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen mogen op de in lid 19.1 bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming en met inachtneming van de volgende regel:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 19.2 ten behoeve van bebouwing passend binnen de andere daar voorkomende bestemmingen, mits uit advies van de leidingbeheerder van de rioolleiding blijkt dat er geen (onevenredige) afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de rioolleiding.
Op of in de in lid 19.1 bedoelde gronden is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren, te doen of laten uitvoeren:
Het in lid 19.4.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 19.4.1 zijn slecht toelaatbaar, indien uit een advies van de leidingbeheerder blijkt dat door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen (onevenredige) afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de rioolleiding.
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de aan de gronden eigen zijnde archeologische waarden, daar waar mogelijk in de grond.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 20.2 onder a t/m c, met dien verstande dat:
In het belang van de archeologische monumentenzorg is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de hierna onder 20.4.2 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te doen c.q. te laten uitvoeren die dieper reiken dan 30 cm beneden maaiveld en die tevens een terreinoppervlakte groter dan 50 m² beslaan.
Het omgevingsvergunningvereiste betreft de volgende werken c.q. werkzaamheden:
Een omgevingsvergunningvereiste geldt niet voor bedoelde activiteiten gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden en welke in uitvoering waren ten tijde van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan en evenmin voor bestaande weg- en leidingcunetten.
Een omgevingsvergunning wordt verleend nadat de aanvrager een rapport aan het bevoegd gezag heeft overlegd van een archeologisch deskundige waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.
Aan een omgevingsvergunning kunnen de volgende regels worden verbonden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat:
De voor 'Waarde - Archeologie 2a' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de aan de gronden eigen zijnde archeologische waarden, daar waar mogelijk in de grond.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 21.2 onder a t/m c, met dien verstande dat:
Het omgevingsvergunningvereiste betreft de volgende werken c.q. werkzaamheden:
Het omgevingsvergunningvereiste geldt niet voor bedoelde activiteiten gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden en welke in uitvoering waren ten tijde van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan en evenmin voor bestaande weg- en leidingcunetten.
Een omgevingsvergunning wordt verleend nadat de aanvrager een rapport aan het bevoegd gezag heeft overlegd van een archeologisch deskundige waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.
Aan een omgevingsvergunning kunnen de volgende regels worden verbonden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 2a' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat:
De voor 'Waarde - Archeologie 3a' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de aan de gronden eigen zijnde archeologische waarden, daar waar mogelijk in de grond.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.2 onder a t/m c, met dien verstande dat:
In het belang van de archeologische monumentenzorg is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de hierna onder 22.4.2 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te doen c.q. te laten uitvoeren die dieper reiken dan 30 cm beneden maaiveld en die tevens een terreinoppervlakte groter dan 1.000 m² beslaan.
Het omgevingsvergunningvereiste betreft de volgende werken c.q. werkzaamheden:
Het omgevingsvergunningvereiste geldt niet voor bedoelde activiteiten gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden en welke in uitvoering waren ten tijde van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan en evenmin voor bestaande weg- en leidingcunetten.
Een omgevingsvergunning wordt verleend nadat de aanvrager een rapport aan het bevoegd gezag heeft overlegd van een archeologisch deskundige waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.
Aan een omgevingsvergunning kunnen de volgende regels worden verbonden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 3a' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat:
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de aan de gronden eigen zijnde archeologische waarden, daar waar mogelijk in de grond.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 23.2 onder a t/m c, met dien verstande dat:
In het belang van de archeologische monumentenzorg is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de hierna onder 23.4.2 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te doen c.q. te laten uitvoeren die dieper reiken dan 1 m beneden maaiveld en die tevens een terreinoppervlakte groter dan 10.000 m² beslaan.
Het omgevingsvergunningvereiste betreft de volgende werken c.q. werkzaamheden:
Het omgevingsvergunningvereiste geldt niet voor bedoelde activiteiten gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden en welke in uitvoering waren ten tijde van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan en evenmin voor bestaande weg- en leidingcunetten.
Een omgevingsvergunning wordt verleend nadat de aanvrager een rapport aan het bevoegd gezag heeft overlegd van een archeologisch deskundige waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.
Aan een omgevingsvergunning kunnen de volgende regels worden verbonden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat:
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de aan de gronden eigen zijnde archeologische waarden, daar waar mogelijk in de grond.
In het belang van de archeologische monumentenzorg is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de hierna onder 24.3.2 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te doen c.q. te laten uitvoeren die dieper reiken dan 50 cm in de rivierbodem en die tevens een terreinoppervlakte groter dan 5.000 m² beslaan.
Het omgevingsvergunningvereiste betreft de volgende werken c.q. werkzaamheden:
Het omgevingsvergunningvereiste geldt niet voor bedoelde activiteiten gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden en welke in uitvoering waren ten tijde van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan en evenmin voor bestaande weg- en leidingcunetten.
Een omgevingsvergunning wordt verleend nadat de aanvrager een rapport aan het bevoegd gezag heeft overlegd van een archeologisch deskundige waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.
Aan een omgevingsvergunning kunnen de volgende regels worden verbonden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 5' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat:
De voor 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de aan de gronden eigen zijnde archeologische waarden, daar waar mogelijk in de grond.
In het belang van de archeologische monumentenzorg is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de hierna onder 25.3.2 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te doen c.q. te laten uitvoeren die dieper reiken dan 50 cm in de rivierbodem en die tevens een terreinoppervlakte groter dan 10.000 m² beslaan.
Het omgevingsvergunningvereiste betreft de volgende werken c.q. werkzaamheden:
Het omgevingsvergunningvereiste geldt niet voor bedoelde activiteiten gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden en welke in uitvoering waren ten tijde van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan en evenmin voor bestaande weg- en leidingcunetten.
Een omgevingsvergunning wordt verleend nadat de aanvrager een rapport aan het bevoegd gezag heeft overlegd van een archeologisch deskundige waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.
Aan een omgevingsvergunning kunnen de volgende regels worden verbonden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 6' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat:
De voor 'Waarde - Natuur en landschap' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Bouwwerken | Op gronden met het wonen samenhangende bestemmingen | Op gronden met bedrijvigheid samenhangende bestemmingen | Op gronden met groen- of recreatieve functie samenhangende bestemmingen |
damwanden | Maximale bouwhoogte 1 m | Maximale bouwhoogte 2 m | Geen damwanden toegestaan |
vlotten | Minimale oppervlakte 4 x 20 m | Minimale oppervlakte 4 x 20 m | n.v.t. |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 26.2 voor:
Het is verboden de onbebouwde gronden met een bedrijfsfunctie binnen 3 m vanaf de grens met de bestemming 'Water - 2' te gebruiken voor opslag en stort van goederen.
Het is verboden op of in de in lid 26.1 bedoelde gronden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Werken en werkzaamheden | Op gronden met het wonen samenhangende bestemmingen | Op gronden met bedrijvigheid samenhangende bestemmingen | Op gronden met groen- of recreatieve functie samenhangende bestemmingen |
Het graven, ophogen of egaliseren van de grond | *(zie lid 26.5.3) | o | * |
Het aanleggen van oppervlakteverhardingen | *(zie lid 26.5.3) | * | x |
Het aanleggen van een vooroeverconstructie | * | o | * |
O= zonder meer toelaatbaar
X= verboden
* = vereiste van omgevingsvergunning (voor toelaatbaarheid zie 26.5.3)
Het in lid 26.5.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 26.5.1 zijn slechts toelaatbaar, voorzover de waarden van de rivierzone hierdoor niet onevenredig worden geschaad. Van onevenredige schade is geen sprake indien aan navolgende wordt voldaan:
De voor 'Waterstaat - Vaarweg' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Op de in lid 27.1 bedoelde gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de in dit artikel bedoelde bestemming worden gebouwd en mogen andere bouwwerken overeenkomstig de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen worden gebouwd, mits advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de vaarweg en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de vaarweg, het waterbergend vermogen en de landschappelijke waarden.
Het is verboden op of in de in lid 27.1 bedoelde gronden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 27.3.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 27.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de vaarweg en door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen (onevenredige) afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de vaarweg, het waterbergend vermogen en de landschappelijke waarden.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de waterkering.
Op de in lid 28.1 bedoelde gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de in dit artikel bedoelde bestemming worden gebouwd en mogen andere bouwwerken overeenkomstig de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen worden gebouwd, mits advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de waterkering en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de waterkering.
Het is verboden op of in de in lid 28.1 bedoelde gronden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 28.3.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 28.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien advies wordt ingewonnen bij de waterbeheerder en door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen (onevenredige) afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de waterkering.
De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Op de in lid 29.1 bedoelde gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de in dit artikel bedoelde bestemming worden gebouwd en mogen andere bouwwerken overeenkomstig de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen worden gebouwd, mits advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de vaarweg en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de vaarweg en het waterbergend vermogen.
Het is verboden op of in de in lid 29.1 bedoelde gronden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 29.3.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 29.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de vaarweg en door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen (onevenredige) afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de vaarweg, het waterbergend vermogen en de landschappelijke waarden.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door:
31.3.1 De maximaal toelaatbare bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag - tenzij in hoofdstuk 2 anders is geregeld - ten hoogste bedragen:
a. | van erf- en terreinafscheidingen tussen de voorgevel en/of het verlengde daarvan en de openbare weg | 1 m; | |
b. | van erf- en terreinafscheidingen elders | 2 m; | |
c. | van vrijstaande antenne- installaties ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder techniekkast | 15 m; | |
d. | van vrijstaande antenne- installaties, niet zijnde schotelantennes ten behoeve van mobiele telecommunicatie | 5 m; | |
e. | van antenne- installaties die op bouwwerken worden geplaatst, niet zijnde schotelantennes | 5 m; | |
f. | van schotelantennes | 3 m; | |
g. | van lichtmasten | 12 m; | |
h. | van vlaggenmasten | 7 m; | |
i. | van geluidswerende voorzieningen | 4 m; | |
j. | van tuinmeubilair | 2 m; | |
k. | van overkappingen | 3 m; | |
l. | van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m. |
31.3.2 De maximaal toelaatbare goothoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag – tenzij in hoofdstuk 2 anders geregeld – ten hoogste 3 m bedragen.
Nutsvoorzieningen zijn voor zover genoemd in de bestemmingsomschrijving, toegestaan indien de hoogte, gemeten vanaf het aansluitend terrein, maximaal 3 m bedraagt (tenzij anders op de verbeelding is aangeduid) en de oppervlakte niet meer bedraagt dan 15 m².
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 31.5.2 sub a voor het bouwen van ondergrondse gebouwen buiten het bouwvlak onder de voorwaarde dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 31.5.2 sub d voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 10 m onder peil onder de voorwaarde dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie 1', 'geluidzone - industrie 2', 'geluidzone - industrie 3' en 'geluidzone - industrie 4' gelden de volgende regels:
uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'gezoneerd industrieterrein' zijn geluidshinderlijke inrichtingen toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - 6' geen geluidhinderlijke inrichtingen zijn toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bedrijven' zijn kwetsbare objecten niet toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - straalpad' bedraagt de bouwhoogte van een bouwwerk in geen enkel opzicht meer dan 49 m ten opzichte van het maaiveld.
Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is - bij een omgevingsvergunning afwijken van dit plan voor:
Een omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen aanduidingen 'geluidzone - industrie 1', 'geluidzone - industrie 2', 'geluidzone - industrie 3' en 'geluidzone - industrie 4' wijzigen ten behoeve van aanpassing van de zonegrens indien daartoe als gevolg van:
aanleiding bestaat.
Werking wettelijke regelingen
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Kortland, geconsolideerd'.