In het kader van de bestemmingsplanprocedure dient aangetoond te worden dat de kwaliteit van de bodem en het grondwater van het plangebied in overeenstemming zijn met het beoogde gebruik. Dit is geregeld in de Wet Bodembescherming (2009). De bodemkwaliteit kan namelijk van invloed zijn op de beoogde functie van het plangebied.
Conclusie
Door van Dijk Geotechniek is bodemonderzoek verricht. Uit de analyseresultaten blijkt dat de toplaag van de bodem ter plaatse van de voorziene bouwlocatie Iicht verontreinigd is met kwik, som aldrin/dieldrin/endrin en hexachloorbenzeen. De toplaag aan de zuidoostzijde van de voorziene bouwlocatie is Iicht verontreinigd met PCB. De vastgestelde verontreinigingen zijn te relateren aan het gebruik van bestrijdingsmiddelen (met voomoemde bestandsdelen) in het verleden. Daamaast is de gehele toplaag op basis van de AS3000-correctie Iicht verontreinigd met soms heptachloorepoxide en soms chloordaan.
De onderlaag is op basis van de AS3000-correctie Iicht verontreinigd met PCB. Het grondwater ter plaatse is Iicht verontreinigd met tetrachlooretheen. Het Iicht verhoogde gehalte heeft een onbekende oorzaak. Daarnaast is het grondwater als gevolg van de AS3000-correctie Iicht verontreinigd met xylenen en soms dichlooretheen.
Met betrekking tot de vastgestelde milieuhygienische kwaliteit van de bodem ter plaatse kan worden geconcludeerd dat er gezien de geringe mate aan verontreiniging milieuhygiënisch gezien geen bezwaar is tegen de toekomstige nieuwbouw.