Plan: | Bedrijventerrein 't Heen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0537.bpKATbttheen-va02 |
Toetsingskader
Verkeer en industrie zijn geluidsbronnen met ruimtelijke relevantie. De Wet geluidhinder stelt kaders voor deze bronnen en normen voor de geluidsbelasting op de gevels van geluidsgevoelige objecten.
Wegverkeersgeluid
Binnen voorliggend bestemmingsplan worden geen nieuwe geluidsgevoelige ontwikkelingen mogelijk gemaakt, zoals (bedrijfs)woningen. Tevens vinden er geen reconstructies van wegen plaats of worden nieuwe wegen aangelegd in de directe omgeving van geluidsgevoelige functies. Door het uitblijven van deze ontwikkelingen kan een toetsing aan de Wet geluidhinder ten aanzien van het wegverkeersgeluid achterwege blijven.
Industrielawaai
Toetsingskader
Volgens de Wet geluidhinder dienen alle industrie- en bedrijventerreinen, waarop inrichtingen zijn of kunnen worden gevestigd die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken, gezoneerd te zijn. Bedoelde inrichtingen – vroeger ook wel 'A-inrichtingen' genoemd – worden nader genoemd in het Besluit omgevingsrecht. Rondom deze industrieterreinen dient een geluidszone te worden vastgesteld en vastgelegd in bestemmingsplannen. Buiten deze zone mag de geluidsbelasting als gevolg van het industrieterrein niet meer dan 50 dB(A) bedragen. Bij het mogelijk maken van nieuwe geluidsgevoelige functies dient rekening te worden gehouden met de zonering van industrielawaai. Nieuwe geluidsgevoelige functies (zoals woningen) binnen de zonegrens zijn niet zonder meer toegestaan. Indien er binnen de 50 dB(A)-contour, de zonegrens van het industrieterrein, geluidsgevoelige functies (bijvoorbeeld woningen) mogelijk worden gemaakt, geldt een onderzoeksplicht. Bij een geluidsbelasting van meer dan 50 dB(A) kan door burgemeester en wethouders een hogere grenswaarde worden vastgesteld tot maximaal 55 dB(A).
Onderzoek
Het plangebied is een gezoneerd industrieterrein waar zich grote lawaaimakers (kunnen) vestigen. In het plangebied zijn twee geluidszoneringsplichtige inrichtingen aanwezig, namelijk de rioolwaterzuiveringsinstallatie en de Betonmortelcentrale Mebin Katwijk. In het vigerende bestemmingsplan worden nieuwe A-inrichtingen niet toegestaan. In onderhavige plan wordt de vestiging van A-inrichtingen binnen het plangebied wel toegestaan. De gemeente heeft hiervoor gekozen omdat binnen Nederland slechts een zeer beperkt aantal industrieterreinen aanwezig zijn waar grote lawaaimakers zich kunnen vestigen. Omdat dergelijke bedrijven belangrijk zijn voor onder andere de Nederlandse economie wil de gemeente Katwijk deze bedrijven toch de mogelijkheid bieden zich te vestigen op industrieterrein 't Heen.
In de huidige situatie overschrijdt de geluidbelasting de waarde van 50 dB(A) ter plaatse van de zonegrens. Daarom is in opdracht van de gemeente Katwijk een geluidreductieplan opgesteld (Peutz, rapportnummer IB 269-4-RA-002, vastgesteld d.d. 7 februari 2012). Uit dit plan blijkt dat de emissie van bedrijven moet worden beperkt en dat aanpassing van de geluidzone noodzakelijk is. De inperking van geluidemissies wordt bereikt via de milieuzonering en anderzijds geregeld via de systematiek van de Wabo. Middels een separate procedure wordt een nieuwe zonegrens voor het bedrijventerrein vastgesteld. Deze is weergegeven in figuur 5.2.
Conclusie
Aangezien het bestemmingsplan geen nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen mogelijk maakt, geluidemissies worden gereguleerd door middel van milieuzonering en de benodigde aanpassing van de geluidzone via een separate procedure wordt geregeld, vormt het aspect geluid geen belemmering voor de vaststelling van het voorliggende bestemmingsplan.
Figuur 5.1 Bestaande geluidszone bedrijventerrein 't Heen (Provincie Zuid Holland)
Figuur 5.2 Zonegrens na wijziging