direct naar inhoud van Artikel 4 Natuur
Plan: Vosse en Weerlanerpolder
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0534.bpVenWpolder-VG01

Artikel 4 Natuur

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van natuurwaarden;
  • b. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
  • c. extensief recreatief medegebruik;
  • d. extensieve beweiding door vee;

met de daarbij behorende:

  • e. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • f. fiets, wandel- en ruiterpaden.
4.2 Bouwregels

Op en onder de in artikel 4.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste en ten behoeve van de bestemming, met in achtneming van de volgende regels:

4.2.1 Gebouwen

Voor bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gezamenlijke oppervlakte maximaal 30 m2;
  • b. bouwhoogte maximaal 3 m;
  • c. aantal maximaal één.
4.2.2 Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van erf- en terreinscheidingen bedraagt maximaal 2 m.

4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.3.1 Omgevingsvergunningplichtige werken

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 4.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
  • b. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen.
4.3.2 Weigering

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 4.3.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de natuurwaarden en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.

4.3.3 Verlening

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 4.3.1 wordt niet verleend dan nadat burgemeester en wethouders daarover een advies hebben ingewonnen van (een) onafhankelijke deskundige(n) op het gebied van landschap en natuur.

4.3.4 Uitzonderingen

Geen omgevingsvergunning is nodig voor:

  • a. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning.