Plan: | De Kleipetten Zuid |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | uitwerkingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0537.upRBGkleipetzuid-ON01 |
Het uitwerkingsplan 'De Kleipetten Zuid' met identificatienummer NL.IMRO.0537.upRBGkleipetzuid-ON01 van de gemeente Katwijk.
Blokken van meer dan twee aaneengebouwde woningen.
Een dienstverlenend beroep op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, uitgezonderd prostitutie, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
Erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant, van het hoofdgebouw.
Een terrein waarin zich voorwerpen of bewoningssporen van vroegere samenlevingen kunnen bevinden.
Een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Het bedrijfsmatig en op kleine schaal tegen betaling aanbieden van logies/overnachting in een daarvoor geschikte woning (hoofd- of bijgebouw) gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en kortdurend verblijf met ontbijtmogelijkheden, waarbij geldt dat dit ondergeschikt aan de woonfunctie plaatsvindt.
Onder een bed en breakfast-voorziening wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid of permanente kamerverhuur.
Een op de verbeelding aangegeven vlak met eenzelfde bestemming.
Een op de verbeelding aangegeven lijn, die de grens aanduidt van een bestemmingsvlak.
Koopwoning als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, onder e van het Besluit ruimtelijke ordening, waarbij een in de doelgroepenverordening bepaalde maximale koopprijs van toepassing is.
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
Een deel van een gebouw, dat bestaat uit één of meer ruimten, waarbij de bovenkanten van de afgewerkte vloeren van twee aan elkaar grenzende ruimten niet meer dan 1,5 m in hoogte verschillen. Bij de bepaling van het aantal bouwlagen wordt de bouwlaag, die voor 50 % of meer in de kap is gelegen (de
zolderlaag) evenals de bouwlaag, die voor 50 % of meer onder de begane grond is gelegen (de kelder/souterrain/parkeergarage) niet meegerekend.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
Een grens van een bouwperceel.
Een op de verbeelding door bouwgrenzen omsloten vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waarop gebouwen zijn toegelaten.
Een op de verbeelding aangegeven lijn die niet door gebouwen mag worden overschreden, met uitzondering van overschrijdingen die volgens deze regels zijn of kunnen worden toegelaten.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop volgens het plan zelfstandige, bij elkaar horende bebouwing is toegestaan.
Een in de regels of op de verbeelding aangegeven percentage dat de grootte van het deel van een bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
Een niet voor wonen bestemd gebouw (of een deel van een gebouw)zoals garages en bergingen, behorende bij en dienstbaar aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en qua afmetingen, ligging en constructie ondergeschikt aan het hoofdgebouw.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit ter plaatse.
Verordening doelgroepen woningbouw Katwijk.
Het binnen de bestemming gelegen gedeelte van het bouwperceel, met uitzondering van het binnen het bouwvlak gelegen gedeelte van het bouwperceel.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten, ruimte vormt.
Een woning in een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen bevat, waarbij iedere woning, al dan niet direct vanaf het voetgangersniveau, zelfstandig toegankelijk is.
Een gebouw dat op een bouwperceel, door zijn functie, constructie en afmetingen, als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
Het verblijf van waaruit het sociale en economische leven van de betrokkene plaatsvindt.
Een bedrijf gericht op een of meer van de navolgende activiteiten:
het verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken;
het exploiteren van zaalaccommodatie;
het verstrekken van nachtverblijf.
Persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan; bedrijfsmatige kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen.
Een samenstel van verblijfsruimten, uitsluitend of mede bestemd of gebruikt om daarin anderen dan aan de rechthebbende en de personen behorende tot diens huishouden, woonverblijf, niet in de zin van zelfstandige woongelegenheid, te verschaffen, al dan niet met gehele of gedeeltelijke verzorging. Een en ander kan onder meer blijken uit het feit dat voor de kamers afzonderlijk huur wordt berekend en/of betaald en elke kamer zelfstandig wordt bewoond, waarbij al dan niet sprake is van enkele gemeenschappelijke voorzieningen.
Onder de definitie van kamerverhuurbedrijf valt niet:
de verhuur van één of twee kamers door de bewoner of eigenaar/bewoner van een woning aan niet meer dan in totaal vier personen, dit mits de gezamenlijke woonvloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 30 % van het totale woonvloeroppervlakte van de woning, zulks met een maximum van 40 m².
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, anders dan de onder 1.30 genoemde beroepsmatige activiteiten, door middel van handwerk en waarvan de omvang van de
activiteiten ondergeschikt is aan de woonfunctie in een woning en de daarbij behorende gebouwen kan worden uitgeoefend.
Een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang en ondergeschikt aan de woonfunctie in een woning en daarbij behorende gebouwen kan worden
uitgeoefend.
Huurwoning zoals bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, onder j van het Besluit ruimtelijke ordening.
Voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
Elke al dan niet overdekte stallingsgelegenheid ten behoeve van gemotoriseerd verkeer.
Hieronder wordt verstaan:
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen en diensten ten behoeve van een ander tegen vergoeding.
Een voor het publiek toegankelijk gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch- pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al of niet in combinatie met elkaar.
Huurwoning als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, onder d van het Besluit ruimtelijke ordening.
Koopwoning als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, onder e van het Besluit ruimtelijke ordening, waarbij een in de doelgroepenverordening bepaalde maximale koopprijs van toepassing is.
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, aan of boven het water, bedoeld voor het aanleggen van een pleziervaartuig.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals draagconstructies voor reclame, voorwerpen van beeldende kunst, vitrines, zitbanken, bloemen- en plantenbakken, gedenktekens, speeltoestellen, straatverlichting of wegbewijzering, alsmede (boven- en ondergrondse) afvalinzamelpunten. Verkooppunten voor
motorbrandstoffen worden niet begrepen onder straatmeubilair.
Blokken van twee of drie aaneengebouwde woningen.
Een uit de gevel springend ondergeschikt deel van een gebouw bestaande uit één bouwlaag, zoals erkers, toegangsportalen, (bij)keukens en woon- en slaapgedeelten van een woning en dat rechtstreeks vanuit het hoofdgebouw toegankelijk is.
Voorheen plankaart; de digitale kaart waarop de bestemmingen van de in dit bestemmingsplan begrepen gronden zijn aangegeven.
Waar in dit plan wordt verwezen naar wettelijke regelingen wordt geduid op die regelingen, zoals zij luiden op het tijdstip van de ter inzage legging van het ontwerpuitwerkingsplan.
Erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied.
De lijn die samenvalt met de voorgevel(s) van een hoofdgebouw en met het denkbeeldige verlengde daarvan.
De maximale waarde voor de geluidbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en/of het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen.
Een woning die geheel vrij staat ten opzichte van andere woningen.
Werken, waaronder begrepen kunstwerken, verband houdend met de waterstaat, zoals dammen, dijken, sluizen, beschoeiingen, remmingswerken, uitgezonderd steigers.
Het houden van verblijf of het gehuisvest zijn in een woning.
Een gebouw dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden. Onder woning wordt mede een zorgwoning begrepen.
Een gebouw dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen (gestapeld) omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.
Woning bestemd voor groepen, zoals ouderen en personen met fysieke en/of psychische beperkingen, waar intensieve zorgverlening/begeleiding mogelijk is (zoals voor rolstoelgebruik) en/of zorg op afroep of 24 uurs zorg beschikbaar is vanuit een verpleeg- of verzorgingshuis, woon-zorgcentrum of bijvoorbeeld een dienstencentrum.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van de gemeenschappelijke scheidsmuren.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van de gemeenschappelijke scheidsmuren van de begane grondvloer.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. Ter verduidelijking: indien de goot/de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel lager zijn gemonteerd dan het snijvlak van de gevel en het dakvlak, geldt de hoogte tot aan het snijvlak.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van het gebouw. Ondergeschikte bouwdelen zoals: liftkokers, borstweringen, schoorstenen en dergelijke worden hierbij niet meegerekend.
Tussen buitenwerkse gevelvlakken, harten der gemeenschappelijke scheidingsmuren, buitenwerkse dakvlakken en de bovenkant van het begane grondvloeroppervlak.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van het bouwwerk.
De kortst gemeten afstand van enig punt van een gebouw tot de bouwperceelsgrens.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Er mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer-Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Er mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in deze grond mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Er mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
Gebruik van gronden ten behoeve van ligplaatsen voor pleziervaartuigen wordt uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'steiger' en/of direct grenzend aan deze aanduiding als gebruik overeenkomstig deze bestemming aangemerkt.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van het hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Het college van burgemeester en wethouders kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.2.2 sub d en artikel 7.2.2 sub f en een bouwhoogte van ten hoogste 6 m toestaan, mits er geen nadelige situatie ontstaat ten aanzien van de daglichttoetreding bij hoofdgebouwen in de omgeving.
Het college van burgemeester en wethouders kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.2.2 sub a en artikel 7.2.2 sub d en toestaan dat bijbehorende bouwwerken met een bouwhoogte van ten hoogste 5 m in het voorerfgebied worden gebouwd onder de voorwaarden dat:
Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels:
Het college van burgemeester en wethouders kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.1 voor het gebruik van gronden voor aan huis verbonden bedrijfsactiviteiten, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Waterstaatsdoeleinden' aangewezen gronden zijn naast de andere voor deze gronden aangewezen bestemming tevens bestemd voor het behoud en het herstel van de waterstaatsfunctie. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemmingen is, voor zover voor dat bouwen een vergunning krachtens de keur van het waterschap is vereist, uitsluitend toegestaan na inwerkingtreding van die vergunning.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken of werkzaamheden ter plaatse van de voor 'Waterstaatsdoeleinden' aangewezen gronden te voeren of te doen uitvoeren:
De omgevingsvergunning wordt alleen verleend indien de belangen van de waterstaatsdoeleinden dat toelaten en burgemeester en wethouders vooraf schriftelijk advies hebben ingewonnen bij de waterbeheerder.
Het bepaalde in dit artikel is niet van toepassing op de normale noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden van het gebied.
De voor 'Waarde - Archeologisch aandachtsgebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor doeleinden ter bepaling, ter bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd die voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn. Ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag uitsluitend worden gebouwd indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en:
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (omgevingsvergunning voor het aanleggen) van burgemeester en wethouders de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in artikel 9.3.1 is niet van toepassing indien:
Een omgevingsvergunning voor het aanleggen wordt verleend indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 1e lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening, geheel of gedeeltelijk de verbeelding van het bestemmingsplan te wijzigen door:
Grond, welke eenmaal in aanmerking is genomen bij de verlening van een bouwvergunning, waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is verboden de gronden, bouwwerken en onderkomens te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de aan die gronden gegeven bestemming, waaronder in ieder geval wordt gerekend:
Het college van burgemeester en wethouders kan - tenzij op grond van artikelen drie tot en met negen reeds omgevingsvergunning kan worden verleend - bij omgevingsvergunning afwijken van de regels in het plan, indien daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden en waarden van aangrenzende gronden en bouwwerken, voor:
Het college van burgemeester en wethouders kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 15.1:
Indien toepassing van het overgangsrecht voor bouwwerken of gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer natuurlijke personen kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen dat overgangsrecht buiten toepassing laten.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het uitwerkingsplan De Kleipetten Zuid van de gemeente Katwijk. |