Plan: | Klei-Oost |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0537.bpRBGkleioost-va01 |
De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is op 22 november 2011 - onder aanvaarding van een aantal moties - door de Tweede Kamer aangenomen en is begin 2012 in werking getreden.
De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) vervangt onder andere de Nota Ruimte en de Nota Mobiliteit. In de structuurvisie staan de plannen voor ruimte en mobiliteit van nationaal belang. Zo beschrijft het kabinet in de Structuurvisie in welke infrastructuurprojecten zij de komende jaren wil investeren en op welke manier de bestaande infrastructuur beter benut kan worden. Provincies en gemeenten krijgen in de plannen meer bewegingsvrijheid op het gebied van de ruimtelijke ordening.
Het kabinet richt zich bij de verbetering van het vestigingsklimaat vooral op de regio's die zorgen voor de meeste economische groei. Dat zijn de haven van Rotterdam en de luchthaven Schiphol (mainports), de toptechnologieregio zuidoost Nederland (brainport) en de greenports (tuinbouwclusters) Westland/Oostland, Venlo, Aalsmeer, Duin- en Bollenstreek en Boskoop.
Figuur 2: gebiedsgerichte nationale belangen en opgaven; 'Zuidvleugel / Zuid-Holland'
De topsectoren - water, agro(logistiek) en food, tuinbouw, high-tech systemen en materialen, life sciences, chemie, energie, logistiek, creatieve industrie en hoofdkantoren - zijn geconcentreerd in stedelijke regio's, vooral rond deze mainports, de brainport en greenports. Het kabinet investeert samen met ondernemers en onderzoekers gericht in deze topsectoren.
Op 22 december 2009 is de Waterwet in werking getreden. De Waterwet stelt de watersysteembenadering centraal en integreert acht bestaande wetten voor waterbeheer. De wet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater en regelt de juridische implementatie van Europese richtlijnen (o.a. Kaderrichtlijn Water en de Richtlijn Overstromingsrisico's).
De Waterwet kent één watervergunning. Met het wegvallen van vergunningen treedt een belangrijke wijziging op in de samenwerkingsrelatie tussen de gemeente en de waterbeheerder (Rijkswaterstaat of waterschap). Deze wijziging vraagt een andere manier van (samen)werken. Samenwerken op basis van afspraken in plaats van op basis van vergunningvoorschriften.
De Waterwet kent formeel slechts twee waterbeheerders: het rijk, als de beheerder van de rijkswateren (Rijkswaterstaat), en de waterschappen, als de beheerders van de overige wateren. Gemeenten zijn dus formeel geen waterbeheerder, maar hebben wel watertaken. Met de inwerkingtreding van de Waterwet zijn ruimtelijke aspecten van het nationaal waterplan (Rijk) en regionaal waterplan (provincie) tevens structuurvisie in de zin van de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening (Wro). Een structuurvisie is bindend voor het bevoegd gezag van het betreffende plan (Rijk of provincie). Het Rijk en de provincie kunnen delen van een structuurvisie dwingend voorschrijven in de vorm van respectievelijk een AMvB of provinciale verordening. Bovendien zal een gemeente in de praktijk bij haar ruimtelijke plannen rekening houden met de structuurvisie van het Rijk en de provincie.