Plan: | Zeehospitium fase 2 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0537.bpKATzeehosfase2-va02 |
het bestemmingsplan Zeehospitium fase 2 van de gemeente Katwijk.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0537.bpKATzeehosfase2-va02 met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een dienstverlenend beroep op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant, van het hoofdgebouw.
een al dan niet inpandige, geheel of gedeeltelijk overdekt bij een gebouw behorende buitenruimte vanaf de eerste bouwlaag
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen, met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet c.q. de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een deel van een gebouw, dat bestaat uit één of meer ruimten, waarbij de bovenkanten van de afgewerkte vloeren van twee aan elkaar grenzende ruimten niet meer dan 1,5 m in hoogte verschillen; bij de bepaling van het aantal bouwlagen wordt de bouwlaag die grotendeels in de kap is gelegen (zogenaamde zolderlaag) evenals de bouwlaag die grotendeels onder de begane grond is gelegen (zogenaamde kelder/souterrain) niet meegerekend.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en bedoeld om ter plaatse te functioneren.
de uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
een niet voor bewoning bestemd gebouw dat in bouwkundig en functioneel opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
de ophoging van de goothoogte en/of nokhoogte en/of de dakhelling.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen, die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals bijvoorbeeld reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, stomerijen, sleutel- en hakkenbars, wasserettes, makelaarskantoren en bankfilialen.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en de bestemming deze inrichting niet verbiedt.
een uitgebouwd gedeelte van een woning aan een gevel
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen bevat.
Verharding opgebouwd uit materiaal dat na het aanbrengen een solide geheel vormt en waarin geen losse onderdelen meer te onderscheiden zijn, zoals (maar niet uitsluitend) asfalt of beton.
Verharding opgebouwd uit materiaal bestaande uit losse elementen die in meer of mindere mate met elkaar verbonden zijn en waarvan de voegen over het algemeen opgevuld worden met zand, zoals (maar niet uitsluitend) tegels, kasseien of klinkers.
Verharding opgebouwd uit los materiaal zoals (maar niet uitsluitend) grind, gebroken puin, schelpenzand, gestabiliseerd zand en stenen met grote grasvoegen (grasbetontegels).
een gebouw of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
een bedrijf dat in zijn algemeenheid gericht is op het verstrekken van nachtverblijf en/of ter plaatse nuttigen van voedsel en/of dranken en/of het exploiteren van zaalaccommodatie. De volgende specifieke vormen worden onder horeca begrepen. Bij deze begrippen is een onderscheid gemaakt tussen licht, middel en zware horeca, welke in de regels wordt gebezigd. Tot de in de a t/m g genoemde begrippen worden mede begrepen de niet genoemde, maar naar aard, omvang en uitstraling op het woon- en leefmilieu vergelijkbare horecasoorten:
Lichte horeca (categorie 1):
middelzware horeca (categorie 2):
zware horeca (categorie 3):
persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan; bedrijfsmatige kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen.
een constructie van één of meer dakvlakken met een helling van meer dan 10° en minder dan 30°.
de gronden ter plaatse van het hoofdgebouw en het achtererf.
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, sport- en recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de openbare dienstverlening.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van de warmte- koude opslag, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
een buiten de gevel of de dakvlakken uitstekend ondergeschikt deel van een gebouw, zoals een liftopbouw, dakoverstek, reclame-uitingen, funderingen, technische installaties zoals een koelmotor of antenne, een dakvenster, een balkon, een erker, een vlonder, een luifel, een galerij, schoorsteen en een bloemenvenster.
dienstverlening dat wordt uitgeoefend als ondergeschikt onderdeel van een bedrijf of instelling en die in directe relatie staat tot het bedrijf dan wel de betreffende instelling.
maatschappelijke dienstverlening dat wordt uitgeoefend als ondergeschikt onderdeel van een bedrijf of instelling en die in directe relatie staat tot het bedrijf dan wel de betreffende instelling.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
een horizontaal vlak, ter afdekking van een gebouw, dat meer dan tweederde van de grondoppervlakte van het gebouw beslaat.
de wijze waarop en de mate waarin inritten, wegen, straten en paden zijn bekleed respectievelijk verhard, waarbij een onderscheid wordt gemaakt in gesloten verharding, half open verharding of halfverharding.
een vloerconstructie in de buitenruimte van losse houten delen (toepassing van alternatieve materialisatie welke qua vorm, kleur en toepassing overeenkomstig is met deze losse houten delen is toegestaan) vormgegeven als zwevend bouwwerk, geen gebouw zijnde, enkel door (steun)palen verbonden aan het onderliggend maaiveld, waarbij geldt dat ten minste één zijde is verbonden met een hoofdgebouw.
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw en als een gebouw met meer dan één zijde gekeerd is naar een weg dan worden de betreffende gevels aangemerkt als voorgevels.
de lijn die samenvalt met de voorgevel(s) van een hoofdgebouw en met het denkbeeldige verlengde daarvan.
het houden van verblijf of het gehuisvest zijn in een woning.
een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting uitsluitend bedoeld is voor de huisvesting van niet meer dan één afzonderlijk huishouden. Onder woning wordt tevens zorgwoning begrepen.
aan zee grenzende waterkering, die uit zowel duinen alsook harde waterkerende constructies kan bestaan.
woning bestemd voor groepen, zoals ouderen en personen met fysieke en/of psychische beperkingen, waar intensieve zorgverlening/begeleiding mogelijk is (zoals voor rolstoelgebruik) en/of zorg op afroep of 24 uurs zorg beschikbaar is vanuit een verpleeg- of verzorgingshuis, woon-zorgcentrum of bijvoorbeeld een dienstencentrum.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst is.
de kortst gemeten afstand van enig punt van een bouwwerk tot de zijdelingse perceelsgrens, ondergeschikte bouwdelen niet meegerekend.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de gemeenschappelijke scheidsmuren.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot/de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, indien de goot/druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel lager zijn gemonteerd dan het snijvlak van de gevel en het dakvlak geldt de hoogte tot aan het snijvlak.
tussen de onderzijde van de beganegrondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN2580.
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels:
Op deze gronden is het gebruik van een aan-huis-gebonden beroep in of bij de woning toegestaan, met dien verstande dat:
De voor 'Gemengd - Woonzorgcomplex 1 (GD-WZC1)' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Gemengd - Woonzorgcomplex 2 (GD-WZC2)' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het oppervlak aan vlonders bedraagt ten hoogste 25 m2.
Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels:
Op deze gronden is het gebruik van een aan-huis-gebonden beroep in of bij de woning toegestaan, met dien verstande dat:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels:
Het dak van de parkeergarage kan ook ten behoeve van de voorzieningen worden gebruikt zoals genoemd onder lid 6.1 onder a en d.
De voor 'Natuur - Duinen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'wonen' gelden ten aanzien van bouwen de volgende regels:
7.2.3.1 Gebouwen
7.2.3.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'wonen' gelden ten aanzien van het gebruik de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Natuur - Duinen zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 7.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
Een vergunning voor de werken en werkzaamheden, zoals in lid 7.4.1 bedoeld, wordt slechts verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke waarden van het duingebieden de werken en werkzaamheden zijn beoordeeld door een landschapsdeskundige.
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels:
Wegen hebben een minimale breedte van 4,5 m waarvan het verharde gedeelte minimaal 3,25 m bedraagt.
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het oppervlak aan vlonders bedraagt ten hoogste 90 m2.
Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels:
De voor 'Wonen - 3B' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels:
De voor 'Wonen - 6' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de aanleg, het behoud en het herstel van de zeewering. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 12.2 mits:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels, mits niet reeds is toegestaan op basis van Hoofdstuk 2, worden overschreden door:
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken, gelden behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen:
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald onder de naam 'Regels van het bestemmingsplan Zeehospitium fase 2'.
Behoort bij besluit van de raad van de gemeente Katwijk d.d. 18 juli 2019 tot vaststelling van het bestemmingsplan 'Zeehospitium fase 2'.
Mij bekend,
de griffier