Type plan: projectbesluit
Naam van het plan: Nieuwbouw Patrimoniumplein
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0534.roPatrimoniumplein-VA01

4.7 Economische uitvoerbaarheid

Algemeen
De economische uitvoerbaarheid van een omgevingsvergunning dient aangetoond te worden. Onder de Wabo zal ook bij omgevingsvergunningen voor projectafwijkingen ex art. 2.12 lid 1 onder a en sub 3 Wabo de uitvoerbaarheid moeten worden onderzocht. Op grond van dit artikel kan een omgevingsvergunning voor een activiteit in strijd met het bestemmingsplan slechts worden verleend indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat. Artikel 5.20 Bor verklaart vervolgens art. 3.1.6 Wro van overeenkomstige toepassing. Dat betekent dat voor de inhoud en ruimtelijke onderbouwing van een projectafwijking onder de Wabo, dezelfde eisen gelden als voor het bestemmingsplan.
 
Exploitatieplan
Bij invoering van de Wet ruimtelijke ordening is de verplichtingom een exploitatieplan vast te stellen opgenomen. De wetgever heeft hiertoe bepaald dat alle ruimtelijke kosten (de zogenaamde "grondexploitatiekosten") die nodig zijn om de voorgenomen bouwplannen te verwezenlijken door de gemeente worden verhaald op de ontwikkelaar.
 
Voor bouwvoornemens die vallen onder de door de wetgever in artikel 6.2.1 Bro aangewezen definitie van een "bouwplan" is de gemeente verplicht om over te gaan tot verhaal van alle kosten van grondexploitatie die genoemd zijn op de kostensoortenlijst uit het Bro (artikel 6.2.3 t/m 6.2.6). Deze kosten moeten worden verhaald op alle ontwikkelaars in het exploitatiegebied.

Op basis van ‘afdeling 6.4 grondexploitatie', artikel 6.12, lid 2 van de Wro kan de gemeenteraad bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan echter besluiten geen exploitatieplan vast te stellen indien:
  • het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan of besluit begrepen gronden anderszins verzekerd is;
  • het bepalen van een tijdvak of fasering als bedoeld in artikel 6.13, eerste lid, onder c, 4°, onderscheidenlijk 5°, niet noodzakelijk is;
  • het stellen van eisen, regels, of een uitwerking van regels als bedoeld in artikel 6.13, tweede lid, onderscheidenlijk b, c of d, niet noodzakelijk is.
Planschade
Als gevolg van een plan kan er (financiële) schade ontstaan als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Wro. Het gaat hier om inkomensderving of waardevermindering van onroerende zaken, veelal benoemd als planschade. De waardevermindering kan bijvoorbeeld een gevolg zijn van beperking van privacy, bezonning etc. Het regelen van de planschade is onderdeel van een exploitatieplan conform artikel 6.13 lid 1.C.2. Wanneer geen exploitatieplan opgesteld wordt, kunnen aanvullende afspraken gemaakt worden tussen gemeente en initiatiefnemer over de verdeling van mogelijke planschade, een planschadeovereenkomst.
 
Planspecifiek
Onderhavig plan vindt plaats op initiatief van de woningbouwcorporatie. De woningbouwcorporatie heeft als onderdeel van het plan de haalbaarheid van het plan bepaald. De woningbouwcorporatie heeft aangegeven dat het plan financieel haalbaar is. Zij is ook risicodragend voor het project.
Tevens wordt in onderhavige plan wordt geen exploitatieplan opgesteld omdat het kostenverhaal van het project volledig geregeld wordt middels een anterieure overeenkomst. Bij de vaststelling van de omgevingsvergunning zal daarom aan de raad gevraagd worden overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.12 lid 2 van de Wro te besluiten dat een exploitatieplan niet noodzakelijk is.
Als onderdeel van de anterieure overeenkomst zijn additionele afspraken gemaakt over planschade.