3.4 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
-
a. Bevi-inrichtingen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bevi';
-
b. activiteiten uit kolom 1 van de onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
-
c. per bedrijf wordt ten hoogste 50% van de bruto vloeroppervlakte als niet-zelfstandig kantoorvloeroppervlakte gebruikt, met een maximum van 2.000 m²;
-
d. bij detailhandel in volumineuze goederen als bedoeld in lid 3.1 is detailhandel in nevenassortiment niet toegestaan;
-
e. bij overige bedrijven is detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit toegestaan, met dien verstande dat:
-
1. er sprake is van ter plaatse vervaardigde artikelen;
-
2. er geen sprake is van een naar buiten toe zichtbare uitstraling als winkel en;
-
3. de oppervlakte van de fysieke uitstalruimte die gericht is op en/of toegankelijk is voor consumenten maximaal 25 m2 bedraagt.
voor de opslag van goederen geldt dat:
-
f. opslag van professioneel vuurwerk is niet toegestaan;
-
g. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 3 m op onbebouwde gronden niet is toegestaan, met uitzondering van het volgende:
-
1. de opslag van zand en grind ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - betonmortelcentrale' en 'specifieke vorm van bedrijf - laad-, los- en overslagbedrijf' is tot een hoogte van 6 m toegestaan;
-
2. de opslag van overige goederen met een totale stapelhoogte van niet meer dan 5 m, mits dit als gevolg van een bouwwerk niet zichtbaar is vanaf de openbare ruimte.
voor het parkeren geldt dat:
-
h. parkeren plaats dient te vinden op het eigen terrein, waarbij parkeren op het dak of in een kelder is toegestaan;
voor duurzame energiebeheer geldt dat:
-
i. ten behoeve van de opwekking van zonne-energie en/of windenergie het aanbrengen of plaatsen van installaties en/of voorzieningen is toegestaan;
-
j. warmte-koude opslag in de grond niet is toegestaan;
-
k. ten behoeve van gebouwisolatie en uit het oogpunt van regenwaterbuffer het aanbrengen van groen op het dak is toegestaan.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
3.5.1 Afwijken van de standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 3.1:
-
a. om bedrijven toe te laten uit ten hoogste één categorie hoger dan in lid 3.1 genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 3.1 genoemd;
-
b. om bedrijven toe te laten die niet in de standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 3.1 genoemd en deze bedrijven voorzien in voldoende parkeergelegenheid waarbij in ieder geval de parkeernormen als bedoeld in bijlage 2 in acht worden genomen.
3.5.2 Detailhandel in volumineuze goederen
artikel vervallen in verband met uitspraak Raad van State nr. 201308865/1/R4 d.d. 18 juni 2014
3.5.3 Nevenassortiment bij detailhandel in volumineuze goederen
Het bevoegd gezag kan afwijken van lid 3.4 onder d om de verkoop van nevenassortiment bij detailhandel in volumineuze goederen toe te staan, met dien verstande dat:
-
a. het nevenassortiment past bij het hoofdassortiment;
-
b. het nevenassortimentsdeel neemt niet meer ruimte in beslag dan 20% van het netto verkoopvloeroppervlak
-
c. door de initiatiefnemer een distributieplanologisch onderzoek wordt overlegd waaruit blijkt dat geen sprake is van ontwrichting van de detailhandelsstructuur.
3.5.4 Afwijken van parkeren op eigen terrein
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 3.4 om parkeren in het openbaar gebied toe te staan, mits wordt onderbouwd dat er voldoende parkeergelegenheid kan worden geboden in de directe omgeving.
3.5.5 Warmte - koude opslag
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 3.4 om warmte - koude opsag in de grond toe te staan, mits middels onderzoek is aangetoond dat nabijgelegen bedrijven die reeds van warmte-koudeopslag gebruikmaken hiervan geen hinder ondervinden.