direct naar inhoud van 4.10 Archeologie en cultuurhistorie
Plan: Klei-Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0537.bpRBGkleioost-va01

4.10 Archeologie en cultuurhistorie

4.10.1 Archeologie

Op 20 december 2007 heeft de gemeenteraad van Katwijk de Beleidsnota Archeologie voor de gemeente Katwijk vastgesteld. Omdat de kaarten van het Rijk en de provincie veelal niet precies genoeg zijn, heeft de gemeente Katwijk opdracht gegeven voor de vervaardiging van een eigen meer gedetailleerdere archeologische verwachtingskaart. Gebleken is dat binnen de gemeente Katwijk een gemiddeld hoge archeologische verwachting bestaat. Om de omgang daarmee in goede banen te leiden is het nodig om over een beleidsinstrument zoals een eigen verwachtingskaart te beschikken. Deze kaart en de aanwezigheid van een eigen gemeentelijk archeologiebeleid maken bovendien dat de gemeente zeggenschap heeft over haar eigen bodemarchief.
In de Beleidsnota Archeologie is het gemeentelijke beleid geformuleerd. Het ontwikkelen van eigen gemeentelijk beleid volgt op de uitvoering van het Verdrag van Malta (1992, vaststelling in Nederland in 2006) en de gewijzigde Monumentenwet 1988 (Wet op de archeologische monumentenzorg) die sinds 1 september 2007 van kracht is. Deze wet verplicht de gemeente om archeologische waarden binnen bestemmingsplannen, en bij bodemverstoringen in het kader van bouw-, aanleg- en sloopactiviteiten, mee te wegen en indien archeologische waarden aanwezig zijn, deze conform de Archeologische Monumentenzorg veilig te stellen. Met deze beleidsnota is ook de Gemeentelijke Archeologische Verwachting- en Beleidsadvieskaart vastgesteld. Deze kaart dient als basis en toetsingskaart voor het gemeentelijke archeologiebeleid. Daarnaast is in de beleidsnota opgenomen dat er standaardregels in gemeentelijke bestemmingsplannen moeten worden opgenomen ter waarborging van de bescherming en behoud van archeologische waarden binnen de gemeente Katwijk. In de beleidsnota van de gemeente wordt een aantal zaken onderscheiden te weten:

  • archeologische monumenten;
  • archeologisch waardevol gebied;
  • archeologisch verwachtingsgebied.

Archeologische monumenten
Er bestaan twee soorten archeologische monumenten, 'beschermde monumenten' en 'monumenten'. Het Rijk verzorgt de bewaking over de beschermde archeologische monumenten. Net als voor monumentale gebouwen bestaat voor de archeologische rijksmonumenten een vergunningprocedure. Met betrekking tot terreinen die archeologisch rijksmonument zijn moet voor werkzaamheden en activiteiten die bodemverstoringen tot gevolg kunnen hebben een monumentenvergunning worden aangevraagd. De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed verstrekt deze monumentenvergunningen. Het Rijk streeft er naar deze rijksmonumenten in te passen in plangebieden door ze vrij van bebouwing te laten en ze anders in te richten, bijvoorbeeld in de vorm van een park.

Archeologische monumenten worden bewaakt door de provincie. Dit zijn terreinen waarvan de archeologische waarde al duidelijk is geworden aan de hand van eerder gedaan archeologisch onderzoek. Officieel zijn terreinen met een archeologische monumentenstatus niet beschermd, maar dat wil slechts zeggen dat er geen monumentenvergunning vereist is. De provincie bewaakt deze terreinen door ze uit te roepen als attentiegebied of ze te beschermen binnen de besluitvormingsprocedure in het kader van de ruimtelijke ordening. Het liefst ziet de provincie deze terreinen behouden, bijvoorbeeld door te eisen dat in het geval van bebouwing een bouwmethode wordt gebruikt waarbij geen bodemverstoringen plaatsvinden. In sommige gevallen mag een deel van een archeologisch terrein met monumentale status worden opgegraven, maar alleen onder strenge kwaliteitseisen en onderzoeksvoorwaarden.

Archeologisch Waardevol Gebied

Archeologisch waardevolle gebieden zijn gebieden waarvan de archeologische waarde al bepaald is aan de hand van eerder gedaan archeologisch onderzoek, meestal zijn dit de archeologische monumenten waar de provincie zeggenschap over heeft. Daarnaast zijn de historische dorpskernen van Katwijk, Valkenburg en Rijnsburg archeologisch waardevol gebied. Voor bestemmingsplannen en omgevingsvergunningen bestaat voor de archeologisch waardevolle gebieden geen ontheffingsnorm. Indien er sprake is van voorgenomen verstoringen van de bodem is het verplicht vooraf archeologisch onderzoek uit te laten voeren. Pas na overlegging van een rapport van archeologisch onderzoek aan het bevoegd gezag, over het algemeen de gemeente, kan een vergunning worden afgegeven.

Archeologisch Verwachtingsgebied

Archeologische verwachtingsgebieden zijn gebieden waarvan nog geen bepaling van archeologische waarden bestaat. Daar is dus nog niet eerder archeologisch onderzoek verricht. Wel kan op basis van de geologische geschiedenis van deze gebieden een voorspelling worden gedaan over de mate van verwachting op aanwezige archeologische sporen. Deze verwachting is uitgedrukt in lage, middelmatige en hoge archeologische verwachting. In het geval van een lage archeologische verwachting kan geen archeologisch onderzoek voorafgaande aan de afgifte van een vergunning worden verplicht. Ten aanzien van de gebieden met een middelmatige tot hoge archeologische verwachting is dit echter wel het geval. Het soort archeologisch onderzoek kan per gebied verschillen. Deze verschillen hangen samen met de geologische eigenschappen van het gebied en de te verwachten aard van de archeologie. Net als voor gebieden met een lage archeologische verwachting, bestaat voor bodemverstorende activiteiten met een totaal gebiedsomvang kleiner dan 100 m² een ontheffing. Archeologisch onderzoek is dan geen vereiste, dit ongeacht de mate van archeologische verwachting.

Onderzoek

Archeologische verwachting plangebied Klei-Oost.

In 2000 is door archeologisch adviesbureau RAAP een verkennend-karterend booronderzoek uitgevoerd binnen plangebied Klei-Oost (RAAP-Rapport 561, 2000). Dit in het kader van het te ontwikkelen bedrijventerrein waarvan een deel op Noordwijks en een deel op Katwijks grondgebied is gelegen. Tijdens dit onderzoek is op Noordwijks grondgebied en archeologische vindplaats aangetroffen op nog intacte strandwalresten. Op Katwijks grondgebied, binnen het gebied dat nu plangebied Klei-Oost omvat, werden geen archeologische indicatoren aangetroffen en ook geen resten van strandwallen. Binnen het plangebied bestaat de bodem voornamelijk uit klei en zavel direct gelegen op veen. Omdat het hier een strandvlakte betreft zonder archeologische indicatoren kan de archeologische verwachting worden bijgesteld naar een lage verwachting. Er is derhalve geen noodzaak voor archeologisch vervolgonderzoek of een op te nemen dubbelbestemming archeologie.

Conclusie

Binnnen het plangebied zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Derhalve is sprake van een lage archeologische verwachtingswaarde. Bijgevolg wordt in onderhavig plan geen dubbelbestemming archeologie opgenomen.

4.10.2 Cultuurhistorie

Tientallen eeuwen van ontginnen, bouwen, wonen en werken hebben Zuid-Holland gemaakt tot een cultuurlandschap bij uitstek. Kerken, boerderijlinten, bollenschuren, dorpsgezichten maar ook dijken, verkavelingspatronen en archeologische vindplaatsen getuigen hiervan. Deze cultuurhistorische waarden zijn van grote betekenis voor onze leefomgeving. Daarom willen rijk, provincie maar ook de gemeente Katwijk deze cultuurhistorie behouden of inpassen bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen.

Toetsingskader

De Modernisering van de Monumentenwet heeft als eerste speerpunt: "cultuurhistorische belangen meewegen in de ruimtelijke ordening". Ook de provincie wil cultuurhistorie betrekken bij ruimtelijke ontwikkelingen en heeft daarom het erfgoed van Zuid-Holland in kaart gebracht, middels de Cultuurhistorische Hoofdstructuur en de Regioprofielen Cultuurhistorie. De cultuurhistorische waarden bestaan uit historische stedenbouw, historische bouwkunst, historisch landschap en archeologie.

De gemeente Katwijk stelt in de Beleidsnota Monumentenzorg uit 2006 dat er een beleid moet worden opgesteld dat "voorwaarden schept om de gemeentelijke cultuurhistorische identiteit sterker richtinggevend te laten zijn bij ruimtelijke ontwikkelingen". Vergelijkbaar met de huidige regelgeving voor beschermde stads- en dorpsgezichten dient in ieder bestemmingsplan een afweging gemaakt te worden over de wijze waarop met de cultuurhistorische belangen wordt omgegaan. Daarnaast is in het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan (regels, verbeelding) een analyse verplicht naar de aanwezige cultuurhistorische waarden en een beschrijving van de wijze waarop hiermee is omgegaan. Hieronder wordt aan de hand van historische stedenbouw, historische bouwkunde en het historisch landschap voor het plangebied verkend welke waarden er aanwezig zijn en welke mogelijkheden er vanuit deze onderwerpen zijn.

Historische stedenbouw

Er is geen sprake van een historisch stedenbouwkundige aanleg op het bedrijventerrein dat pas tussen 2000 en 2005 is gerealiseerd.

Historische bouwkunde

In het plangebied komen geen individuele gebouwen voor van grote architectuurhistorische waarde. Er staan geen rijks- of gemeentelijke monumenten.

Historisch landschap

Het oorspronkelijke agrarische landschap kende een stroken verkaveling welke nu niet meer herkenbaar is door de nieuwe bebouwing en wegen. Alleen de Noordwijkervaart is herkenbaar gebleven.