Plan: | Nijverheidsweg 35 geluid |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0531.wp32geluidNweg35-3001 |
EPS heeft voor haar inrichting (Nijverheidsweg 35/25a) een revisievergunning Wet milieubeheer aangevraagd. Uit het in dat kader verrichte akoestisch onderzoek blijkt dat de nu aangevraagde geluidruimte meer is dan de geluidruimte die voor EPS in het bestemmingsplan "Parapluherziening Geluid Aan de Noord - Hendrik-Ido-Ambacht" is opgenomen. Daarbij is ook geconstateerd dat in het definitieve bestemmingsplan abusievelijk onjuiste geluidimmissiewaarden zijn opgenomen. Om de beoogde ontwikkeling te kunnen realiseren, kan gebruik worden gemaakt van de in de parapluherziening opgenomen wijzigingsbevoegdheid geluidruimte.
Concreet worden met het wijzigingsplan twee akoestische gebiedseenheden samengevoegd tot een nieuwe akoestische eenheid en worden voor de nieuwe akoestische gebiedseenheid nieuwe geluidsemissie- en immissiewaarden opgenomen.
Het plangebied waarop dit wijzigingsplan betrekking heeft, is weergegeven in figuur 1.1.
Figuur 1.1 Globale ligging plangebied
In de huidige situatie zijn de kavels Nijverheidsweg 35 en 25a twee afzonderlijke akoestische gebiedseenheden, met elk een set maximale emissie- en immissiewaarden. Zie figuur 1.2. De maximale emissiewaarden zijn op de verbeelding weergegeven, de maximale immissiewaarden zijn opgenomen in een tabel behorende bij de regels van de Parapluherziening Geluid Aan de Noord - Hendrik-Ido-Ambacht.
Figuur 1.2 Uitsnede Parapluherziening Geluid Aan de Noord - Hendrik-Ido-Ambacht
Met dit wijzigingsplan wordt een tweetal wijzigingen doorgevoerd:
Behalve dat moet worden voldaan aan de wijzigingsregels (zie hierover paragraaf 2.2), dient bij een wijzigingsplan sprake te zijn van een goede ruimtelijke ordening en moet het binnen het vigerende beleid passen. Geconcludeerd kan worden dat de ontwikkeling planologisch gezien mogelijk is en dat er geen beleid is dat de ontwikkeling in de weg staat. Aangezien de uitvoering van het wijzigingsplan een zeer beperkte invloed heeft op de omgeving, is het plan uitvoerbaar.
Hoofdstuk 2 geeft een overzicht van relevant onderzoek naar milieuaspecten. Een toelichting op de juridische regeling van het plan is opgenomen in hoofdstuk 3. De uitvoerbaarheid komt aan de orde in hoofdstuk 3.
De activiteiten van EPS zijn reeds mogelijk op basis van het vigerende bestemmingsplan. Alleen het aspect geluid vraagt nadere aandacht. Daarop wordt in paragraaf 2.2 ingegaan. Basis hiervoor vormt het advies van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (zie bijlage 1).
Toetsingskader
De verdeling van de geluidruimte is vastgelegd in het bestemmingsplan "Parapluherziening Geluid Aan de Noord - Hendrik-Ido-Ambacht" (NL.IMRO.0531.bp18GeluidadNoord-3001). Dit plan is in samenhang met het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Antoniapolder +" (NL.IMRO.0531.bp10AntoniaPlus-3001) voor de locatie van kracht. In artikel 2.4.1 van het bestemmingsplan "Parapluherziening Geluid Aan de Noord - Hendrik-Ido-Ambacht" zijn de regels met betrekking tot de geluidruimteverdeling opgenomen. De wijzigingsbevoegdheid is opgenomen in artikel 2.4.2.
2.4.1 Algemene gebruiksregels
Aan de bestemmingsplannen 'Bedrijventerrein Antoniapolder Plus', 'Veersedijk' en de '1e partiële herziening Veersedijk' wordt aan de Algemene Gebruiksregels een nieuw lid toegevoegd, luidende:
XX.2 Geluidruimteverdeling
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - akoestische gebiedseenheid 5, 15 t/m 45, 44, 79 t/m 123, 145 t/m 173, 177, 178 en 180' gelden tevens de volgende regels:
2.4.2 Wijzigingsregels
Aan de bestemmingsplannen 'Bedrijventerrein Antoniapolder Plus', 'Veersedijk' en de '1e partiële herziening Veersedijk' wordt aan de Algemene wijzigingsregels een nieuw lid toegevoegd luidende:
YY.3 Wijzigingsbevoegdheid geluidruimte
Toetsing voorwaarden wijzigingsbevoegdheid geluidruimte - geluidimmissie
In artikel YY.3 onder a zijn de voorwaarden opgenomen waaraan moet worden getoetst alvorens tot verandering van de maximum geluidimmissie over te kunnen gaan. Toetsing voor EPS leidt tot de volgende conclusies:
1. er vindt geen overschrijding van de geluidzone plaats;
Door de zonebeheerder is de aangevraagde situatie van EPS en de geluidimmissie van de overige bedrijven op het industrieterrein berekend. Deze cumulatieve geluidbelasting is getoetst aan de Wet geluidhinder. Hieruit blijkt dat er geen overschrijding van de geluidzone plaatsvindt. Deze voorwaarde vormt derhalve geen belemmering om tot verandering van de geluidimmissie over te gaan.
2. de belangen van andere inrichtingen op het industrieterrein worden niet onevenredig aangetast;
Andere inrichtingen op het industrieterrein kunnen op twee manieren in hun belangen worden aangetast. Ten eerst kan het slopen of oprichten van gebouwen ertoe leiden dat de geluidimmissie van omliggende bedrijven verandert door wijzigingen die zijn toe te rekenen aan reflecties of afscherming. Ten tweede zouden andere bedrijven in hun mogelijke uitbreidingen kunnen worden beperkt doordat er geen geluidruimte meer beschikbaar is.
In de nu aangevraagde situatie zijn - ten opzichte van het model zoals bij het vaststellen van het bestemmingsplan is gehanteerd - marginale wijzigingen aan de modellering van de gebouwen en schermen doorgevoerd, met name om te zorgen dat de ligging overeenkomt met de werkelijke situatie. Van grote veranderingen zoals het oprichten of slopen van gebouwen is geen sprake. Het effect van deze veranderingen is akoestisch verwaarloosbaar. De belangen van andere inrichtingen worden als gevolg van dit aspect niet onevenredig aangetast.
Voor de andere inrichtingen geldt dat hun huidige geluidruimte in het bestemmingsplan verankerd is en deze rechten niet worden aangetast.
Uit de toetsing van de geluidimmissie volgt dat op diverse punten sprake is van een toename ten opzichte van de waarden zoals in het bestemmingsplan zijn opgenomen. Uit de toetsing volgt echter ook dat op diverse punten sprake is van een afname van de geluidimmissie. Uit een analyse blijkt dat deze afname juist optreedt op de punten waar cumulatief gezien de minste geluidruimte beschikbaar is, waarmee netto sprake is van een positieve ontwikkeling.
Daarbij wordt opgemerkt dat in het definitieve bestemmingsplan abusievelijk onjuiste geluidimmissiewaarden voor EPS zijn opgenomen, terwijl het de intentie was om de toekomstige ontwikkeling, waarvoor nu een vergunning wordt aangevraagd, in het bestemmingsplan op te nemen. In de modellering was wel rekening gehouden met de voorgenomen ontwikkeling van EPS, maar de resultaten van de modelberekeningen waren niet in de emissie- en immissietabel, die ten grondslag ligt aan het Parapluherziening Geluid Aan de Noord - Hendrik-Ido-Ambacht, verwerkt.
Geconcludeerd wordt dat de belangen van andere inrichtingen op het industrieterrein niet onevenredig worden aangetast en dat deze voorwaarde derhalve geen belemmering vormt om tot verandering van de geluidimmissie over te gaan.
3. uit akoestisch onderzoek is gebleken dat:
Uit de toetsing - zoals onder punt 1 genoemd - volgt dat de verruiming toelaatbaar is.
In het akoestisch onderzoek is een overzicht van alle bronnen opgenomen. Daarnaast is aangegeven welke maatregelen zullen worden getroffen om de geluidemissie en geluidimmissie te beperken. Het treffen van deze maatregelen zal als voorwaarde aan de vergunning worden verbonden. In het onderzoek is uitgebreid aandacht besteed aan BBT (beste beschikbare technieken). Hieruit blijkt dat de maatregelen als het toepassen van de beste beschikbare technieken zijn aan te merken en dat het treffen van aanvullende maatregelen niet in redelijkheid mogelijk is gelet op de technische uitvoerbaarheid en de kosten van de maatregelen in relatie tot de baten. Daarnaast hangt de aanvraag samen met een door EPS gewenste optimalisering en uitbreiding van de bedrijfsvoering.
Deze voorwaarde vormt derhalve geen belemmering om tot verandering van de geluidimmissie over te gaan.
Toetsing voorwaarden wijzigingsbevoegdheid geluidruimte - akoestische gebiedseenheden
In artikel YY.3 onder b is de bevoegdheid opgenomen de akoestische gebiedseenheden te wijzigingen en de is de bevoegdheid opgenomen de maximum geluidemissie te wijzigingen, mits geen overschrijding van de geluidzone plaatsvindt.
Uit het (zie b blijkt dat in de avond- en nachtperiode (afgerond) sprake is van een toename van 1 dB en in de dagperiode sprake is van een afname van 1 dB. Zoals aangegeven wordt de geluidzone gerespecteerd en vormt dit derhalve geen belemmering om de geluidemissie te wijzigen.
EPS is zowel gevestigd op "akoestische gebiedseenheid 83" als op "akoestische gebiedseenheid 92". Deze akoestische gebiedseenheden grenzen direct aan elkaar. EPS heeft aangegeven de voorkeur te geven aan het toetsen aan een cumulatieve AGE. Het bedrijf ruimtelijk moeten opsplitsen en deze delen moeten toetsen aan twee afzonderlijke tabellen, terwijl in het kader van de Wet milieubeheer de gehele inrichting getoetst moet worden, wordt als ongewenst beschouwd. Evenmin is deze opsplitsing in het belang van de bescherming van het milieu noodzakelijk. Gelet daarop worden beide akoestische gebiedseenheden samengevoegd.
Dit wijzigingsplan maakt na vaststelling integraal onderdeel uit van het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Antoniapolder +" (zoals herzien met het bestemmingsplan "Parapluherziening Geluid Aan de Noord - Hendrik-Ido-Ambacht').
In het plangebied zijn de akoestische gebiedseenheden 83 en 92 samengevoegd tot de akoestische gebiedseenheid 183. Dit is weergegeven op de verbeelding. De nieuwe maximale geluidemissiewaarden voor de dag-, avond- en nachtperiode zijn eveneens op de verbeelding aangegeven. De nieuwe maximale geluidimmissiewaarden voor de adressen Nijverheidsweg 35 en 25a gezamenlijk krijgen hun beslag via aanpassing van de tabel in bijlage 1 bij de regels.
Er is geen sprake van een aangewezen bouwplan zoals bedoeld in artikel 6.12 Wro jo. 6.2.1 Bro. Het opstellen van een exploitatieplan is daarom niet nodig. De kosten voor de uitvoering van het plan komen voor rekening van initiatiefnemer. Er wordt een planschadeovereenkomst gesloten tussen de gemeente en EPS. De gemeente concludeert dat het plan economisch uitvoerbaar is.
Inspraak
Gelet op aard van het plan is afgezien van het houden van inspraak.
Wettelijk vooroverleg
De wettelijke overlegpartners hebben tijdens de termijn van terinzagelegging van het ontwerpwijzigingsplan gelegenheid gehad op het plan te reageren. Er zijn geen reacties ontvangen.
Zienswijzen
Het ontwerpwijzigingsplan is conform de bepalingen van de Wet ruimtelijke ordening 6 weken ter inzage gelegd. Dit gebeurde in de periode van 19 april 2018 tot en met 30 mei 2018. Gedurende die periode konden belanghebbenden een zienswijze indienen. Er is één zienswijze ingediend, die heeft geleid tot aanpassing van de tabel met immissiewaarden op pagina 5 van bijlage 1 'Advies Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid'. In verband hiermee zijn ook de betreffende waarden in de tabel in artikel 3 van dit wijzigingsplan gewijzigd.