Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Snippergroen
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0534.bpsnippergroen-VA01

Toelichting

hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
In mei 2015 is gestart met het uitvoeren van het project Snippergroen, met als doel om alle gevallen van oneigenlijk gebruik van gemeentegrond inclusief steigers te regelen. In dat verband zijn ruim 300 situaties nader bekeken. Vervolgens zijn afspraken gemaakt met de betrokkenen, waardoor geen oneigenlijk grondgebruik of oneigenlijk gebruik van een steiger meer plaats heeft.
Een deel van de benodigde aanpassingen zijn meegenomen in het 'Omgevingsplan Buitengebied en Zanderij'. De overige aanpassingen worden in het voorliggende bestemmingsplan planologisch-juridisch geregeld.
 
1.2 Ligging en begrenzing
Voorliggend plan betreft het gehele grondgebied van de gemeente Hillegom, met uitzondering van het deel dat onderdeel is van het 'Omgevingsplan Buitengebied en Zanderij'. Verspreid over het plangebied liggen de locaties waar een aanpassing van de geldende regeling vereist is. Op de bijbehorende verbeelding zijn deze locaties weergegeven. Daarnaast is er een regeling voor steigers, inclusief een bijbehorende adressenlijst (zie bijlagen bij de regels, bijlage 2) opgenomen.
 
Plangrens bestemmingsplan Snippergroen en de locaties (nummers verwijzen naar de bladen van de verbeelding)
 
1.3 Geldende bestemmingsplannen
Snippergroen
Voor de locaties van het snippergroen zijn de volgende bestemmingsplannen van kracht:
 
Overzicht behorende bij tabel van geldende bestemmingspannen 
 
Steigers
Voor wat betreft de steigers gaat het om de volgende geldende bestemmingsplannen:
 
  
 
Parapluplan Parkeren
Op 26 januari 2017 heeft de gemeenteraad van Hillegom het 'Parapluplan Parkeren' vastgesteld. Hiermee zijn de parkeernormen, die voordien gehanteerd werden bij (bouw)plantoetsing aan de stedenbouwkundige bepalingen in de bouwverordening, nu aan het bestemmingsplan gekoppeld. In het voorliggende bestemmingsplan is de regeling uit het parapluplan 1-op-1 overgenomen.
 
Parapluplan Wonen, Hillegom
De gemeenteraad heeft op 15 oktober 2020 het 'Parapluplan Wonen, Hillegom' vastgesteld. Dit bestemmingsplan heeft betrekking op het gehele grondgebied van de gemeente Hillegom, met uitzondering van het werkingsgebied van het Omgevingsplan Buitengebied. Daarmee is deze regeling ook van toepassing op de onderhavige locaties.
 
In het 'Parapluplan Wonen, Hillegom' zijn de begrippen  ‘(bedrijfsmatige) kamerverhuur’, ‘huishouden’, ‘wonen’ en ‘woning of wooneenheid’ voorzien van een nieuwe begripsbepaling. Deze worden ook toegevoegd aan het voorliggende parapluplan. Tevens is in de relevante bestemming de specifieke gebruiksregel toegevoegd dat er in een (bedrijfs)woning en/of wooneenheid één huishouden is toegestaan.
   
1.4 Werkwijze en opzet van toelichting
Voorliggend plan voorziet in een passende juridische regeling voor de percelen die gekocht of gehuurd worden van de gemeente. In de meeste gevallen wordt een woonbestemming toegekend, met de binnen de gemeente gebruikelijke bouw- en gebruiksmogelijkheden. In de overige gevallen is aangesloten bij de aanliggende, bijbehorende geldende bestemming.
Verder voorziet het voorliggende bestemmingsplan in een regeling voor de bestaande steigers, waarover een overeenkomst is gesloten tussen de betreffende bewoners en de gemeente Hillegom.
 
In de toelichting wordt ingegaan op de huidige beleidssituatie ten aanzien van snippergroen/steigers in de gemeente Hillegom (hoofdstuk 2), op het beleid (hoofdstuk 3), op de uitvoerbaarheid (hoofdstuk 4), op de juridische planopzet (hoofdstuk 5), op de economische uitvoerbaarheid (hoofdstuk 6) en op de planprocedure (hoofdstuk 7).
 
hoofdstuk 2 Project Snippergroen in Hillegom
In mei 2015 is een projectteam gestart met het uitvoeren van het project Snippergroen.
Doel van het project was het regelen van al het oneigenlijk grondgebruik in de gemeente Hillegom. De legalisatie van het grondgebruik is gebeurd door grond te verkopen, te verhuren of door het erkennen van een beroep op verjaring. Aan elk gebruik van gemeentegrond ligt nu een koop- of huurovereenkomst of een erkenning ten grondslag, danwel is het grondgebruik beëindigd door ontruiming van de gemeentegrond. In andere gevallen is ervoor gekozen een bestaande huurovereenkomst voort te zetten.
Bij het regelen van het grondgebruik is het ‘ja, tenzij’ beleid toegepast. Daarbij stond de gemeente in principe positief tegenover verkoop, tenzij er zwaarwegende redenen waren om de grond in eigendom te houden. Hierbij werd de Nota Uitgifte Grondbeleid 2010-2014 gevolgd. De eindevaluatie van dit project Snippergroen is als bijlagen bij toelichting, bijlage 1, bijgevoegd.
 
Het project Snippergroen is in drie fases uitgevoerd: Fase 1 - Centrum, Fase 2 - Elsbroek en Fase 3 - Buitengebied. Voorafgaand aan de start van elke nieuwe fase is een bewonersavond georganiseerd. Bewoners ontvingen daarna een brief als bleek dat zij gemeentegrond als tuin of steiger gebruikten. Vervolgens hebben bewonersbezoeken plaatsgevonden waarbij de projectmedewerkers uitleg hebben gegeven over het project en de mogelijkheden voor het regelen van het gebruik met de bewoners hebben besproken. Daarbij werd de mogelijkheid geboden om de grond of steiger aan te kopen, tenzij er zwaarwegende redenen waren om de grond in eigendom te houden.
De prijzen en voorwaarden stonden op voorhand vast en waren niet onderhandelbaar. Door het hanteren van deze voorwaarden en kaders zijn alle bewoners op dezelfde manier behandeld en is er geen sprake meer van rechtsongelijkheid tussen bewoners.
 
Er was in totaal sprake van 312 gevallen van oneigenlijk grondgebruik bij koopwoningen. In 199 gevallen betrof het het gebruik van gronden, terwijl het in 113 gevallen ging om steigers:
 
 GrondSteigers
Bevestigen bestaande afspraak121
Erkennen verjaring60 
Aankoop41 
Ontruiming155
Verhuur1398
Geen gebruik589
TOTAAL199113
 
Naast bovengenoemde gevallen werd er door huurders van huurwoningen oneigenlijk gebruik gemaakt van gemeentegrond. Het gaat om gronden nabij huurwoningen van Vesteda en van Woningstichting Stek. Ten aanzien van de particuliere verhuurder Vesteda is het gebruik geregeld door de grond te verhuren aan de huurders. Met woningstichting Stek wordt nog nader onderhandeld.
 
Tevens zijn in het voorliggende bestemmingsplan ongeveer 10 situaties meegenomen, waar bewoners een verzoek tot het mogen aankopen van stroken gemeentegrond voor hebben ingediend. Deze stroken zijn niet oneigenlijk in gebruik genomen.
 
Werkwijze bestemmingsplan Snippergroen
Snippergroen
Van alle gevallen is bekeken of er daadwerkelijk een bestemmingswijziging nodig is. In diverse gevallen bleek namelijk dat de geldende bestemming reeds toereikend is voor de nieuwe situatie. Die gevallen zijn om die reden buiten het voorliggende plan gelaten. In de resterende gevallen, voor zover die binnen het plangebied van het voorliggende bestemmingsplan vallen, is per onderdeel bekeken welke bestemming passend is. In een geval is sprake van een uitruil van bestemmingen. Het gaat hierbij om ruim 50 situaties. In hoofdstuk 5 wordt inhoudelijk op de regeling van dit snippergroen ingegaan.
  
Steigers
In het voorliggende bestemmingsplan worden tevens 96 bestaande steigers planologisch geregeld. Het gaat om enkele concentraties van steigers aan de Guido Gezellelaan (25 steigers), Jacqueline van der Waalsheem (28 steigers), Jan Prinsheem (10 steigers), Pieter van Eyckheem (20 steigers), Tongelaar (8 steigers) en 5 verspreide steigers in Fase 1 - Centrum. Omtrent deze steigers zijn dossiers opgebouwd, met een duidelijk overzicht van de bestaande steiger. Over deze steigers is overeenstemming bereikt tussen de betreffende bewoners en de gemeente Hillegom.
 
hoofdstuk 3 Beleid
Het voorliggende bestemmingsplan heeft betrekking op het blijvend in gebruik nemen van kleine openbare gebieden als tuin en erf en op bestaande steigers. Er zijn hierbij geen Europese, nationale of provinciale ruimtelijke belangen betrokken. Ook staat het niet op gespannen voet met het gemeentelijke beleid.
 
hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid
In het kader van een bestemmingsplan zijn diverse milieukundige aspecten van belang. Dat betreft archeologie, geluid, ecologie bedrijven en milieuzonering, luchtkwaliteit, externe veiligheid. Het betreft hier het blijvend in gebruik nemen van kleine openbare gebieden als tuin en erf en bestaande steigers, waarbij de genoemde aspecten in beginsel geen belemmering vormen voor de uitvoerbaarheid van het plan. Voorts blijven de dubbelbestemmingen en aanduidingen van kracht, waarmee die belangen (zoals archeologie, waterkering etc.) geborgd zijn. Wel wordt hieronder nader ingegaan op de aspecten 'water' en 'bodem'.
 
Water
De watertoets is een wettelijke verplichting voor plannen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening. Er is geen gebruik gemaakt van de Digitale Watertoets, aangezien het hier om verspreide snippergroenlocaties gaat en om bestaande steigers. Op voorhand wordt er vanuit gegaan dat het voorliggende plan, gelet op de aard en omvang, geen negatieve invloed heeft op de waterhuishouding. Het bestemmingsplan is in het kader van het vooroverleg voorgelegd aan het hoogheemraadschap van Rijnland. Bij brief van 18 maart 2020 hebben zij te kennen gegeven geen bezwaar te hebben tegen het bestemmingsplan 'Snippergroen'.
 
Bodem
Bij de Omgevingsdienst West-Holland is informatie beschikbaar over de locaties waar de bestemming van zal wijzigen. In onderstaande tabel is kort weergegeven of er belemmeringen zijn te verwachten. Indien een belemmering wordt verwacht, wordt geadviseerd een bodemonderzoek uit te laten voeren bij toekomstige ontwikkelingen of eigendomsoverdracht.
 
  
- Catswende 50 t/m 62
De percelen liggen tegen of net binnen de contour van een voormalige stortplaats (bouw- en sloopafval). In figuur 1 is de locatie van de stort weergegeven. In figuur 2 is aangegeven welke percelen worden overgedragen ten opzichte van de contour van de stortplaats.
 
 
Gezien de ligging van de over te dragen percelen is de locatie verdacht op de aanwezigheid van bodemverontreiniging. Geadviseerd wordt om bij toekomstige ontwikkelingen of eigendomsoverdracht een bodemonderzoek uit te voeren om de kwaliteit van de grond en het grondwater vast te stellen. Als blijkt dat ter plaatse van de percelen stortmateriaal aanwezig is, dient ook de kwaliteit en de dikte van de deklaag te worden vastgesteld.
 
- Van den Endelaan 1 t/m 26
Op de locatie is, in het kader van de voorgenomen herinrichting, een deel van het openbare gebied onderzocht (zie figuur 3, grijs gebied). Uit de resultaten van de chemische analyses blijkt dat de grond tot circa 1,2 m-mv niet is verontreinigd met de onderzochte parameters. Ter hoogte van de locatie Van den Endelaan 26 is een grondwaterverontreiniging aanwezig met VOCl. Een deel van deze contour is weergegeven in figuur 4. Uit de resultaten van de grondwatermonitoring ter hoogte van huisnummer 26 blijkt dat het grondwater hooguit licht is verontreinigd. Op basis van de laatste gegevens is door de Omgevingsdienst, kenmerk 2016098455, d.d. 7 december 2016, ingestemd met de sanering.
 
Figuur 3. Onderzoekslocatie                                                   Figuur 4. grondwaterverontreiniging (blauw)
 
- Heemskerklaan 67, 155, 157
In 2010 is ter plaatse van de Vosselaan een bodemonderzoek uitgevoerd. Met het onderzoek is vastgesteld dat de bodem matig tot sterk is verontreinigd met PAK en zink. Geadviseerd wordt om bij toekomstige ontwikkelingen of eigendomsoverdracht ter plaatse van de betreffende gronden van Heemskerklaan 67, 155 en 157 de chemische kwaliteit van de bodem vast te stellen.
 
- Marconistraat 26
Het perceel Marconistraat 26 is gelegen op een industrieterrein en heeft een bedrijvenbestemming. Ter plaatse van de openbare weg is in 2006 de chemische kwaliteit vastgesteld. Uit deze gegevens blijkt dat nabij Marconistraat 26 de bodem niet is verontreinigd. Echter op het aangrenzende perceel Marconistraat 28 is de bodem sterk verontreinigd met minerale olie, PAK en zink. Gezien het feit dat sprake is van een verdachte locatie wordt geadviseerd om bij eigendomsoverdracht de chemische kwaliteit van de bodem vast te stellen.
 
Milieu effectrapportage (m.e.r.)
De wet- en regelgeving voor milieueffectrapportage (m.e.r.) is vastgelegd in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer en in de AMvB Besluit milieueffectrapportage (Besluit m.e.r.). In de Wet milieubeheer zijn vooral de procedurele verplichtingen opgenomen. In het Besluit m.e.r. is opgenomen wanneer een m.e.r. verplicht is.
Een m.e.r.-beoordeling is wettelijk verplicht voor de activiteiten in kolom 1 van Bijlage D van het Besluit m.e.r. Indien de activiteit groter is dan de getalsmatige drempelwaarden in kolom 2 van Bijlage D dient de in de wet milieubeheer beschreven m.e.r.-beoordelingsprocedure beschreven te worden.
Indien de activiteit kleiner is dan de getalsmatige drempelwaarden in kolom 2 van Bijlage D dient beoordeeld te worden of de in de Wet milieubeheer beschreven m.e.r.-beoordelingsprocedure al dan niet nodig is. Dit noemt men de vormvrije m.e.r.-beoordeling.
De voorgenomen ontwikkelingen op de verschillende locaties, die in dit bestemmingsplan worden mogelijk gemaakt, vallen niet onder een van de genoemde activiteiten uit de Bijlage D van het Besluit m.e.r. Een vormvrije m.e.r.-beoordeling voor dit bestemmingsplan is derhalve niet nodig.
 
hoofdstuk 5 Juridische planopzet
 
5.1 Snippergroen
Binnen het voorliggende bestemmingsplan komen de volgende bestemmingen voor:
  
Bestemming 'Bedrijventerrein'
Er is aan de Marconistraat sprake van een situatie waarin een strook grond in gebruik is bij een bedrijvenbestemming. Hiervoor is de bestemming 'Bedrijventerrein' opgenomen, zonder bouwmogelijkheden. Er worden uitsluitend andere bouwwerken, zoals erf- en terreinafscheidingen, lichtmasten en reclamezuilen, toegelaten.
 
Bestemming 'Centrum'
Een zone aan het Henry Dunantplein-Van den Endenlaan, aansluitend aan een uit te werken bestemming Centrum is voorzien van de bestemming 'Centrum'. Er zijn hier uitsluitend andere bouwwerken toegestaan.
 
Bestemming 'Groen'
Op de locatie Weeresteinstraat 32 zijn, in samenhang met de verwerving van stroken gemeentegrond, ook gronden van de bewoner/grondeigenaar overgedragen aan de gemeente Hillegom. Die gronden hadden een woonbestemming en krijgen met het voorliggende bestemmingsplan de bestemming 'Groen'.
 
Bestemming 'Maatschappelijk'
De locatie Leidsestraat 203 betreft een uitbreiding van de bestemming Maatschappelijk, ten behoeve van een kerkgenootschap. Er zijn uitsluitend andere bouwwerken toegelaten.
 
Bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied'
Nabij de Olivier van Noortstraat 2 is een strook gemeentegrond verworven (dit wordt bestemming 'Wonen') en wordt tevens een strook van de bewoner/grondeigenaar overgedragen aan de gemeente Hillegom (dit wordt bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied').
 
Bestemming 'Water'
Deze bestemming is opgenomen voor de te regelen steigers: zie toelichting paragraaf 5.2.
  
Bestemming 'Wonen'
De stroken gemeentegrond die zijn verkocht of verhuurd worden in voorliggend bestemmingsplan voorzien van een passende bestemming. In de meeste gevallen betreft het de bestemming 'Wonen'. Hierbij worden de bouw- en gebruiksmogelijkheden ontleend aan de mogelijkheden uit het recente bestemmingsplan Centrum. Er is er niet voor gekozen om de woonbestemming integraal over te nemen, omdat dat de suggestie zou kunnen wekken dat ook nieuwe hoofdgebouwen e.d. op de betreffende stroken grond gebouwd mogen worden, terwijl dat niet aan de orde is. De feitelijke mogelijkheden zijn afhankelijk van de positie van de nieuwe strook grond: er is een toegespitste regeling gemaakt, die letterlijk aansluit bij wat er in het aanliggende bijbehorende perceel mogelijk is.  Als het zich op het voorerfgebied bevindt, gaat het met name om het realiseren van erf- en terreinafscheidingen met een bouwhoogte van 1m. Tevens worden mogelijkheden geboden voor erkers of entreeportalen aan de voorgevel.
Op het achtererfgebied zijn er meer mogelijkheden, doordat hier, waar mogelijk, ook een bouwvlak is aangebracht. Daardoor ontstaan mogelijkheden om bijbehorende bouwwerken te realiseren, voor zover dat past binnen de totale mogelijkheden op een perceel. Daarnaast gaat het om erf- en terreinafscheidingen met een bouwhoogte van 2m en dergelijke.
Daarnaast is een specifieke gebruiksregel toegevoegd, conform het 'Parapluplan Wonen. Hillegom'. In verband daarmee zijn ook enkele begripsbepalingen aangepast en toegevoegd.
 
Dubbelbestemmingen, Wro-zones en aanduidingsregels
De regeling is zo opgezet dat de eventuele dubbelbestemmingen in het ter plaatse geldende bestemmingsplan, zoals Waarde - Archeologie en Waterstaat - Waterkering, onverkort van toepassing blijven. Dat geldt ook voor eventuele Wro-zones en algemene aanduidingsregels, zoals Beschermd dorpsgezicht, veiligheidszones en molenbiotopen. Hiertoe is in artikel 3 een algemene bepaling opgenomen, met een verwijzing naar de onderliggende van kracht zijnde bestemmingsplannen (zie bijlagen bij de regels, bijlage 1) opgenomen.
 
Algemene regels
Op onderdelen zijn algemene regels opgenomen in dit bestemmingsplan, zoals de anti-dubbeltelbepaling en algemene bouw- en gebruiksregels, waaronder een bepaling over parkeren en laden of lossen die ontleend is aan het 'Parapluplan Parkeren'.
 
5.2 Steigers
Het voorliggende bestemmingsplan omvat een regeling voor bestaande steigers, waarvoor een overeenkomst is afgesloten tussen de betreffende bewoners en de gemeente Hillegom. Hiertoe is de bestemming 'Water' opgenomen in de regels. Deze bestemming komt niet voor op de verbeelding; de betreffende steigers worden geregeld via een lijst van adressen die als bijlage 2 bij de regels is gevoegd.
 
De regeling is gericht op de bestaande steigers. In een enkel geval is sprake van een relatief kleine steiger; voor die gevallen is een bepaling opgenomen dat de steigers in ieder geval 6 meter lang en 2 meter breed mogen zijn. Daarbij dient dan aangesloten te worden bij de bestaande bouwhoogte van de steiger. Voorts is een bepaling opgenomen waarin bepaald is dat de geldende bestemmingsregels uit de onderliggende van kracht zijnde bestemmingsplannen  onverminderd van toepassing blijven. In bijlage 2 bij de regels zijn die geldende bestemmingsplannen weergegeven.
 
hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid
Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient, op grond van artikel 3.1.6 lid 1, sub f van het Bro, onderzoek plaats te vinden naar de (economische) uitvoerbaarheid van het plan. In principe dient bij vaststelling van een ruimtelijk besluit tevens een exploitatieplan vastgesteld te worden om verhaal van plankosten zeker te stellen. Op basis van ‘afdeling 6.4 grondexploitatie', artikel 6.12, lid 2 van de Wro kan de gemeenteraad bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan echter besluiten geen exploitatieplan vast te stellen indien:
  • het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan of besluit begrepen gronden anderszins verzekerd is;
  • het bepalen van een tijdvak of fasering als bedoeld in artikel 6.13, eerste lid, onder c, 4°, onderscheidenlijk 5°, niet noodzakelijk is;
  • het stellen van eisen, regels, of een uitwerking van regels als bedoeld in artikel 6.13, tweede lid, onderscheidenlijk b, c of d, niet noodzakelijk is. 
 
Planspecifiek
De economische uitvoerbaarheid is veiliggesteld in het kader van het project Snippergroen, waarbij aan het gebruik van gemeentegrond nu een koop- of huurovereenkomst of een erkenning ten grondslag ligt. Voor de rest zijn er geen financiële gevolgen voor de gemeente aan verbonden.
 
hoofdstuk 7 Procedure
7.1 Algemeen
Het  bestemmingsplan 'Snippergroen' gaat met het opstellen van een adequate planologische regeling verder waar het project Snippergroen is gestopt. Participatie is vormgegeven en uitgevoerd gedurende het snippergroenproject. Hiertoe hebben zowel algemene startbijeenkomsten, als persoonlijke bezoeken plaatsgevonden. Verder bevat het voorliggende bestemmingsplan geen nieuw beleid. Gelet hierop is ervoor gekozen om geen inspraakprocedure te doorlopen.
Na het wettelijk vooroverleg zal het bestemmingsplan in ontwerp ter inzage worden gelegd. Na vaststelling door de Raad wordt het vaststellingsbesluit bekend gemaakt. Het bestemmingsplan ligt na bekendmaking opnieuw 6 weken ter inzage. Gedurende deze termijn is er de mogelijkheid voor belanghebbenden beroep in te dienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State. Het bestemmingsplan treedt vervolgens daags na afloop van de tervisielegging in werking als er geen beroep is ingesteld. Is er wel beroep ingesteld dan treedt het bestemmingsplan ook in werking, tenzij naast het indienen van een beroepschrift ook om een voorlopige voorziening is gevraagd. De schorsing van de inwerkingtreding eindigt indien de voorlopige voorziening wordt afgewezen. De procedure eindigt met het besluit van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
 
7.2 Vooroverleg
Het ontwerpbestemmingsplan is in het kader van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro op 14 januari 2020 verzonden naar de Provincie Zuid-Holland, hoogheemraadschap van Rijnland, Omgevingsdienst West-Holland en Veiligheidsregio Hollands Midden.
 
Provincie Zuid-Holland heeft te kennen gegeven dat geen belangen van de provincie in het geding zijn en dat zij, gelet hierop, het bestemmingsplan niet hoeven te beoordelen. Hoogheemraadschap van Rijnland en Veiligheidsregio Hollands Midden hebben aangegeven geen bezwaren te hebben ten aanzien van het bestemmingsplan 'Snippergroen'.
 
Omgevingsdienst West-Holland (ODWH) heeft gereageerd bij brief van 18 maart 2020. Zij hebben het bestemmingsplan beoordeeld voor het aspect bodem. Geadviseerd wordt om in de toelichting van het bestemmingsplan een paragraaf Bodem op te nemen. ODWH heeft hiervoor een tekstvoorstel aangeleverd. Hoofdstuk 4. Uitvoerbaarheid van het voorliggende bestemmingsplan is hiermee aangevuld.
 
7.3 Verslag zienswijzen
Het ontwerpbestemmingsplan “Snippergroen”, Hillegom, heeft van 26 augustus 2020 tot en met dinsdag 6 oktober 2020 ter inzage gelegen.
 
Tijdens de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan is alleen een schriftelijke reactie (d.d. 9 september 2020) binnengekomen van het hoogheemraadschap van Rijnland. Zij geven aan geen bezwaar te hebben tegen het ontwerpbestemmingsplan: de waterhuishoudkundige belangen zijn niet in het geding en voor de werkzaamheden is geen watervergunning nodig.
 
Ambtshalve wijzigingen
In het op 15 oktober 2020 vastgestelde 'Parapluplan Wonen, Hillegom' zijn de begrippen ‘(bedrijfsmatige) kamerverhuur’, ‘huishouden’, ‘wonen’ en ‘woning of wooneenheid’ voorzien van een nieuwe begripsbepaling. Tevens is in dat verband een specifieke gebruiksregel toegevoegd dat er in een (bedrijfs)woning en/of wooneenheid één huishouden is toegestaan. De genoemde begrippen en de specifieke gebruiksregel zijn toegevoegd aan het voorliggende bestemmingsplan 'Snippergroen', waarmee het in overeenstemming is gebracht met het 'Parapluplan Wonen, Hillegom'. Ook de toelichting is op dit onderdeel aangevuld ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan ‘Snippergroen'.
Daarnaast zijn, ter verduidelijking van de relatie van het bestemmingsplan Snippergroen' met de onderliggende vigerende bestemmingsplannen, aan artikel 3 twee bepalingen toegevoegd die deze relatie benoemt. In samenhang hiermee is tevens een begripsbepaling ‘1.31 vigerende bestemmingsplannen’ tussengevoegd, waarbij de navolgende begripsbepalingen zijn vernummerd.