direct naar inhoud van Artikel 29 Algemene gebruiksregels
Plan: Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0531.bp03Centrum-3001

Artikel 29 Algemene gebruiksregels

29.1 Gebruiksregels ten aanzien van onbebouwde gronden
29.1.1 Algemeen

Het is verboden de in het plan begrepen gronden, voor zover zij onbebouwd blijven, anders te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken anders dan ten dienste van de in deze regels aan de grond gegeven bestemming:

29.1.2 Bijzonder

Onverminderd het bepaalde in lid 29.1.1 is het in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor:

  • a. het storten of het lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
  • b. het opslaan van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, voer- en vaartuigen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan;
  • c. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens.
  • d. ligplaats of aanlegplaats voor vaartuigen voor zover dit niet uitdrukkelijk bij de bestemmingen is bepaald.
  • e. het gebruik van gronden voor functies in strijd met het bepaalde in artikel 28 (Algemene bouwregels).
29.1.3 Uitzonderingen

Het in lid 29.1.1 en lid 29.1.2 bepaalde is niet van toepassing op:

  • a. het (tijdelijk) gebruik ten behoeve van de realisering en/of handhaving van de bestemmingen of het normale onderhoud van de gronden;
  • b. het opslaan of storten van afval- en meststoffen, voor zover noodzakelijk voor het normale onderhoud van de gronden en de watergangen;
  • c. het opslaan of opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen voor zover dit noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.

29.2 Gebruiksregels ten aanzien van bouwwerken
29.2.1 Algemeen

Het is verboden de in het plan gelegen bouwwerken te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken op een wijze anders dan ten dienste van de in deze regels aan de bijbehorende grond gegeven bestemming:

29.2.2 Bijzonder

Onverminderd het bepaalde in lid 29.2.1 is het in ieder geval verboden de bouwwerken te gebruiken voor/ als:

  • a. detailhandelsdoeleinden of seksinrichting;
  • b. bedrijfsmatige werk- of opslagruimte;
  • c. de bouwwerken welke zijn opgericht na een door burgemeester en wethouders te verlenen omgevingsvergunning te gebruiken voor andere doeleinden dan waarvoor de omgevingsvergunning is verleend.
  • d. opslag van gevaarlijke stoffen/materialen als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI), waaronder begrepen consumentenvuurwerk.
  • e. het gebruik van bouwwerken voor functies in strijd met het bepaalde in artikel 28 (Algemene Bouwregels).