Artikel 6 Algemene ontheffingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen -tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds ontheffing kan worden verleend - ontheffing verlenen van de regels voor:
-
a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 15%;
-
b. overschrijding van bouw- en bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch of esthetisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 m bedragen en geen vergroting van bestemmings- of bouwvlakken inhouden anders dan bedoeld onder a en mogen voorts niet ten koste gaan van de in hoofdstuk 2 bepaalde afstanden tot waterlopen;
-
c. de bouw van niet voor bewoning bestemde bouwwerken ten dienste van het openbaar nut, zoals nutsgebouwtjes, wachthuisjes, muurtjes, kunstwerken en lichtmasten, zulks met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen en gasdrukregel- en gasdrukmeetstations, met dien verstande, dat de inhoud van ieder gebouw niet meer dan 50 m³ en de hoogte niet meer dan 3 m mag bedragen.
Ontheffing wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.