Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Zuider Leidsevaart 3
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0534.BPZLeidsevaart3-VA01

Artikel 8 Algemene gebruiksregels

8.1 Gebruik van ruimten binnen een woning en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
  1. maximaal 35% van het vloeroppervlak van de woning met inbegrip van de gerealiseerde bijbehorende bouwwerken, tot ten hoogste in totaal 100 m2mag worden gebruikt voor de aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;
  2. degenen die activiteiten in de woning uitvoert dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
  3. vergunningplichtige of meldingsplichtige activiteiten ingevolge de Wet milieubeheer zijn, met uitzondering van tandartsenpraktijken, niet toegestaan;
  4. bedrijven maximaal in de categorie A van de Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging zijn toegestaan of bedrijven die voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met deze categorie;
  5. er mag geen detailhandel en/of horeca plaatsvinden;
  6. er mogen geen publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteiten plaatsvinden.
 
8.2 de parkeeraccommodatie bedraagt tenminste 1,0 parkeerplaats op eigen erf per woning;
 
8.3 Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in elk geval verstaan:
  1. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen, anders dan voorzover noodzakelijk is voor het normale onderhoud van tuinen en andere onbebouwde terreinen en het onderhoud van watergangen;
  2. het opslaan of opgeslagen houden van gerede of ongerede goederen, materialen, werktuigen, machines of gebruiksklare of onklare voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan, anders dan voorzover dit het gevolg is van of direct samenhangt met het gebruik van een bedrijfserf, behorende bij een winkel of bedrijf, in overeenstemming met de desbetreffende bestemming;
  3. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;
  4. het gebruik van bebouwde dan wel onbebouwde gronden als of ten behoeve van een seksinrichting en/of prostitutie;
  5. het gebruik van opstallen, waaronder bijbehorende bouwwerken, als zelfstandige woning en/of afhankelijke woonruimte.