direct naar inhoud van Artikel 12 Maatschappelijk
Plan: Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0531.bp03Centrum-3001

Artikel 12 Maatschappelijk

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bibliotheken, gezondheidszorg, jeugd- en kinderopvang, onderwijs, openbare dienstverlening en verenigingsleven, (bejaarden)verzorgingsflats en religieuze en levensbeschouwelijke activiteiten en bijeenkomsten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding "begraafplaats" uitsluitend voor een begraafplaats;
  • c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water.

12.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mag worden gebouwd;
  • b. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • c. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aangegeven bouwhoogte;
  • d. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aangegeven goothoogte;
  • e. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste het met de maatvoeringaanduiding aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwperceel;
  • f. bij iedere bestemming mag ten hoogste één dienstwoning met een inhoud van ten hoogste 500 m3worden gebouwd;
  • g. bij iedere woning mag als bijgebouw een huishoudelijke berg- of werkruimte, garage en/of carport, met een grondoppervlakte van ten hoogste 30 m2, een goothoogte van ten hoogste 3 meter en een bouwhoogte van ten hoogste 4,5 meter worden gebouwd;
  • h. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - monument" geldt dat het bepaalde in de Monumentenwet van toepassing is;
  • i. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 10 m.

12.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van lid 12.2:

  • a. onder b: voor de bouw van bergingen en/of fietsenstallingen buiten het bouwvlak, mits de totale grondoppervlakte van de gebouwen per bestemmingsvlak niet meer dan 50 m2 en de bouwhoogte niet meer dan 3 m zal bedragen;
  • b. onder b: ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - afwijkende maatvoering" voor de bouw van gebouwen buiten het bouwvlak, mits de totale grondoppervlakte van de gebouwen per bestemmingsvlak niet meer dan 100 m2 en de goot- en bouwhoogte niet meer dan 3 en 6 meter zal bedragen;
  • c. onder c en d tot maximaal 50 m voor de bouw van (klokke)torens;
  • d. onder c tot een bouwhoogte van ten hoogste 20 m;
  • e. onder d tot een goothoogte van ten hoogste 15 m;
  • f. onder f voor de bouw van een tweede dienstwoning met een goothoogte van ten hoogste 6 meter en een inhoud van ten hoogste 500 m3;
  • g. onder i tot ten hoogste 20 m.