Het belangrijkste doel uit het Klimaatakkoord is de CO2-uitstoot in 2030 met 49% verminderd ten opzichte van 1990. In 2050 is de uitstoot van broeikasgassen zelfs met 95% afgenomen. Om de klimaatdoelen voor 2030 te behalen moet het tempo van verduurzaming omhoog.
Nederland in 2050 vrij van aardgas
Op 7 december 2016 is de energieagenda gepubliceerd door minister Kamp. De agenda schetst het beleid na 2023 dat moet leiden tot een vrijwel CO2-neutrale economie in Nederland in 2050. De agenda beschrijft de overgang naar een gasloze maatschappij. Verwarming van huizen en kantoren zal worden overgenomen door duurzame energiebronnen en koken zal in de toekomst uitsluitend nog elektrisch gebeuren.
De Wet Voortgang Energietransitie (Wet VET) schrijft voor dat nieuwbouw per 1 juli 2018 gasloos uitgevoerd dient te worden.
Energie (BENG)
De rijksoverheid stimuleert duurzaam bouwen vooral op het aspect energie. Sinds 1995 worden in het Bouwbesluit eisen gesteld ten aanzien van de energiezuinigheid van een gebouw. Tot 31 december 2020 wordt de energie-efficiëntie uitgedrukt in de Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC). Hierbij werd gestreefd naar EPC = 0,0, waarbij een gebouw energieneutraal is. Vanaf 1 januari 2021 moeten alle gebouwen voldoen aan de eisen van Bijna Energieneutrale Gebouwen (BENG). Die eisen vervangen de EPC en zijn dus ook van toepassing op het voorliggende initiatief. De ambitie van de gemeente Hillegom is om in 2050 energie neutraal en klimaatneutraal te zijn. Energieneutraal betekent volgens de Lokale energiestrategie dat alle energie die binnen de gemeentegrenzen wordt verbruikt, wordt geproduceerd met hernieuwbare energiebronnen. De woningen worden gasloos en conform BENG gerealiseerd.
MilieuPrestatie Gebouwen (MPG)
De MilieuPrestatie Gebouwen (MPG) is een belangrijke maatstaf voor de duurzaamheid van een gebouw en is bij elke aanvraag voor een omgevingsvergunning verplicht. De MPG geeft aan wat de milieubelasting is van de materialen die in een gebouw worden toegepast. Het gaat hierbij om nieuwbouwwoningen en nieuwe kantoorgebouwen die groter zijn dan 100 m². Hoe lager de MPG, hoe duurzamer het materiaalgebruik.
De gebruikte impact van de gebruikte materialen wordt in kaart gebracht aan de hand van productiewijze van de gebruikte bouwmaterialen, het transport, de levensduur van de materialen en de manier van afdanken. Vervolgens worden alle materialen bij elkaar opgeteld. Het resultaat van een dergelijke analyse wordt uitgedrukt in de zogenaamde ‘schaduwkosten’ van het materiaal. Hoe lager de schaduwkosten, hoe duurzamer het gekozen materiaaltype. Per 1 januari 2018 geldt een maximale totale schaduwprijs van 1,0€ / m² bvo.
Naast MPG kan via een norm in het GPR-gebouw een strengere ambitie worden nagestreefd. Voor nieuwbouw is de normering van GPR-Gebouw vastgelegd in de gemeentelijke Omgevingsvisie. De betreffende GPR normering die geldt is DPG (milieu en energie), gezondheid en gebruikskwaliteit minimaal een 8 en toekomstwaarde minimaal een 7. Middels een nog op te stellen GPR berekening zal aangetoond worden of voldaan wordt aan deze ambitie van de gemeente Hillegom.
Provinciaal energiebeleid
Het provinciaal beleid is vastgelegd in de Provinciale Structuurvisie. Bijbehorende kaders zijn vastgelegd in de Omgevingsvisie Zuid-Holland. Het plangebied is gelegen binnen stedelijk gebied. Ten aanzien hiervan geldt dat de toelichting op een ruimtelijk plan een beschrijving bevat op welke wijze rekening is gehouden met energiebesparing en het toepassen van duurzame energiebronnen.
Regionale Energiestrategie (RES 1.0)
Op 17 mei 2021 heeft de gemeenteraad de Regionale Energiestrategie (RES 1.0) Holland Rijnland vastgesteld. In deze RES 1.0 beschrijven 13 regiogemeenten, 2 waterschappen en de provincie Zuid-Holland de ambities en keuzes om stapsgewijs energieneutraal in 2050 te zijn.
GPR Gebouw
Een meetinstrument voor duurzame ontwikkeling en het benutten van het besparingspotentieel is GPR Gebouw. GPR Gebouw is een manier om duurzaam bouwen te concretiseren en doet dit door een rapportcijfer te geven op vijf thema’s: Energie, Milieu, Gezondheid, Gebruikskwaliteit en Toekomstwaarde. Hierbij geldt, hoe hoger het cijfer, hoe duurzamer het gebouw. Door de GPR Gebouw in te vullen wordt meer nagedacht over duurzaamheid tijdens het ontwerpen en (ver)bouwen van gebouwen. GPR Gebouw kan ook gebruikt worden om bestaande woningen en gebouwen te verduurzamen. Na invoering van gegevens in GPR Gebouw betreffende de woningen worden prestaties zichtbaar op de thema’s Energie, Milieu, Gezondheid, Gebruikskwaliteit en Toekomstwaarde.
Bij de aanbesteding zijn door de gemeente Hillegom eisen gesteld aan de duurzaamheid van de te realiseren woningen, uitgedrukt in een GPR-berekening/score. Hiermee wordt de duurzaamheid van de woningen in kaart gebracht door middel van rapportcijfers voor de thema's energie, milieu, gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde. Vastgelegd is dat de woningen zullen moeten voldoen aan een gemiddelde score van 8,5. Deze afspraak ligt privaatrechtelijk vast.
Convenant Klimaatadaptief Bouwen
Klimaatverandering heeft een grote maatschappelijke impact. Daarom is het van groot belang om klimaatadaptief te gaan bouwen. Hierin zijn afspraken gemaakt om nieuwbouwlocaties, inclusief transformatie- en uitleggebieden, zo klimaatadaptief mogelijk te ontwikkelen. Er wordt gestreefd naar:
- minder wateroverlast;
- meer biodiversiteit;
- minder hittestress;
- minder langdurige droogte en minder nadelige gevolgen ervan;
- minder bodemdaling en minder nadelige gevolgen ervan.
Om deze ambities waar te maken is het Programma van Eisen voor de klimaatadaptiviteit van nieuwe ontwikkelingen opgesteld. Het doel van het Programma van Eisen is het opstellen van praktische eisen die partijen in de provincie Zuid-Holland kunnen gebruiken om op korte termijn klimaatbestendig te ontwikkelen. Om eenvouding klimaat adaptief te bouwen wordt de navolgende website aan geraden te raadplegen t.b.v. de verdere planuitwerking
https://bouwadaptief.nl/minimale-eisen/.
Planspecifiek
Volgens de Omgevingsverordening Zuid-Holland, die in
subparagraaf 3.2.2 behandeld is, dienen de risico's van klimaatverandering inzichtelijk gemaakt te worden.
Wateroverlast
Onder wateroverlast wordt verstaan, de overlast die optreedt als gevolg van (extreme) neerslag. De intensiteit en duur van de neerslag is een van de grootste factoren die invloed heeft op het risico van overlast. Daarnaast zijn de wijze en mate waarop verschillende oppervlakken het water opnemen of door laten stromen, de riolering en het oppervlaktewater belangrijke factoren.
Overstroming
De kans op overstromingen is per locatie anders. Overstromingen vanuit rivieren, meren of zeeën kunnen voor grote overlast zorgen. Het is dan ook van belang dat de overstromingskans zo klein mogelijk is. Uit het raadplegen van de klimaatatlas Zuid-Holland blijkt dat voor het plangebied een kleine kans op overstromingen van tussen de 1/300 per jaar en 1/3.000 per jaar geldt. Het nemen van maatregelen tegen overstromingen is daarom niet aan de orde.
Hitte
In stedelijk gebied is het thema hittestress van belang. Bij verdichting in stedelijk gebied wordt de kans op hittestress vergroot. Om hittestress te voorkomen kunnen concrete (fysieke) maatregelen genomen worden. Het toevoegen van extra groen (bijvoorbeeld bomen) of oppervlakte water kan bijdragen aan het tegengaan van hittestress.
Droogte
Droogte leidt tot een verhoogde watervraag en toenemende watertekorten, wat een langdurig effect op grond- en oppervlaktewaterstanden heeft. Langdurige droogte kan leiden tot bijvoorbeeld schade aan funderingen, verdroging van groen, een slechte oppervlaktewaterkwaliteit, versnelde bodemdaling en hittestress.
Duurzaamheidsmaatregelen
Met het voorliggende plan worden de onderwerpen op het gebied van duurzaamheid, zoals circulariteit, duurzame energie, CO2-reductie, klimaatadaptatie en biodiversiteit integraal meegenomen. Met de ondergenoemde maatregelen worden de risico's van klimaatverandering zoveel mogelijk weggenomen.
De woningen en de openbare ruimte hebben een energiebehoefte. De energievraag dient zoveel mogelijk beperkt te worden en is voornamelijk afkomstig van duurzame energiebronnen. De woningen worden gasloos uitgevoerd en zullen voldoen aan de BENG-normen. Om de energievraag te verminderen wordt gebruik gemaakt van lage-temperatuurverwarming en koeling in combinatie met een hoogwaardige warmtepomp. De overige energie kan opgewekt worden door PV-panelen. De duurzaamheid van een woning gaat ook over gezondheid. Er wordt in het plan rekening gehouden met CO2 gestuurde ventilatie, veel groen, een optimale hoeveelheid daglichttoetreding en lage temperatuur door een goede koeling. Door deze punten mee te nemen in het plan worden energieneutrale en toekomstbestendige woningen ontwikkeld. Tijdens de bouw van de woningen wordt er gestreefd naar circulariteit en het zo min mogelijk verspillen van materialen en grondstoffen. Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van prefab-bouwdelen.
Op het gebied van klimaatadaptatie wordt rekening gehouden met de verandering van het klimaat. Het plan bevat voldoende watercompensatie. Binnen het plan worden op diverse plekken ondergrondse krattensystemen geplaatst. Daarnaast wordt een groot deel van het hemelwater van de woningen opgevangen in regentonnen, waarna het kan infiltreren in de hiervoor genoemde krattensystemen. In
subparagraaf 4.3.3 is het aspect water nader behandeld. Door de wijk in te richten met veel groen wordt hittestress voorkomen.
Door middel van het behoud van de bestaande groenstructuren en de realisatie van de parkstrook wordt ecologie in het plan geïntegreerd. Naast het versterken van de ecologische diversiteit draagt de parkstrook ook bij aan klimaatadaptatie. Er worden natuurvriendelijke oevers met een weelderig karakter gerealiseerd langs de watergangen die door het plangebied liggen. Van de bestaande groenstructuur blijft ca. 85% van de bomen behouden. Daarnaast worden nieuwe bomen van verschillende grootte geplant. Door middel van nestkasten kunnen verschillende soorten aangetrokken worden zoals vleermuizen en vogels.