direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal beleid
Plan: Geerling 17
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0532.UWPgeerling17-VG01

3.2 Provinciaal beleid

Op 21 juni 2010 is door Provinciale staten van Staten van Noord-Holland de Structuurvisie Noord-Holland 2040 vastgesteld. Tegelijkertijd zijn een nieuwe bijbehorende provinciale verordening en een planMer vastgesteld.

Op 23 mei 2011 is de eerste herziening door Provinciale Staten vastgesteld van de Structuurvisie Noord-Holland 2040 vastgesteld en de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie.

De Structuurvisie vervangt het voorheen geldende ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord.

afbeelding "i_NL.IMRO.0532.UWPgeerling17-VG01_0007.png"

kaartfragment Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord visie 2004-2030

In de structuurvisie geeft de provincie aan op welke manier zij de ruimte de komende 30 jaar wil benutten en ontwikkelen. De provincie zet vooral in op compacte en goed bereikbare steden omringd door aantrekkelijk groen. Een vitale plattelandseconomie is belangrijk voor de Noord-Hollandse economie en een levensvoorwaarde voor de leefbaarheid van gebieden. Het uitgangspunt is een ontwikkelingsgerichte strategie met de ambitie dat daar waar nieuwe economische activiteiten mogen worden ontwikkeld, ook de kwaliteit van het gebied erdoor toeneemt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0532.UWPgeerling17-VG01_0008.png"

Totaalkaart Structuurvisie Noord-Holland 2040, partiële herziening vastgesteld door PS 23-05-2011

In de structuurvisie zijn de provinciale belangen benoemd en wordt in verschillende hoofdstukken de provinciale visie op deze belangen beschreven. De provinciale belangen die uiteengezet worden, zijn ruimtelijke kwaliteit, duurzaam ruimtegebruik en klimaatbestendigheid. Om de visie van Noord-Holland te kunnen waarmaken is de structuurvisie opgebouwd uit diverse hoofd- en subthema's met daaronder een aantal concrete projecten als uitvoeringsprogramma:

1. Klimaatbestendigheid

  • voldoende bescherming tegen overstroming en wateroverlast
  • voldoende schoon grond-, drink- en oppervlaktewater
  • voldoende ruimte voor het opwekken van duurzame energie

2. Ruimtelijke kwaliteit

  • behoud en ontwikkeling Noord-Hollandse cultuurlandschappen
  • behoud en ontwikkeling natuurgebieden
  • behoud en ontwikkeling van groen om de stad

3. Duurzaam ruimtegebruik

  • milieukwaliteit;
  • voldoende en gedifferentieerde ruimte voor economische activiteiten
  • behoud en ontwikkeling van verkeer- en vervoersnetwerken
  • voldoende en op de behoefte aansluitende huisvesting
  • voldoende en gedifferentieerde ruimte voor landbouw en visserij
  • voldoende en gedifferentieerde ruimte voor recreatie en toerisme

De Structuurvisie 2040 richt zich op de ontwikkeling van landschappen en dorpen op basis van het zogenaamde dorps-DNA. Onder dorps-DNA verstaat de provincie Noord-Holland de kernkwaliteiten van de Noord-Hollandse dorpen. Noord-Holland heeft een grote verscheidenheid aan dorpen tussen en binnen de verschillende landschapstypen. Ze zijn in de afgelopen eeuw sterk gegroeid en hebben (deels) hun oorspronkelijke structuur en identiteit verloren. De provincie Noord-Holland wil dat nieuwe ontwikkelingen plaatsvinden op basis van de karakteristieke eigenschappen van de landschappen en dorpen.

Stede Broec ligt in het gebied dat is aangemerkt als het oude zeekleilandschap. De belangrijkste onderdelen van het landschaps-DNA in de omgeving van het plangebied zijn de Historische structuurlijnen, waaronder de langgerekte lintdorpen, voormalige waterkeringen en historische wegen. Het landschap wordt gekenschetst als een half-open landschap, overwegend vlak met tuinbouw, gras- en bouwland. Kreekruggen (West-Friesland), ontgonnen veenvlakte, oude en jonge zeeklei en terpen.

Voldoende en gedifferentieerde ruimte voor landbouw en visserij

De landbouw heeft circa 60 procent van de grondoppervlakte van de provincie in beheer. De landbouw levert een belangrijke bijdrage aan de economie en vervult een cruciale rol als beheerder van het landschap. Inzet is dan ook om in Noord-Holland een vitale en duurzame agrarische sector te behouden. Uitgangspunt daarbij zijn sterk internationaal georiënteerde sectoren als de glastuinbouw, bollenteelt, de zaadteeltsector en pootgoedsector met een gezond bedrijfseconomisch perspectief en behoud van een internationale concurrentiepositie. Dat zijn sectoren die een trekkersfunctie hebben in een leefbaar en krachtig platteland. Daarnaast kent de provincie typische landschapsbepalende sectoren zoals de melkveehouderij in de veenweidegebieden en de combinatie van de melkveehouderij in combinatie met de reizende bollenkraam in West-Friesland. Het landelijk gebied van Stede Broec is aangewezen voor grootschalige land- en tuinbouw.

Behoud en ontwikkeling Natuurgebieden

De Provincie Noord-Holland spant zich in voor het in stand houden en waar mogelijk vergroten van deze biodiversiteit, vanuit de intrinsieke waarde van natuur. De Provincie beschouwt de natuur en gebruikswaarde van haar natuur daarom in samenhang. De Provincie Noord-Holland zorgt voor gebieden met een hoge biodiversiteit, maakt deze waar mogelijk toegankelijk voor recreatie en bouwt deze uit tot een robuust, samenhangend netwerk. Kern van het natuurbeleid is de veiligstelling en de ontwikkeling van een netwerk van onderling verbonden natuurgebieden, de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) inclusief de verbindingszones, nationale parken en Natura 2000 gebieden. Daarnaast richt de Provincie Noord-Holland zich op het behouden van weidevogels en het karakteristieke open weidelandschap waarin zij leven. In de provinciale ruimtelijke verordening structuurvisie zijn regels opgenomen voor o.a. het wijzigen van agrarische functies in niet agrarische functies (ruimte voor ruimte regeling) en voor het wijzigen of vergroten van agrarische bouwpercelen. In relatie met het onderhavige wijzigingsplan zijn met name relevant dat een agrarisch bouwperceel mag worden vergroot tot maximaal 2 hectare ten behoeve van een volwaardig agrarisch bedrijf mits dit noodzakelijk en doelmatig is voor de bedrijfsvoering. Ten behoeve van een volwaardig agrarisch bedrijf is maximaal één agrarische bedrijfswoning toegestaan.

Overig Provinciaal beleid

Leidraad Landschap en Cultuurhistorie (2010)

Deze leidraad is een uitwerking van het in 2006 vastgestelde Beleidskader Landschap en Cultuurhistorie, dat werd gebruikt als toetsingskader voor ruimtelijke plannen als bestemmingsplannen, beeldkwaliteitsplannen en structuurplannen. Daarnaast bood het handreikingen en inspiratie aan gemeenten om landschap en cultuurhistorie als uitgangspunt te gebruiken bij planvorming. Met de vaststelling van de Structuurvisie Noord-Holland 2040 en de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (PRVS) is het beleidskader ten aanzien van landschap en cultuurhistorie aangepast en aangevuld, met behoud van de eerder ingezette beleidslijn. Het beleidskader is aangevuld met een aantal onderwerpen die van belang zijn voor de ruimtelijke kwaliteit van Noord-Holland, te weten 31 aardkundige waarden, openheid en dorps-DNA. Daarnaast is gekozen voor een nieuwe indeling van de leidraad. Waar het beleidskader voorheen vanuit regio's was opgebouwd, is nu per landschapstype duidelijk aangegeven welke kernkwaliteiten de provincie belangrijk vindt en hoe daarop wordt gestuurd. Met de voorliggende leidraad borduurt de Provincie Noord-Holland voort op eerdere beleidsnota's waarin ruimtelijke kwaliteit al een centrale plaats innam. De beschrijvingen van (fundamentele) kwaliteiten in de verschillende landschapstypen zijn niet gewijzigd .

Ander beleid op provinciaal niveau is vastgelegd in de volgende plannen:

  • Waterplan 2010-2015
  • Provinciaal Milieubeleidsplan

Voor een korte samenvatting wordt verwezen naar het bestemmingsplan Landelijk gebied 2010.