Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk
gemeente: Hendrik-Ido-Ambacht
fase: vastgesteld bestemmingsplan
datum: 11 mei 2015
Inhoudsopgave
1.1 Bij het plan behorende stukken
1.2 Aanleiding en doel van het plan
1.3 Ligging en begrenzing plangebied
5.1 Economische uitvoerbaarheid
HOOFDSTUK 1 Inleiding
1.1 Bij het plan behorende stukken
Het bestemmingsplan '1e partiële herziening Veersedijk' bestaat uit bestemmingen en regels. De bestemming van de gronden is geometrisch bepaald door middel van lijnen, coderingen en arceringen. In de bestemmingen zijn regels ten aanzien van het bouwen en het gebruik opgenomen. Het plan gaat vergezeld van deze toelichting. In de toelichting worden de keuzes die zijn gemaakt bij het opstellen van de geometrische plaatsbepaling en de regels verantwoord en verduidelijkt.
1.2 Aanleiding en doel van het plan
De gemeenteraad van Hendrik-Ido-Ambacht heeft op 8 juli 2013 het bestemmingsplan 'Veersedijk' vastgesteld.
Naar aanleiding van ingestelde beroepen heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in de uitspraak van 22 oktober 2014 drie plandelen vernietigd.
de woorden 'de bestaande' in artikel 3, lid 3.1 onder b van de planregels;
de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m) = 10' voor de percelen Veersedijk 213 tot en met 235;
het plandeel met de bestemming 'Bedrijf' voor de percelen Veersedijk 153 en 161, voor zover de bestaande activiteiten in categorie 3.2 niet in het plan zijn bestemd.
In de uitspraak is opgedragen het onder a bepaalde binnen 4 weken te verwerken in het electronisch vastgestelde bestemmingsplan, hetgeen inmiddels is gedaan.
Voor de onder b en c genoemde onderdelen dient binnen 26 weken een nieuw besluit te worden genomen.
De nu voorliggende '1e partiële herziening Veersedijk' voorziet in de onder b en c genoemde onderdelen.
1.3 Ligging en begrenzing plangebied
Het bestemmingsplan '1e partiële herziening Veersedijk' heeft betrekking op de volgende percelen:
Veersedijk 153 en 161
Veersedijk 213 tot en met 235
aansluitend aan dit laatste perceel: de gronden behorend tot de gasleiding
1.4 Leeswijzer
Deze toelichting bestaat uit 6 hoofdstukken. In hoofdstuk 1 wordt de inleiding beschreven, waarin ondermeer wordt ingegaan op de aanleiding voor het opstellen van deze partiële herziening. In hoofdstuk 2 vindt de planbeschrijving plaats en wordt tevens een toelichting gegeven op de bestemmingsregels.
De hoofdstukken 3 en 4 wordt hebben betrekking op de beleidskaders en de randvoorwaarden. In hoofdstuk 5 en 6 wordt, tenslotte, de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan beschreven.
HOOFDSTUK 2 Planbeschrijving
2.1 Algemeen
Dit bestemmingsplan '1e partiële herziening Veersedijk' is met name gericht op een technische aanpassing naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Op verzoek van de Gasunie is de bestaande bestemming 'Leiding - Gas' tekstueel gering aangepast en de ligging van de leiding in de verbeelding gering verschoven.
2.2 Inhoudelijk
Uitspraak Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
In de uitspraak van 22 oktober 2014 zijn drie plandelen vernietigd.
de woorden 'de bestaande' in artikel 3, lid 3.1 onder b van de planregels;
de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m) = 10' voor de percelen Veersedijk 213 tot en met 235;
het plandeel met de bestemming 'Bedrijf' voor de percelen Veersedijk 153 en 161, voor zover de bestaande activiteiten in categorie 3.2 niet in het plan zijn bestemd.
In de uitspraak is opgedragen het onder a bepaalde binnen 4 weken te verwerken in het electronisch vastgestelde bestemmingsplan, hetgeen inmiddels is gedaan.
Voor de onder b en c genoemde onderdelen dient binnen 26 weken een nieuw besluit te worden genomen.
Het bestemmingsplan '1e partiële herziening Veersedijk' voorziet in de onder b en c genoemde onderdelen.
Veersedijk 213 tot en met 235 Handelsbedrijf T. Stolk B.V.
Bij deze bedrijfsactiviteiten is sprake van milieucategorie 5.2. en de specifieke aanduiding 'scheepssloperij'.
Als gevolg van genoemde uitspraak is in de verbeelding van de '1e partiële herziening Veersedijk' de maximum bouwhoogte gesteld op 15 m.
Veersedijk 153 en 161 Veersedijk Beheer B.V.
De locatie op nr. 161 wordt gebruikt voor opslag en voor verhuur aan verschillende bedrijven voor opslag of handelsactiviteiten. Door de omvang van het terrein (groter dan 1000 m2) vallen deze activiteiten binnen milieucategorie 3.2.
Deze milieucategorie en de specifieke aanduiding 'handel en opslag' is overeenkomstig genoemde uitspraak in de '1e partiële herziening Veersedijk' verwerkt.
De woorden 'de bestaande'
Als gevolg van de aangehaalde uitspraak zijn in artikel 3, lid 3.1. onder b de woorden 'de bestaande' geschrapt.
Aangezien deze woorden ook in de leden a en c tot en met g van hetzelfde artikel en lid worden gebruikt, zijn in de '1e partiële herziening Veersedijk' ook op die plaatsen de woorden 'de bestaande' geschrapt.
Gasleiding
Met een mailbericht van 4 december 2014 verzoekt de Gasunie in de '1e partiële herziening Veersedijk' gelijktijdig de ligging van de gasleiding correct op de verbeelding aan te geven en tevens in de planregels een tekstuele aanpassing te doen om de rechtszekerheid te bevorderen.
Aan dit verzoek wordt voldaan.
2.3 Juridische aspecten
2.3.1 Planmethodiek
Bij het opstellen van de verbeelding en planregels is uitgegaan van het gemeentelijk handboek voor het opstellen van bestemmingsplannen (oktober 2009). Dat wil zeggen dat een vaste indeling van de verbeelding, toelichting en regels is aangehouden en dat de verbeelding getekend is op een wijze dat deze eenvoudig geschikt te maken is voor digitale toepassingen en uitwisseling met andere instanties (conform SVBP 2012).
2.3.2 Regels
Algemeen
Er is sprake van een partiële herziening en dat houdt in dat slechts een gedeelte van het geldende bestemmingsplan Veersedijk wordt herzien. De regels van het zogenaamde moederplan i.c. het door de raad op 8 juli 2013 vastgestelde bestemmingsplan Veersedijk blijven gelden en zijn daardoor onverminderd van toepassing.
Begripsbepalingen
De begripsbepalingen van het geldende bestemmingsplan Veersedijk blijven van toepassing.
In de begripsbepalingen zijn daarom uitsluitend de 'nieuwe' begrippen benoemd: de 1e partiële herziening en het moederplan.
Werking
Om misverstanden te voorkomen is in deze planregel uitdrukkelijk aangegeven dat het moederplan van toepassing blijft, tenzij het in deze 1e partiële herziening anders is verwoord.
Bestemmingen
Bedrijf
Deze bestemming is identiek aan die in het moederplan, behoudens:
de toevoeging in lid 3.1 van: ter plaatse van de aanduiding 'specifiek vorm van bedrijf - handel en opslag': uitsluitend voor een handel en opslagbedrijf in categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (deze regel heeft betrekking op de gronden Veersedijk 153 en 161);
in lid 3.1. zijn onder a t/m g de woorden 'de bestaande' verwijderd.
Water
Deze bestemming is opgenomen voor alleen het gedeelte waar de gasleiding ligt. De regels van het moederplan blijven van toepassing en daarnaar wordt dan ook verwezen.
Leiding - Gas
In de betreffende planregel zijn enkele geringe wijzigingen doorgevoerd om daarmee de rechtszekerheid te bevorderen. Het gebruik van het woord 'onevenredig' biedt een beoordelingsvrijheid, die niet door artikel 14 derde lid Besluit externe veiligheid buisleidingen wordt geboden. In genoemd artikel is bepaald dat de veiligheid van de in de belemmeringsstrook gelegen buisleiding niet mag worden geschaad en geen kwetsbaar object wordt toegelaten.
Dubbelbestemmingen
De dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie', 'Waarde - Ecologie' 'Waterstaat - Waterkering' en 'Waterstaat - Waterhuishoudkundige en Waterstaatkundige functie' komen voor op de in deze 1e partiële herziening opgenomen percelen.
De dubbelbestemmingen zijn in de regels genoemd vanwege de relatie met de verbeelding, maar in de regels is uitsluitend verwezen naar het moederplan.
Aanduidingsregels
In het bestemmingsplan zijn enkele gebiedsaanduidingen opgenomen, die ook betrekking hebben op de percelen in deze 1e partiële herziening. Het betreft: 'geluidzone - industrie', 'vrijwaringszone - vaarweg'.
Deze aanduidingsregels zijn in de regels genoemd vanwege de relatie met de verbeelding, maar in de regels is uitsluitend verwezen naar het moederplan.
Overgangsrecht en naam
In het overgangsrecht is een regeling opgenomen voor bebouwing en gebruik dat al bestond bij het opstellen van het plan, maar dat strijdig is met de opgenomen regeling. Onder bepaalde voorwaarden mag deze strijdige bebouwing en/of strijdig gebruik worden voortgezet of gewijzigd.
Tot slot is in de slotregel de officiële naam van het plan bepaald. Onder deze naam kan
het bestemmingsplan worden aangehaald.
2.3.3 Verbeelding
In de verbeelding zijn uitsluitend de volgende percelen opgenomen:
Veersedijk 153 en 161
Veersedijk 213 tot en met 235
aansluitend aan dit laatste perceel: de gronden behorend tot de gasleiding, inclusief het water.
Ten opzichte van het moederplan Veersedijk is:
op het perceel Veersedijk 153 en 161 de bedrijfscategorie 3.2 opgenomen.
op het perceel Veersedijk 213 tot en met 235 is voor het bouwvlak een maximale bouwhoogte van 15 m opgenomen
de gasleiding is op een onderdeel gering verschoven; daarvoor is gebruik gemaakt van door de Gasunie verstrekte kaartgegevens.
De voor deze percelen geldende dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen zijn eveneens in de verbeelding aangegeven.
HOOFDSTUK 3 Beleidskader
Deze '1e partiële herziening Veersedijk' is met name gericht op een technische aanpassing naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Op verzoek van de Gasunie is eveneens de bestaande bestemming 'Leiding - Gas' tekstueel gering aangepast en is de ligging van de leiding in de verbeelding gering verschoven.
Gelet hierop is een toetsing aan de beleidskaders van rijk, provincie en gemeente, niet aan de orde. Deze elementen zijn in het moederplan 'Veersedijk' beschreven en blijven onverminderd van toepassing.
HOOFDSTUK 4 Randvoorwaarden
Deze '1e partiële herziening Veersedijk' is met name gericht op een technische aanpassing naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Op verzoek van de Gasunie is eveneens de bestaande bestemming 'Leiding - Gas' tekstueel gering aangepast en is de ligging van de leiding in de verbeelding gering verschoven.
Gelet hierop is een toetsing aan randvoorwaarden, zoals archeologie en cultuurhistorische waarde, bodemkwaliteit, geluidhinder, luchtkwaliteit, externe veiligheid, niet aan de orde. Deze elementen zijn in het moederplan 'Veersedijk' beschreven en blijven onverminderd van toepassing.
HOOFDSTUK 5 Uitvoerbaarheid
5.1 Economische uitvoerbaarheid
Deze '1e partiële herziening Veersedijk' is met name gericht op een technische aanpassing naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Op verzoek van de Gasunie is eveneens de bestaande bestemming 'Leiding - Gas' tekstueel gering aangepast en is de ligging van de leiding in de verbeelding gering verschoven.
De financiële uitvoerbaarheid is niet in het geding.
Doordat er geen sprake is van bouwactiviteiten c.a. anders dan in het geldende bestemmingsplan reeds mogeijk gemaakt, is kostenverhaal als bedoeld in artikel 6.12 Wro niet aan de orde en behoeft geen exploitatieplan te worden opgesteld.
HOOFDSTUK 6 Procedure
6.1 Voorbereidingsfase
Inspraak
Deze '1e partiële herziening Veersedijk' is met name gericht op een technische aanpassing naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Op verzoek van de Gasunie is eveneens de bestaande bestemming 'Leiding - Gas' tekstueel gering aangepast en is de ligging van de leiding in de verbeelding gering verschoven.
Gelet hierop is afgezien van het organiseren van een inspraakronde.
Overleg
Conform artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dienen burgemeester en
wethouders bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg te plegen met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met de rijks- en provinciale diensten die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn.
In dit kader is het ontwerpbestemmingsplan voor advies toegezonden aan de volgende instanties:
Rijkswaterstaat Zuid-Holland;
Provincie Zuid-Holland;
Waterschap Hollandse Delta;
NV Nederlandse Gasunie;
Veiligheidsregio Zuid-Holland-Zuid.
Er zijn geen reacties ingediend.
6.2 Ontwerpfase
Na afronding van het vooroverleg wordt de bestemmingsplanprocedure voortgezet. De aanpassingen die volgen uit de overlegreacties worden verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan.
Op de voorbereiding van een bestemmingsplan is afdeling 3.4 van de Algemene wet
bestuursrecht van toepassing. Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening dient de kennisgeving, als bedoeld in artikel 3:12 van de Awb, ook in de Staatscourant te worden geplaatst en via elektronische weg te geschieden. Tevens dient de kennisgeving te worden toegezonden aan die diensten van Rijk en provincie die belast zijn met de behartiging van belangen die in het plan in het geding zijn, aan het waterschap en aan belanghebbende gemeenten.
Het ontwerpbestemmingsplan wordt gedurende zes weken ter inzage gelegd. Binnen deze termijn wordt een ieder in de gelegenheid gesteld schriftelijk een zienswijze op het plan in te dienen. In beginsel betekent dit ook dat de stukken met de kennisgeving aan de eerder genoemde diensten en instanties moet worden toegezonden (artikel 3:13 Awb).
6.3 Vaststellingsfase
Binnen twaalf weken na de termijn van terinzagelegging moet de gemeenteraad beslissen omtrent de vaststelling van het ontwerpbestemmingsplan.
Tegen het besluit tot vaststelling staat direct beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en bestaat de mogelijkheid om een voorlopige voorziening in te dienen. Direct na de beroepstermijn treedt het plan in werking.