direct naar inhoud van Artikel 21 Waarde - Cultuurhistorie
Plan: Valkenburg Dorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0537.bpVLKdorp-va02

Artikel 21 Waarde - Cultuurhistorie

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud van de karakteristieke, met de historische ontwikkeling samenhangende structuur en ruimtelijke kwaliteit van het plangebied.

21.2 Bouwregels

In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de andere daar voorkomende bestemmingen van deze gronden, mag aan de gronden en de bebouwing, voor zover gelegen binnen deze bestemming, geen verandering worden aangebracht in de bestaande situatie ten aanzien van de volgende karakteristieken en kenmerken:

  • a. (minimale en maximale) goothoogte van gebouwen, de bouwhoogte van gebouwen en de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • b. bouwmassa van gebouwen.
21.3 Afwijken van de bouwregels
21.3.1 Toestaan van bebouwing

Bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning voor bouwen afwijken van het bepaalde in lid 2, mits de cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden aangetast.

21.3.2 Voorwaarde

Alvorens de omgevingsvergunning wordt verleend wint bevoegd gezag schriftelijk advies in bij een ter zake deskundige.

21.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
21.4.1 Verbod

In het belang van de cultuurhistorische waarden is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van bevoegd gezag (omgevingsvergunning) op of in deze gronden gelegen bebouwing verhardingen aan te leggen en bestaande paden en wegen te verleggen.

21.4.2 Uitzondering

Het verbod als bedoeld onder 21.4.1 geldt niet voor bedoelde activiteiten gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden en welke in uitvoering waren ten tijde van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan.

21.4.3 Toetsingskader
  • a. de in 21.4.1 bedoelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien noodzakelijk voor het in de andere daar voorkomende bestemmingen toegestane gebruik van de grond, en in geval van gedeeltelijke sloop, indien door de sloopwerkzaamheden en/of aanlegwerkzaamheden geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de cultuurhistorische waarde van het aangewezen gebied;
  • b. alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in lid 21.4.1 wint bevoegd gezag advies in bij een ter zake deskundige.
21.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
  • a. Op of in de in lid 21.1 bedoelde gronden is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning bouwwerken te slopen;
  • b. Een vergunning als bedoeld onder a. mag alleen en moet worden geweigerd, indien het bouwplan voor nieuwbouw of de afwezigheid daarvan onevenredige afbreuk doet aan de in lid 21.1 genoemde cultuurhistorische waarden;
  • c. alvorens te beslissen omtrent een vergunning wint bevoegd gezag advies in bij een ter zake deskundige.