Herziening Noorder Leidsevaart 34

3.1 Aanpassing van de regels

Artikel 3 Agrarisch – Bollenteelt

Afstand bedrijfsbebouwing

In artikel 3 is in lid 3.2 onder l aangegeven dat de bedrijfsbebouwing op een afstand van ten minste 5 m achter de voorgevel van de bedrijfswoning dient te worden gebouwd. Deze bepaling vloeit direct voort uit de eerste herziening van het bestemmingsplan Landelijk Gebied 1997. Door de eigenaar van het perceel Noorder Leidsevaart 34 is aangegeven dat de huidige bedrijfsbebouwing op zijn perceel in werkelijkheid reeds 6 m voor de bedrijfswoning staat.

Gegeven deze situatie is de gemeente van oordeel dat de betreffende bepaling voor dit perceel kan komen te vervallen.

Goot- en bouwhoogte kassen

In tabel 1 die deel uitmaakt van artikel 3 lid 3.2 is aangegeven dat de maximale goothoogte voor kassen niet hoger mag zijn dan 3 m. Door de eigenaar van het perceel Noorder Leidsevaart 34 is aangegeven dat de bestaande kassen al een goothoogte hebben van 4,5 m en van 5,5 m. Rekeninghoudend met ontwikkelingen in de tuinbouw (klimaatregeling, grotere machines en teelt in meerdere lagen) is een goothoogte van 6 m gewenst.

Gegeven deze overwegingen is de gemeente van oordeel dat de goot- en bouwhoogte van kassen gewijzigd dient te worden in 6 m respectievelijk 9 m. Tabel 1 wordt in deze zin aangepast.

In bijlage 1 is het nieuwe artikel 3 Agrarisch – Bollenteelt opgenomen. In de regels die deel uitmaken van dit bestemmingsplan is deze aanpassing verwerkt.