Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Frederikslaan
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0534.BPfrederikslaan2-VA01

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. maximaal 2 vrijstaande woningen;
  2. aan huis verbonden beroepen, tot een maximaal oppervlak van 50 m2;
  3. één en ander met de daarbij behorende bouwwerken en (on)bebouwde terreinen, waaronder parkeerterreinen.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Hoofdgebouwen
hoofdgebouwen dienen te voldoen aan de volgende bouwregels:
  1. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd, hierbij dient de voorgevel in de voorste bouwgrens gesitueerd te worden;
  2. de achtergevel van 'vrijstaande' en 'twee aaneen' gebouwde woningen wordt maximaal 15 m achter de voorgevelbouwgrens gebouwd;
  3. de afstand van vrijstaande hoofdgebouwen tot de zijdelingse bouwperceelgrens bedraagt minimaal 2,5 m;
  4. de goot- en/of bouwhoogte van hoofdgebouwen bedragen maximaal de als zodanig op de verbeelding ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven goot- en/of bouwhoogte;
  5. de inhoud van een woning mag niet meer bedragen dan 750 m3.
4.2.2 Bijbehorende bouwwerken
  1. bijbehorende bouwwerken mogen zowel binnen als buiten een bouwvlak worden gebouwd;
  2. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken op een bouwperceel bedraagt maximaal 40% van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover gelegen op 1 m achter de voorgevel en met uitsluiting van de daar aanwezige oppervlakte van het hoofdgebouw, zulks met een maximum van 60 m2 voor bouwpercelen waarop een vrijstaand of halfvrijstaand hoofdgebouw staat en 40 m2 voor overige bouwpercelen;
  3. bijbehorende bouwwerken worden minimaal 1 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan gebouwd;
  4. aangebouwde bouwwerken aan de achtergevel van het hoofdgebouw worden tot maximaal 3 m achter die achtergevel gebouwd;
  5. de goothoogte van aangebouwde bouwwerken aan de zijgevel van het hoofdgebouw bedraagt maximaal de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw;
  6. voor bijbehorende bouwwerken bedraagt:
    1. bij vrijstaande bouwwerken de goothoogte maximaal 3 m en de bouwhoogte 5m;
    2. bij aangebouwde bouwwerken aan de achtergevel van het hoofdgebouw bedraagt de bouwhoogte maximaal de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw plus 0,3 m;
    3. bij aangebouwde bouwwerken aan de zijgevel van het hoofdgebouw bedraagt de bouwhoogte maximaal 6m, met dien verstande dat de dakhelling van het bouwwerk gelijk dient te zijn aan de dakhelling van het hoofdgebouw, de goothoogte bedraagt niet meer dan de hoogte van de eerste bouwlaag plus 0,3 m; 
  7. de breedte van aan de zijgevel van het hoofdgebouw aangebouwde bouwwerken bedraagt maximaal 3,5 m.
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt:
  1. op de gronden gelegen binnen het bouwvlak maximaal 3 m;
  2. op de gronden gelegen buiten het bouwvlak maximaal 3 m;
  3. bij erfafscheidingen in het voorerfgebied maximaal 1 m;
  4. bij erfafscheidingen in het achtererfgebied maximaal 2 m;
  5. indien nader aangeduid op de verbeelding zijn erfafscheidingen tot 3 meter toegestaan.
4.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4 lid 2.2, ten einde bijbehorende bouwwerken voor de voorgevel te realiseren waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
  1. De overschrijding ten opzicht van de voorgevel van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 1,0 m.
  2. De afstand tot de openbare weg mag niet minder bedragen dan 1,0 m.
  3. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het bijbehorende hoofdgebouw.
  4. De breedte van een erker mag niet meer bedragen dan 2/3 van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw in de aangrenzende bestemming.