| Plan: | Zeeweg 82b en Zuidstraat 65 |
|---|---|
| Status: | ontwerp |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0537.bpKATzeewg82b-va01 |
Beoogde ontwikkeling in relatie tot milieu
Nabij het plangebied is een aardgastransportleiding van de gasunie aanwezig.
Binnen en / of nabij het plangebied zijn geen BEVI-inrichtingen aanwezig tevens vindt er geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaats.
Voorliggend bestemmingsplan maakt geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten mogelijk.
Toetsingskader
Externe veiligheid richt zich op het beheersen van activiteiten die een risico voor de omgeving kunnen opleveren, zoals bij de productie, de opslag en het transport van gevaarlijke stoffen. Bij de herinrichting van een gebied bepalen deze risico's mede de ruimtelijke mogelijkheden.
In het kader van de Wet ruimtelijke ordening dient te worden onderzocht in hoeverre er sprake is van aanwezigheid van risicovolle activiteiten in de nabijheid van het plangebied. Dat kan zowel inrichtingen als transporten betreffen. Van die activiteit dient het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR) te worden bepaald en eventueel de toename hiervan.
Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. De normstelling heeft de status van een grenswaarde die niet mag worden overschreden. Voor bestaande situaties wordt het niveau van 10-5 per jaar als grenswaarde gehanteerd, 10-6 per jaar geldt als richtwaarde. Voor nieuwe situaties geldt een grenswaarde van 10-6 per jaar. Een richtwaarde is daarbij niet van toepassing.
Het GR kan worden beschouwd als de maat van maatschappelijke ontwrichting in geval van calamiteit (en drukt dus de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als rechtstreeks gevolg van een calamiteit). De normstelling heeft de status van een oriƫnterende waarde. Deze waarde is geen vastgestelde wettelijke norm. Desondanks hebben overheden en betrokken private instellingen een inspanningsverplichting om te voldoen aan deze oriƫnterende waarde en dient een toename van het GR bestuurlijk te zijn verantwoord.
Onderzoek
Nabij het plangebied is een aardgastransportleiding van de Gasunie aanwezig. De toetsingszone voor de beoordeling van het groepsrisico reikt tot in het plangebied. Binnen de toetsingszonde vindt een beperkte ruimtelijke wijziging plaats.
In het kader van deze wijziging zijn een PR- en GR-berekening uitgevoerd. Deze berekeningen zijn uitgevoerd met Carola, een door de overheid goedgekeurd softwarepakket voor het uitvoeren van risicoberekeningen aan aardgastransportleidingen. Uit het onderzoek is gebleken dat door de wijziging het groepsrisico niet zal toenemen. Het onderzoeksrapport is terug te vinden in de bijlage.
In het plangebied zijn geen bedrijven waarop het Besluit externe veiligheid inrichtingen van toepassing is.
Routes voor gevaarlijke stoffen zijn in en in de buurt van de planlocaties niet aangewezen.
Conclusie
Door het bestemmingsplan vindt geen toename plaats van het groepsrisico. De externe veiligheid levert in het kader van dit bestemmingsplan geen beperkingen op.