Risicobronnen in de omgeving
Inventarisatie risicobronnen
De externe veiligheidsaspecten ten gevolge van het transport van gevaarlijke stoffen over de weg, het spoor, het water en door buisleidingen, alsmede de aanwezigheid van risicovolle inrichtingen, zijn geïnventariseerd voor de nabije omgeving van het plangebied. In het kader van de externe veiligheid zijn nabij de beoogde ontwikkeling een aantal risicobronnen gesitueerd. Dit betreft de volgende risicobronnen (zie figuur 5.2):
- Transport van gevaarlijke stoffen via aardgasbuisleidingen;
- Transport van gevaarlijke stoffen over de A44;
- Ammoniakkoelinstallatie aan de Vinkenweg 32;
- LPG-tankstation aan de Rijksweg A44.
Op nog grotere afstand van het plangebied bevinden zich geen verdere risicobronnen waarvan het plangebied binnen diens invloedsgebied is gelegen.
Figuur 5.2 Uitsnede risicokaart.nl
Transport via de nabij gelegen aardgasbuisleidingen
Nabij de beoogde ontwikkeling zijn hogedrukaardgasbuisleidingen gesitueerd (zie figuur 5.2). Voor de voornoemde leidingen gelden de in tabel 5.1 genoemde invloedsgebieden. In deze tabel wordt eveneens de afstand van de aardgasbuisleidingen tot het plangebied weergegeven.
Tabel 5.1 Hogedrukaardgasbuisleidingen in de omgeving van het plangebied en diens invloedsgebied
| Kenmerk | Invloedsgebied | Afstand tot plangebied |
| W-535-01 | 140 m | 3 m |
| A-560 | 430 m | 185 m |
| W-535-16 | 120 m | 495 m |
Aangezien de beoogde ontwikkeling, te weten de realisatie van een kwetsbaar object, binnen het invloedsgebied van aardgasbuisleiding W-535-01 en A-560 is gelegen dienen, conform het Bevt, de externe veiligheidsrisico's nader inzichtelijk gemaakt te worden middels een kwantitatieve risicoanalyse (QRA).
Aan de Vinkenweg 51 bevindt zich op circa 490 meter van het plangebied een gasdrukregel- en meetstation. Een gasdrukregel- en meetstation is geen inrichting in het kader van het Bevi, echter gelden er conform het Activiteitenbesluit veiligheidsafstanden van de opstelplaats van een gasdrukmeet- en regelstation tot buiten de inrichting gelegen kwetsbare objecten en beperkt kwetsbare objecten. Voor een gasdrukregel- en meetstation geldt maximaal een afstand van 25 meter (afhankelijk van de opstellingswijze) als veiligheidsafstand tot kwetsbare objecten. Aangezien dit station op ruime afstand van het plangebied is gelegen, vormt dit geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling.
Transport van gevaarlijke stoffen over de A-44
Ten oosten van de beoogde ontwikkeling is de A44 gelegen. De beoogde woonbootligplaats is op circa 310 meter van de A44 gelegen. Deze weg valt onder de werkingssfeer van het Basisnet en wordt benoemd in bijlage I van de Regeling Basisnet. Het plaatsgebonden risico van 10-6 per jaar is op 0 meter gelegen, en is hiermee aldus niet over het plangebied gelegen.
Conform het Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt) en de bijbehorende Regeling Basisnet kan het zijn dat er beperkingen worden gesteld aan ruimtelijke ontwikkelingen binnen een zone van 200 meter aan weerszijden van een transportroute. De A44 bevindt zich echter op meer dan 200 meter afstand van de beoogde ontwikkeling, hetgeen betekent dat de externe veiligheidsrisico's niet nader inzichtelijk gemaakt hoeven te worden.
Ammoniakkoelinstallatie aan de Vinkenweg 32
Aan de Vinkenweg 32, op circa 485 meter afstand van het plangebied, is sprake van een ammoniakkoelinstallatie. Dit betreft een installatie van W. Heemskerk bv. Er is hierbij sprake een risicovolle inrichting in het kader van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) waarbij het plaatsgebonden risico van 10-6 per jaar als gevolg van de machinekamer buiten de inrichting is gelegen. Het plaatsgebonden risico van 10-6 per jaar is op 45 meter afstand gelegen. Deze installatie is op een ruime afstand van het plangebied gelegen en vormt daarmee geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling.
LPG- tankstation aan de A 44
Aan de Rijksweg A44 bevindt zich het LPG-tankstation 'BP Elsgeest'. Dit tankstation bevindt zich op een afstand van circa 715 meter. Een LPG-tankstation is een inrichting die ressorteert onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Het plaatsgebonden risico van 10-6 per jaar volgt uit de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi). Voor respectievelijk het vulpunt, het ondergronds reservoir en de afleverzuil zijn deze afstanden 40 meter, 25 meter en 15 meter. De beoogde ontwikkeling is op ruime afstand van dit tankstation gelegen, en het plaatsgebonden risico van 10-6 per jaar is dan ook niet over het plangebied gelegen. Een LPG-tankstation kent bovendien een invloedsgebied van 150 meter (zowel vanaf het vulpunt als vanaf het reservoir). De beoogde ontwikkeling is eveneens niet binnen het invloedsgebied van dit tankstation gelegen, en vormt hiermee geen belemmeringen voor de beoogde ontwikkeling.
Conclusie
Enkel het transport van gevaarlijke stoffen via nabijgelegen aardgasbuisleidingen vragen om extra aandacht. Hiertoe dienen de externe veiligheidsrisico's in de vorm van een kwantitatieve risicoanalyse (QRA) nader inzichtelijk gemaakt te worden. Er is geen sprake van overige risicobronnen in de omgeving van de beoogde ontwikkeling welke om een nadere beschouwing vragen.
In voorliggende rapportage wordt in de vorm van een kwantitatieve risicoanalyse (QRA) nader ingegaan op de externe veiligheidsrisico's ten gevolge van het transport van gevaarlijke stoffen via de nabijgelegen aardgasbuisleidingen.
QRA Buisleiding
Hogedruk aardgasbuisleidingen
Nabij het plangebied zijn hogedrukaardgasbuisleidingen van de Gasunie gelegen. In figuur 5.1 is de ligging van deze hogedrukaardgasbuisleidingen weergeven. In de figuur zijn tevens de invloedsgebieden (van 140 meter en 430 meter) van de nabijgelegen hogedrukaardgasbuisleidingen weergegeven. Het invloedsgebied staat gelijk aan de 1% letaliteitscontour. De 1% letaliteitscontour geeft het gebied aan waarbinnen 1% van de bevolking komt te overlijden ten gevolge van een incident met de hogedruk aardgastransportleiding (fakkelbrand). Dit gebied wordt ook uitgedrukt als het invloedsgebied.
Figuur 5.3 Ligging aardgasbuisleidingen en invloedsgebieden (bron luchtfoto: Google Earth)
De beoogde ontwikkeling is binnen de invloedsgebieden van deze buisleidingen gelegen. Tevens is de beoogde ontwikkeling binnen de 100%-letaliteitscontour (van 70 meter) van buisleiding W-535-01 gelegen. De beoogde ontwikkeling bevindt zich niet binnen de 100%- letaliteitscontour (van 180 meter) van buisleiding A-560. De eigenschappen van de betreffende hogedrukaardgasbuisleidingen zijn opgenomen in tabel 5.2
Tabel 5.2 Kenmerken hogedrukaardgasbuisleiding
| Kenmerk | Uitwendige diameter (inch) | Inwendige druk (bar) |
| W-535-01 | 12,76 | 40 |
| A-560 | 35,98 | 66,2 |
| W-535-16 | 10,75 | 40 |
Voor de modellering is gebruikgemaakt van de software CAROLA, versie 1.0.0.51. De leidinggegevens zijn verstrekt door de beheerder Gasunie. Deze gegevens zijn aangeleverd als een versleuteld leidingbestand. Hierdoor is geborgd dat de leidinggegevens afkomstig zijn van de leidingexploitant.
Beschouwde scenario's
Om de verandering van het groepsrisico ten gevolge van de realisatie van de beoogde ontwikkeling in beeld te brengen is het groepsrisico berekend voor zowel de huidige als de toekomstige situatie.
Populatiegegevens omgeving
Voor de bepaling van het groepsrisico is het noodzakelijk dat de bevolking binnen de invloedsgebieden, oftewel de 1%-letaliteitscontour, van de transportleidingen geïnventariseerd wordt. In figuur 5.2 wordt het gebied weergeven wat meegenomen dient te worden in de QRA. Dit gebied wordt gevormd door de invloedsgebieden, waarbij aan de weerszijden van het plangebied een lengte van één kilometer van de buisleiding (indien aanwezig), vermeerderd met de 1%-letaliteitsafstand, wordt aangehouden.
Figuur 5.4 Leidinglengte welke meegenomen dient te worden in QRA, inclusief het bijbehorende invloedsgebied
Voor de populatiegegevens van de omgeving is gebruik gemaakt van de populatieservice3. Deze tool is gebaseerd op de basisadministratie en gebouwen (BAG) en aanwezigheidskentallen conform de Handleiding Risicoanalyse Transport (HART).
Beoordeling
De beoogde ontwikkeling is niet gelegen binnen een plaatsgebonden risicocontour van 10 -6 per jaar. Aan deze grenswaarde wordt aldus voldaan.
Het groepsrisico is in de voorliggende situatie kleiner dan 0,1 keer de oriëntatiewaarde en er is geen sprake van een relevante toename van het groepsrisico (>10 %). Bovendien wordt de oriëntatiewaarde niet overschreden.
Een verantwoording van het groepsrisico is conform artikel 12 derde lid onder b van het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) aldus niet aan de orde. Wel dienen de mogelijkheden tot voorbereiding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval en de zelfredzaamheid van personen die zich bevinden binnen het invloedsgebied beschouwd te worden. In voorliggende situatie is geen sprake van een grote hoeveelheid personen ter plaatse van het plangebied. Alsmede is het voor de mogelijk aanwezige personen goed mogelijk om van de risicobron weg te vluchten ingeval van een calamiteit.
Advies Veiligheidsregio Hollands Midden
De Veiligheidsregio Hollands Midden heeft advies uitgebracht (zie bijlage 5). Het advies van de Veiligheidsregio is als volgt:
- Om de kans op incidenten te verkleinen, de effecten te beperken en / of de zelfredzaamheid van de aanwezigen en het optreden van de hulpdiensten te verbeteren, adviseren wij u het volgende:
De opkomsttijd van de brandweer naar het plangebied wordt overschreden met circa één minuut. Geadviseerd wordt om deze geringe overschrijding te accepteren, mede gezien de realisatie van bouwkundige en installatietechnische voorzieningen welke (behoren te) voldoen aan het nieuwbouwniveau van het Bouwbesluit.
- Daarnaast wordt geadviseerd om te investeren in risicocommunicatie. Door te communiceren over de mogelijke scenario's in een gebied (fakkelbrand) worden mensen zich meer bewust van wat ze moeten doen bij het scenario.
Conclusie
In opdracht van gemeente Katwijk is een onderzoek uitgevoerd naar de externe veiligheidsrisico's die een rol kunnen spelen bij de beoogde ontwikkeling van een woonschepenligplaats aan de Oegstgeesterweg te Rijnsburg.
Aangezien de beoogde ontwikkeling conform wetgeving op het gebied van externe veiligheid een kwetsbare object betreft en niet binnen het vigerende bestemmingsplan past, vergt het aspect externe veiligheid een nadere beschouwing. De externe veiligheidsaspecten ten gevolge van het transport van gevaarlijke stoffen over de weg, het spoor, het water en door buisleidingen, alsmede de aanwezigheid van risicovolle inrichtingen, zijn geïnventariseerd voor de nabije omgeving van het plangebied. In het kader van de externe veiligheid is met name het transport van gevaarlijke stoffen door buisleidingen relevant. Het plangebied bevindt zich namelijk binnen het invloedsgebied van een tweetal aardgasbuisleidingen. Voor de beoogde ontwikkeling is om deze reden een kwantitatieve risicoanalyse (QRA) uitgevoerd.
Op basis van het uitgevoerde onderzoek kan het volgende worden geconcludeerd:
- De beoogde ontwikkeling is op een dusdanig grote afstand van de buisleidingen gelegen dat er voldaan wordt aan de grenswaarde voor het plaatsgebonden risico van 10 -6 per jaar.
- Uit de QRA volgt dat de oriëntatiewaarde in de huidige als in de toekomstige situatie niet wordt overschreden. Het groepsrisico neemt bovendien niet toe ten opzichte van de huidige situatie.
Aangezien het groepsrisico niet toeneemt en de oriëntatiewaarde niet wordt overschreden is een uitgebreide verantwoording van het groepsrisico niet aan de orde. Wel dienen de mogelijkheden tot voorbereiding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval en de zelfredzaamheid van personen die zich bevinden binnen het invloedsgebied beschouwd te worden. In voorliggende situatie is daarbij slechts sprake van een beperkt aantal personen ter plaatse van de woonschepenligplaats, en is het redelijkerwijs mogelijk om van de risicobron af te vluchten ingeval van ramp. Hiermee vraagt dit aspect niet om een nadere beschouwing en kan geconcludeerd worden dat het aspect externe veiligheid geen belemmeringen oplevert voor de beoogde ontwikkeling (zie bijlage 2).